1. Ontwerptheorie
Kijken = persoonlijk subject
A. Hoe nemen wij waar?
- Vormgeving is niet toevallig
- Er ontstaat relatie tussen maker en beschouwers
- Makers gebruiken vakmanschap zodat er goed product ontstaat
- Beschouwers onderkennen kwaliteit door appreciatie
- Eerste contact = visuele waarneming
- Waarnemen met zintuigen → door actief leerproces hebben wij leren zien of iets
hard of zacht is, ligt of zwaar weegt, warm of koud is
- Met ogen kunnen we eigenschappen waarnemen die in eerste plaats niet visueel van
aard zijn
- Ogen hebben bepaalde functies van andere zintuigen overgenomen
- Gedrag bepaalt door visuele indrukken
- Reflexen en automatismen ontwikkeld
- Grootste deel van zintuigelijke info is functioneel
- Bij alle namen en begrippen hoort beeld, stereotype, schema
- Voorinstellingsinhouden → bepalen opvattingen en houdingen tegenover
buitenwereld
- Schematisch karakter bepaalt wat en hoe wij zien
- Wat en hoe we waarnemen is persoonlijk via herkenning en classificatie volgens
persoonlijk systeem
- Gevolgen van systematisch karakter van waarnemen is negatie
→ Men komt niet echt tot bewuste waarneming omdat we dingen die we niet
begrijpen niet zien
- Factoren die beeldvorming van persoon beïnvloeden zijn cultureel en opvoedkundig
- Ervaringen kleuren waarden en normen (= connotieve benadering)
Zien = objectief
B. Wat nemen wij waar?
- Vormgever beheerst op intensieve en genuanceerde manier visuele info → kan
relativeren, herleiden en ontleden tot wetenschappelijke benadering → leidt tot
geformaliseerde uitspraken en professionele en doeltreffende communicatie
- Men moet stap terug doen, afstappen van concrete betekenissen en stilstaan bij
visuele aspecten, die waarnemingsbeeld tot stand brengen
- 3 categorieën van visuele informatie:
o Licht
o Kleur
o Ruimte (vorm)
- Licht, kleur en ruimte ervaren wij steeds in samenhang met elkaar
,- Als vormgever moeten wij “kijken” en “zien” van elkaar kunnen losweken → worden
2 naast elkaar werkende processen
- Persoonlijke oordelen blijven waardevol maar kunnen losgekoppeld worden van
objectieve benadering
- Objectieve en connotieve benadering van visueel gegeven resulteert in beeldvorming
in hersenen
1.1. Ontwerpmethodiek
1.1.1. Creativiteit
Creativiteit = kunst om patronen, gewoonten en zekerheden te doorbreken, het creëren
van iets nieuw dat nuttig en verrassend is
- Eerste wat ontwerper doet bij nieuwe opdracht is strategie die bij hem bij bereiken
van beoogde doel zal begeleiden, er bestaat niet 1 zaligmakende ontwerpmethode
1.1.2. Model van triple diamond
In ontwerpproces onderscheiden we 3 fases:
- Analyse → van opdrachtstelling naar ontwerpvraag
- Ontwerpvorming → van ontwerpvraag naar conceptidee
- Uitwerking → van conceptidee naar definitief ontwerp
- ‘Triple Diamond’ is ontwikkelmodel uit discipline van ‘Design Thinking’, ‘Triple’ staat
voor 3 fases, ruitvorm van ‘Diamond’ is opeenvolgend proces van divergeren en
convergeren
,- Geen rechtlijnig model
- Voortdurend terugkoppelen tussen verschillende ‘Diamonds’ is constante in dit
proces en wordt aangegeven door pijltjes
1. Ontdekken (discover)
- Analysefase vraagt verbredende of divergerende aanpak
- Opdrachtstelling wordt in eerste instantie breed opengetrokken (divergentie) door
vanuit verschillende standpunten te onderzoeken
- Vervolgengs wordt breed benaderende opdrachtstelling terug verengd tot essentie
(convergentie) tot eigenlijke ontwerpvraag, waarbij alle randvoorwaarden
geëxploreerd zijn en alle doelstellingen duidelijk ge(her)formuleerd en gevisualiseerd
