Deze samenvatting gaat over paragraaf 1.2 van de Historische Context van het Britse Rijk. Deze paragraaf gaat over de handelsmonopolie die het Britse Rijk op India had. Daarvoor hadden ze de EIC. Zij hadden factorijen. Ook wordt het verschil tussen vestigings- en plantagekoloniën besproken. Ook ga...
Samenvatting Geschiedenis Historische Context Het Britse Rijk 1.2 India Als
Trots Van Het Britse Rijk
Ongeveer ¾ deel van India was in handen van de Mongols. De vorsten van deze dynastie
regeerden dit gebied sinds het begin van de 16e eeuw. Aan het begin van de 17e eeuw
vestigden Portugal, de Republiek en Engeland aan de Indiase kust. De Mogolvorsten vonden
dit prima: meer handelaren betekende meer handel, betekende meer winst, ook voor hen.
Om zo effectief mogelijk te handelen met India richtte de Engelsen de East Indian Company
(EIC) op. Dit is te vergelijken met de VOC. Beide compagnieën hadden namens hun land het
alleenrecht op de handel in Azië. Ook mochten ze allebei verdragen sluiten met de
plaatselijke leiders. En de laatste overeenkomst was dat ze beide het recht hadden om
geweld te gebruiken om de handel te beschermen. De EIC streefde naar
handelsmonopolies. Ze dachten aan kleine monopolies, voor 1 product, of voor het gebied
rondom een factorij. De Mogolvorst Djehangir beloofde de Britten echter ene
handelsmonopolie voor alle handen met het gehele Mongol-Rijk. De EIC stichtte hierna
factorijen op strategische punten aan de Indiase kust.
In tegenstelling tot de VS, ontstonden in India in de 17e eeuw geen plantage- en
vestigingskoloniën. De Engelsen bleven in hun factorijen aan de kust en zochten contact met
Indiase tussenpersonen die bania’s werden genoemd. Deze bania’s maakten
handelsafspraken met de producenten in het binnenland. Ook zorgden zij ervoor dat de
ingekochte stoffen klaar voor transport werden afgeleverd bij de factorijen. De producenten
bleven tot in de 18e eeuw onafhankelijk van de Britse overheersers. De handel was voor hen
winstgevend, vooral omdat de vraag toenam. Mooie stoffen werden een statussymbool voor
rijke burgers in Europa. Ook de bevolkingsgroei in Europa zorgde voor een groeiende vraag.
Een deel van de stoffen werd ook geruild in Azië voor specerijen en andere producten die in
Europa zeer waardevol waren. En weer een ander deel werd naar Afrika gebracht om te
ruilen voor slaven. Zo werden dus de specerijenhandel en de trans-Atlantische slavenhandel
gedeeltelijk betaald met Indiase stoffen. De handel in katoen en stoffen uit India verbond
Azië, N-AM,Z-AM, Afrika en Europa met elkaar in een wereldwijd handelsnetwerk waarin het
handelskapitalisme floreerde. De Britse marine, de Royal Navy, speelde een grote rol in het
beschermen van de Britse handelsbelangen op zee. Het Engelse parlement vond zelfs dat het
zo sterk moest zijn dan twee vloten van een vijand. Zo verzekerde het Britse Rijk zich van
militaire en economische overmacht op de wereldzeeën.
In de loop van de 18e eeuw verminderde de centrale macht van de Mogolvorsten in India. De
lokale vorsten gingen namelijk steeds meer hun eigen gang en sloten zelf verdragen met
buurlanden, Europese handelaren of de EIC. De EIC gebruikte geweld om de Britse belangen
tot stand te houden. Een voorbeeld: de strijd om Bengalen. Handelaren uit FR en de
Republiek probeerden daar handelscontracten op te stellen met de lokale vorst en de
Mogolvorst deden daar te weinig tegen, ondanks hun afspraken met de Britten. Het Britse
leger geep in en het bestuur kwam in handen van de EIC. De Mogolvorst Shah Alam II moest
in 1765 het Verdrag van Allahabad tekenen. Hierin stond dat in de veroverde gebieden niet
de Mogolvorst, maar de EIC de belastingen zou gaan innen. De EIC gebruikte deze
belastingen om het leger te bekostigen en om handelsinvesteringen te doen. Het verdrag
paste goed in de veranderde machtsverhoudingen tussen GB en India. De Amerikaanse
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrtheschat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.84. You're not tied to anything after your purchase.