Chapter 6, 7, and 9 are missing.
Seller
Follow
Monique_1991
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1: het vak
1.1 Inleiding: wetenschappelijke kaders
Het doel van dit hoofdstuk is het bepalen van de plaats van literatuurwetenschap in het
academische landschap. Literatuurwetenschappers werken altijd binnen kaders: het vak zelf,
verwante vakken in de letterenfaculteit (geesteswetenschappen) en in de wetenschap in de
breedste zin. Die kaders worden steeds opnieuw gedefinieerd.
1.2 Wetenschap is nooit af
Bij wetenschap gaat het om het ‘verkrijgen van’ kennis, en niet zozeer kennis op zich of het
bezitten ervan. Wetenschap wordt dus als een activiteit gezien. Hierbij wordt uitgegaan van een
wetenschapsfilosofisch standpunt. Wetenschapsfilosofie houdt zich bezig met hoe het er aan toe
dient te gaan binnen wetenschap en de beoefening daarvan. Wij noemen ons
wetenschapsfilosofisch vertrekpunt constructivistisch. Dat houdt in dat kennis niet opgesloten
zit en ontdekt moet worden, maar gemaakt wordt door er mee bezig te zijn. daarmee is er ook
niet meer zoiets als ‘de waarheid’. Het betekent echter ook niet dat alles waar is: met je ‘kennis’
moet je wel kunnen overtuigen, wil het als kennis aangenomen worden.
Wetenschappelijk onderzoek heeft drie elementen:
- Empirisch domein: op ervaring berust. Wetenschappers zoeken verklaringen voor
waarneembare zaken. Filosofie is anders, dat gaat vaak om abstract denkwerk.
- Theorie: een zoeklicht om het object van studie mee te bekijken
- Methode: een specialistische werkwijze om systematisch naar antwoorden te zoeken.
Elke onderzoekstraditie (discipline) binnen de wetenschap heeft een eigen paradigma (consensus
over relevante vragen, theorieën en methodes). Een discipline is dus een soort trefpunt van
wetenschappers met dezelfde uitgangspunten. Daarbij horen ook verenigingen, tijdschriften en
opleidingen. Sommige disciplines vallen op den duur weg als er niets nieuws meer is. andere
disciplines ontstaan door interdisciplinariteit: de kruisbestuiving tussen disciplines onderling, door
onderwerpen of objecten die in de ruimte tussen de disciplines liggen.
1.3 In gebieden verdeeld: hard, minder zacht, zacht?
Er wordt meestal een onderscheid gemaakt tussen de geesteswetenschappen met als object de
cultuur of menselijke geest (alfa), de natuurwetenschappen met als object de natuur (beta) en de
sociale wetenschappen met als object menselijk gedrag (gamma). Natuurlijk overlappen ze elkaar
(een vrouw met anorexia bijvoorbeeld wordt blootgesteld aan cultuur). De
natuurwetenschappen worden meestal gezien als het ‘standaardbeeld’ van wetenschap die zoekt
naar universele wetten die vastgelegd kunnen worden in wiskundige formules en experimenten.
Daarbij waren de humaniora de zachte wetenschappen, en zaten de sociale wetenschappers
ertussenin. Dat idee van de standaardwetenschap van natuurwetenschappen is in de
wetenschapsfilosofie door de tijd heen wel wat minder geworden. In principe zoekt elk veld naar
gedisciplineerd zoeken naar kennis.
1.4 Humaniora, letteren, geesteswetenschappen, cultuurstudies
In 1725 kwamen de humaniora met ‘de nieuwe wetenschap’ (door Vico) tot een zelfstandige
wetenschap. Het idee was dat natuur altijd op een manier ondoorgrondelijk was, terwijl de
producten van de menselijke geest door andere mensen konden worden doorgrond: dat had de
mens als enige zelf voortgebracht.
, Cultuur omschrijven de hier als de productie van ideeën met behulp van allerlei media en
artefacten en de weerslag van deze ideeën op het gedrag van mensen. Er wordt geen
onderscheid gemaakt in hoge en lage cultuur (wat eerst wel werd gedaan, toen was vooral
cultuur van de elite belangrijk). Cultuur wordt gezien als iets dynamisch en heeft verschillende
dimensies.
- De mediale dimensie van cultuur: de cultuurproducten in allerlei media die als
betekenisdragers functioneren in de maatschappij. Teksten, beelden, muziek, objecten,
gebouwen enz.
- De semantische (of mentale) dimensie van cultuur: de betekenissen in een samenleving. Dus
niet de betekenisdragers, maar de betekenis. Die betekenis is niet te onderscheiden van de
betekenisdrager (mediale dimensie), maar ook niet van gedrag (de sociale dimensie).
- De sociale dimensie van cultuur: het gedrag van mensen en de organisatie van groepen in
relatie tot de semantische en mediale dimensie. Dus welke invloed hebben cultuurproducten
en hun ideeën voor invloed op de sociale structuur van een samenleving en andersom.
- De historische dimensie van cultuur: cultuur vormt een dynamisch geheel dat steeds
verandert en is daarmee altijd een momentopname.
Dimensie van cultuur Wat is het? Welke disciplines onderzoeken welk deel van de
wereld/ dimensie?
Mediale Cultuurproducten, taalwetenschap, literatuurwetenschap, tft-
betekenisdragers wetenschap, muziekwetenschap
kunstgeschiedenis en digitale mediastudies.
Semantische Ideeën, betekenissen theologie, wijsbegeerte, intellectuele
geschiedenis, mentaliteitsgeschiedenis
Sociale Gedrag en sociale wetenschappen en de politieke
organisatie geschiedenis, sociaal-economische
geschiedenis
Historische Dynamiek.
1.5 Cultuurwetenschappen in een spanningsveld
Wat maakt de letteren als vorm van wetenschap? Hier worden dingen genoemd die afwezig of
minder prominent zijn in andere takken van de wetenschap.
- Diversiteit-wetmatigheid: cultuur is ontzettend gevarieerd: op elke plaats (en tijd) is er weer
een hele andere cultuur voortgebracht. Dus diversiteit is zeer belangrijk in cultuur als
onderzoeksobject. Je moet evenwicht vinden tussen algemene tendensen en diversiteit.
- Dynamiek-voorspelbaarheid: dynamiek betekent variatie door de tijd heen. Ook hier is het
zoeken naar algemene wetten erg lastig. Er kunnen dan ook bijna geen voorspellingen
worden gedaan over de toekomst. Bij de kunsten loopt het werk vaak zelfs vooruit op de
wetenschappelijke analyse ervan.
Bij dynamiek hoort ook historiciteit: daarom heeft de letterenfaculteit vaak ook een
historisch karakter. Er wordt geprobeerd om cultuur te begrijpen in een brede historische
samenhang. Historie kan inzicht geven in het feit dat de hedendaagse maatschappij niet
standaard of van alle tijden is, maar dat ook nu slechts een momentopname is.
- Interpreteren-kwantificeren: de belangrijkste methode binnen de letteren is
bronneninterpretatie. Er wordt weinig gebruik gemaakt van een laboratoriumexperiment. In
die zin is niets een uitkomst zonder interpretatie. Binnen de letteren gaat het echter om
begrijpen, in tegenstelling tot waar het bij natuurwetenschap gaat om verklaren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Monique_1991. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.