Mensen zijn heel ongelijk over de aarde verspreid. Er zijn gebieden waar mensen dicht op
elkaar leven. Meestal zijn dat gebieden langs rivieren en de kust met goede
bestaansmogelijkheden. Er zijn ook gebieden waar heel weinig mensen wonen bijvoorbeeld
in een koude-streek als Siberië ook in woestijnen of oerwouden en berggebieden. De manier
waarop de bevolking over een gebied verdeeld is noem je bevolkingsspreiding.
De bevolkingsdichtheid is het aantal inwoners gedeeld door de oppervlakte van een land.
Er zijn twee oorzaken hoe de wereldbevolking kan toenemen en afnemen:
1. Een hoog geboortecijfer. Dat cijfer laat zien hoeveel kinderen per duizend mensen
per jaar geboren worden. Wereldwijd is het geboortecijfer 18,5 promille (per
duizend).
2. Mensen worden gemiddeld steeds ouder. Wereldwijd is de levensverwachting nu
72 jaar. 1950 was dat maar 48 jaar. Door de gestegen levensverwachting blijven
mensen langer leven en dus komen er meer mensen op aarde.
In arme landen zijn de gezinnen vaak groter dan in rijke landen. Daar zijn vier redenen voor:
1. Kinderen kunnen voor de ouders werken, ook als ze oud zijn.
2. Mensen maken minder gebruik van manieren om zwangerschap te voorkomen. Dat
komt ook omdat dat volgens sommige geloven verboden is.
3. Veel kinderen overlijden op jonge leeftijd. Ouders willen daarom veel kinderen. Dan
is de kans groter dat ze volwassen worden.
4. Je krijgt meer aanzien als je veel kinderen hebt. In rijkere landen zijn de gezinnen
kleiner. Dat komt omdat mensen beter weten wat ze moeten doen als ze geen
kinderen willen. Bovendien kost het opvoeden van kinderen veel geld. Als je oud
bent en niet meer kunt werken zijn er uitkeringen en pensioenen. Voor het geld heb
je dus geen kinderen nodig.
In de armste landen in Afrika is de levensverwachting nog steeds maar 50 jaar. Dat komt
vooral omdat hier veel kinderen sterven voordat ze 5 jaar zijn. Dat trekt het gemiddelde
omlaag. Ze overlijden vooral aan diarree en longontsteking, ziekten die eigenlijk makkelijk te
voorkomen en te genezen zijn.
Andere redenen zijn oorlogen, hongersnood en natuurrampen, ziekten die eigenlijk makkelijk
te voorkomen zijn en te genezen zijn. Het aantal sterfgevallen per duizend inwoners per jaar
is het sterftecijfer. Iemand van tachtig heeft meer kans te overlijden dan een jonger iemand.
Een land met een oudere bevolking heeft daardoor een hoger sterftecijfer.
, 2.2 De bevolking groeit en vertrekt.
De inwoners van een land kun je opdelen in leeftijdsgroepen dat heet leeftijdsopbouw.
Om de leeftijdsopbouw duidelijk te maken gebruiken ze een bevolkingsgrafiek.
Daar staat ook in hoeveel mannen en vrouwen er zijn.
De bevolkingsgrafiek is opgebouwd uit lagen per leeftijdsgroep, links zie je de leeftijden en
onderaan staan de aantallen in miljoenen. De vorm van een bevolkingsgrafiek is
verschillend.
De grafiek van Japan is onderen smal. Er zijn maar weinig kinderen en veel ouders.
De gezinnen zijn klein. Veel rijke landen hebben een bevolkingsgrafiek die lijkt op die van
Japan. De bevolkingsgrafiek van Uganda is van onderen heel breed. Er zijn veel kinderen en
weinig ouderen. De gezinnen zijn dus groot. Dat is niet alleen in Uganda maar ook in arme
landen. Er zijn ook landen die eerder arm waren maar nu rijk worden. Dan zijn de gezinnen
ook kleiner geworden en dat is duidelijk te zien aan een bevolkingsgrafiek.
Sommigen mensen vertrekken naar een ander land dat noem je migratie om precies te zijn
noem je het buitenlandse migratie. Je noemt ze ook wel emigranten. je hebt ook nog
immigranten dat zijn mensen die een land binnenkomt. Het verschil tussen emigratie en
immigratie noem je migratiesaldo. Dat kan positief zijn als meer mensen immigreren dan er
emigreren. Het kan ook negatief zijn als er meer mensen emigreren dan immigreren. De
bevolking groeit door geboorte en sterfte je noemt dat ook wel natuurlijke bevolkingsgroei.
De groei door migratie noem je sociale bevolkingsgroei.
Redenen om te migreren:
1. economische redenen. Als iemand in zijn woonplaats geen of slecht betaald werk
heeft, moet hij ergens anders naar werk zoeken. Je noemt zo iemand een
arbeidsmigrant.
2. politieke redenen. Als ergens oorlog is, of iemand wordt bedreigd vanwege een
‘verkeerde’ opvatting, zal hij vluchten. Dan is hij een vluchteling.
3. ecologische redenen. Als de natuur van slag is moeten mensen soms migreren,
bijvoorbeeld door een langdurige droogte. Je noemt hen ecologische vluchtelingen.
4. sociale redenen. Soms gaat de migrant alleen. Als hij een goede plek gevonden
heeft om te blijven, zal hij zijn gezin willen laten komen. Dat heet gezinshereniging.
Een vrijgezel kan in zijn land van herkomst een partner zoeken en die naar het
nieuwe land brengen. Dat heet gezinsvorming.
Je kunt de motieven om te migreren onderverdelen in push- en pullfactoren (van het
Engelse push, duwen en pull, trekken). Een pushfactor kan zijn: werkloosheid, oorlog of
droogte. Een familielid in het vestigingsland is een pullfactor. Andere pullfactoren kunnen
zijn: veiligheid, werk of voedseluitdelingen bij een hongersnood.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julawigchers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.00. You're not tied to anything after your purchase.