100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie $7.63   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Een leerzame en nuttige samenvatting van het boek biologie voor jou over hoofdstuk 4 + 7!

Preview 2 out of 8  pages

  • June 6, 2022
  • 8
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
4.1 ontwikkeling van levensvormen gedurende miljarden jaren heeft gelijk tot een
enorme biodiversiteit. We kunnen groepen en organismen ordenen. Daarbij zijn moleculaire
eigenschappen, zoals bouw membranen, eiwitten en het erfelijk materiaal doorslaggevend.
Hoofd in deling uit 3 domeinen; bacteriën, archaea en eukaryoten.

Bacteriën & archaea Schimmels Planten Dieren
prokaryoten Eukaryoten Eukaryoten Eukaryoten
Grootte 1-10 10-100 10-100 10-100
Cellen Eencellig Meercellig Meercellig Meercellig
Celwand Ja Ja Ja Nee
Celkern Nee Ja Ja Ja
Grote vacuole Nee Ja Ja Nee
Voedingswijze Hetero/autotroof Heterotroof Autotroof Heterotroof

Organische stoffen;
- Afkomstig van organismen of van producten van organismen.
- Relatief grote ingewikkeld gebouwde moleculen.
- Een of meer zuurstofatomen.
- Kunnen ook atomen van waterstof, zuurstof, stikstof, fosfor en zwavel bevatten.

Anorganische stoffen;
- Organismen en levenloze natuur
- Opgebouwd uit kleine, eenvoudig gebouwde moleculen.
- Koolstof mono-oxide, koolstofdioxide, water, keukenzout en zuurstofgas.

Autotroof  zelf voedend  nemen uit hun omgeving alleen anorganische stoffen op en
maken hieruit de organische stoffen waaruit ze bestaan  geen andere organismen nodig
voor hun voedsel  organismen met chlorofyl (bladgroen), planten en enkele soorten
bacteriën en archaea zijn voorbeelden van organismen die autotroof zijn.

Heterotroof  ander nodig hebben voor voedsel  niet in staat organische stoffen te
maken uit alleen anorganische stoffen als grondstoffen  voorbeelden zijn bacteriën,
archaea, schimmels en dieren.

Leven – domein – rijk – stam – klasse – orde – familie – geslacht - soort

Prokaryoten; eencellige organismen met ribosomen, maar zonder celkern of andere
organellen. Hierbij behoren bacteriën en archaea

Eukaryoten; organismen met cellen met een celkern, dubbele membranen en celorganellen.
Hierbij horen schimmels, planten en dieren. Cellen zijn complexer dan die van prokaryoten.

De geslachtsnaam wordt vooropgezet met hoofdletter, soort aanduiding komt daarachter
met kleine letter. Vaak komt erachter te staan welke onderzoeker de naam heeft gegeven.

, 4.2 Archaea heeft geen interne membranen, bevatten veel DNA en ribosomen en
hebben meerdere zweepharen voor voortbeweging. Archaea worden extromofiel genoemd
omdat ze vaak onder extreme omstandigheden worden aangetroffen.

Bacteriën Ook bacteriën zijn eencelligen zonder celkern of interne membranen. Ze zijn
ongeveer even klein als de archaea. Bij veel soorten bestaat erfelijk materiaal slechts uit een
kringvormig chromosoom. Bij planten en dieren ligt DNA-molecuul in chromosoom
spiraalsgewijs opgerold rond duizenden eiwitmoleculen. Bij bacteriën bevat chromosoom
geen eiwitmoleculen. Sommige bacteriën hebben naast dit ene grote chromosoom ook
plasmiden; kleinere circulaire chromosomen. Op plasmiden bevinden zich genen die
ongevoeligheid kunnen veroorzaken tegen bepaalde gifstoffen. Doordat DNA zonder
bescherming van membraam in cytoplasma ligt, is het gemakkelijk bereikbaar voor enzymen.
Celwanden bacteriën bestaan voornamelijk uit peptidoglycaan; stof die bij geen enkel ander
organisme voorkomt.

Bacteriën planten zich ongeslachtelijk voort door deling. Onder gunstige omstandigheden
kunnen zij snel delen. Door de hoge delingssnelheid is het afweersysteem van de mens soms
niet in staat alle bacteriën onschadelijk te maken en bacteriën kunnen dan ziekte
veroorzaken. Zoals bij alle organismen vindt voorafgaan celdeling verdubbeling van DNA. Elk
van beide kringvormige DNA-moleculen zit op bepaalde plaats vastgehecht aan het
celmembraan. Daardoor wordt goede verdeling van DNA over dochtercellen verzekerd.

Bacteriën worden in biotechnologie gebruikt, bv bij productie van yoghurt. Maar ook bij
productie van wasmiddelenenzymen en bij afvalwaterzuivering. Ze zorgen ervoor dat
omstandigheden zo gunstig mogelijk zijn voor bacteriën (optimalisering). Maar ze kunnen
ook voedsel bederven en ziekte veroorzaken. Cyanobacteriën (blauwalg) bevatten bladgroen
en blauwe pigmenten. Ze komen in allerlei milieus voor, soms in zulke grote aantallen dat
water een blauwgroene kleur heeft. Dat heet waterbloei. Door gifstoffen kan hoge dichtheid
blauwalg dodelijk zijn. Onschadelijk bacteriën op de huid vormen natuurlijke bescherming
tegen schadelijk bacteriën. Ook darmflora bevat veel nuttige. Bij verkeerde bacteriële balans
kunnen gemakkelijker ontstekingen ontstaan. Antibiotica worden gebruikt als geneesmiddel
tegen bacteriële infecties, maar kunnen ook balans verstoren.

Virus Bacteriën kunnen geïnfecteerd raken door een virus. Virus is geen organisme,
worden niet gezien als leven. Organismen bestaan uit cellen, virussen niet. Virussen hebben
geen cytoplasma of kernplasma, er vinden geen stofwisselingprocessen plaats. Virussen zijn
geen prokaryoten ook geen eukaryoten. Virus bestaat voor grootste deel uit erfelijk
materiaal. Dit materiaal is omgeven door eiwitmantel. Virussen kunnen zich niet zelfstandig
voortplanten, maar uitsluitend binnen bepaalde gastheercellen. Dat kunnen bacteriën zijn of
cellen van planten en dieren. Daardoor kan gastheer ziek worden. Virussoorten die bacteriën
als gastheer gebruiken, heten bacteriofagen. Als bacteriofaag terechtkomt op bacterie, dring
erfelijk materiaal van bacteriofaag bacterie binnen. Door enzymen van bacterie of van
bacteriofaag onder gaaf erfelijk materiaal replicatie. Ribosomen van bacterie produceren
nieuwe eiwitmantels, waardoor in bacterie grote aantallen nieuwe bacteriofagen ontstaan.
Bacterie valt uiteen. Vrijkomende bacteriofagen kunnen nieuwe bacteriën infecteren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kikiegberts1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.63
  • (0)
  Add to cart