, Hoofdstuk 1 De actieve aarde
Hoofdstuk 1.1 Ontstaan en opbouw van de aarde
Twee theorieën over grote geologische gebeurtenissen:
1. principe van het catastrofisme
Continenten en oceanen liggen op vaste plaatsen.
Vermoeden dat continenten een geheel vormden.
Aarde is geheel door aardbevingen uit elkaar gebroken.
Aarde is ongeveer 6000 jaar oud
Uitgangspunt was catastrofe-theorie: aardoppervlak verandert heel snel door grote
rampen
2. principe van het actualisme
Aarde is vele miljoenen jaren/ miljarden jaren oud
Veranderingen in de aardkorst gaan meestal langzaam en geleidelijk
Principe van actualisme: veranderingen die nu zichtbaar zijn aan het aardoppervlak hebben
vroeger op dezelfde manier plaats gevonden (geologische processen verlopen altijd op
dezelfde manier)
Het verleden van de aarde
Aarde ongeveer 4,6 miljard jaar oud. Om ontstaan huidige landschappen te verklaren, zijn
technieken en theorieën nodig. Basis daarvoor is actualiteitsbeginsel.
Uitgangspunt actualiteitsbeginsel:
Processen die we nu op aarde zien, werkten onder gelijke omstandigheden vroeger ook zo
→ het heden is de sleutel tot het verleden
Geologen kunnen dus met actualiteitsbeginsel ontstaanswijze van landschappen verklaren
De kraamkamer van de aarde
Zon 4,6 miljoen miljard jaar geleden ontstaan uit samentrekking van gas en stof
In nevel rond de zon (ster) ontstonden acht planeten, waaronder planeet aarde
Źon + miljarden andere sterren = melkwegstelsel = een sterrenstelsel
In heelal: talloze sterrenstelsels
De derde planeet vanaf de zon
De aarde en zeven andere planeten draaien rond de zon en vormen ons zonnestelsel
Vier binnenplaneten uit steen: Mercurius, Venus, Aarde en Mars (rotsplaneten: ijzer en
gesteente)
Vier buitenplaneten uit gas: Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus (gasplaneten: waterstof
en helium)
Tijdschalen > geschiedenis van de aarde
De aarde heeft een lange geschiedenis, onderverdeeld in tijdperken, perioden en tijdvakken
Deze tijdvakken zijn weergegeven in de geologische tijdtafel of tijdschaal
Elk tijdvak wordt gekenmerkt door bepaalde processen, maar deze verlopen zeer langzaam
, Tijdschalen
Om periode te overzien, geologische tijdschaal nodig:
Vroeger relatieve tijdschaal (volgorde tijdperken bekend, maar ouderdom in jaren niet)
Nu absolute tijdschaal (verdeling in tijdperken, perioden en tijdvakken met leeftijd in
miljoenen jaren
Relatieve tijdschaal: alleen volgorde van ouderdom van gesteentelagen is bekend
Meestal: oudste gesteenten diep en jongste dichtbij aardoppervlakte (superpositie)
Vastellen met:
- Kenmerkende gesteentelagen voor een bepaalde periode
- (gids)fossielen
De principes achter de geologische tijdschaal: relatieve datering
Absolute tijdschaal: jaartallen worden aan tijdperken en perioden gekoppeld
Vaststellen door:
- meten van hoeveelheid
- radioactiviteit in gesteenten (hoe ouder, hoe minder radioactief)
Schillen
Bij vorming landschappen twee eigenschappen aarde van belang:
- water aan aardoppervlak
- schillen (lagen) binnen de aarde
Bij schillen onderscheid in chemische eigenschappen (materialen) en fysische
eigenschappen (hardheid)
Chemische eigenschappen
Aarde smolt door grote meteorietinslag. Bij afkoeling ontstonden schillen met verschillende
samenstelling:
Binnenste schil = aardkern = vooral ijzer
Middelste schil = aardmantel = vooral magnesium en ijzer
Buitenste schil = continentale korst = o.a. granier
Buitenste schil = oceanische korst
Fysieke eigenschappen
Een van fysieke eigenschappen is hardheid. Van buiten naar binnen:
Lithosfeer = hard
Asthenosfeer = plastisch
Binnenmantel = vast
Buitenkern = vloeibaar
Binnenkern = vast
Twee sferen: lithosfeer
Gesteenten korst en gesteemten vaste buitenste deel mantel vormen lithosfeer. twee type
korst in lithosfeer:
Continentale korst uit graniet met soortgelijke massa 2,8
Oceanische korst uit basalt met soortgelijke massa 3,0
Onder lithosfeer ligt asthenosfeer = taai-vloeibaar gesteente
Platen lithosfeer glijden over asthenosfeer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miravangoor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.