zijn
2. Ontwerpen (design)
- Fase van ontwerpvorming verloopt niet rechtlijnig
- In eerste instantie verbredend of divergerend
- Tal van opties geschetst, proefmaquettes gemaakt, verschillende organigrammen
uitgetest, ergonomie gecontroleerd, vormovergangen uitgeprobeerd, kleuren en
texturen gesimuleerd, verschillende materialen…
- Experimenteren, spelen, exploreren, refereren, associëren…
- Na deze verbredende fase → opnieuw geconvergeerd of versmald → keuzes
gemaakt, beslissingen genomen, zaken opzijgeschoven, andere zaken behouden, tot
er éénduidig en helder gepresenteerd conceptidee ontstaat
3. Ontwikkelen (develop)
- Tot slot komt ook in fase van uitwerking aanpak van divergeren en convergeren terug
- In 1ste instantie worden verschillende constructiemethoden, materiaalkeuzes,
ergonomische beslissingen… afgetoetst op functionaliteit, maakbaarheid,
betaalbaarheid, duurzaamheid…
- Eventuele dummy’s worden uitgetest, geëvalueerd en bijgestuurd om uiteindelijk te
resulteren in 1 definitief ontwerp dat gevisualiseerd wordt op doelgerichte en
doelgroepgerichte wijze
1.1.3. Brainstorm
- Is creativiteitstechniek met als doel snel, veel nieuwe ideeën over bepaald
onderwerp of vraagstuk te genereren
- Kenmerk van brainstormsessie is dat waardeoordeel over geopperde ideeën wordt
uitgesteld totdat alle ideeën zijn opgesomd
Basisregels
Volgende basisregels dienen in acht te worden genomen:
• Geen kritiek
• Aandacht op kwantiteit
• Wilde ideeën zijn welkom
• 1+1=3 → combineren van bestaande goede ideeën tot nog betere ideeën
GPS brainstorm methode
- Stap 1 → ideeën genereren
- Stap 2 → ideeën selecteren
- Stap 3 → ideeën uitwerken
o Maak het concreet
o Heldere beschrijving
, o Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe vaak…
- Aandachtspunten:
o Stel je oordeel uit
o Openheid en enthousiasme
o Aandacht voor gekke of naïeve ideeën
o Meeliften op ideeën van anderen
o Geen dikke nekken, geen egotripperij
1.1.4. Associatieve beelden
A. Materiële beelden
= natuurlijke en kunstmatige (visueel, auditief, audiovisueel)
Visueel
- Beeldende kunst → schilderijen, tekeningen, schandbeelden en andere plastieken
- Fotografie → foto’s, hologrammen
- Pictografie → pictogrammen en schematische afbeeldingen
Auditief
Hoorspel, elke klanknabootsing in muziekuitvoering
Audiovisueel
Films, televisieprogramma’s, computeranimaties, toneelvoorstellingen en andere
uitbeeldende handelingen
B. Halfbeelden
Vb. visuele poëzie, lay-out van tekst…
C. Mentale beelden
- Reproductief → gewone voorstellingen en herinneringen
- Anticipatorisch → voorstellingen van wat men wil doen of wat er zal gebeuren
- Fantasiebeelden → voorstellingen die niet teruggaan op reëel bestaande zaken
- Droombeelden
D. Deels subjectieve, deels objectieve beelden
Vb. gezichten in vlek op behang
E. Archetypische of mythologische symbolen
Vb. judas als oerbeeld van verrader
F. Denkbeelden
In betekenis van visie of geheel van opvattingen
G. Verbale beelden
Beeldende taal, klanknabootsingen, isomorfisme, ‘levendige beschrijvingen’,
vergelijkingen
H. Uitdrukkingen met “beeld” in afgeleide betekenis
Beeldend proces
Aspecten van proces van waarnemen, voorstellen en verbeelden, samenhang van deze
aspecten en middelen die moeten worden gebruikt om proces en product begrijpelijk te
maken worden in schema:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickymaes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.12. You're not tied to anything after your purchase.