Samenvatting Uitgebreide woordenlijst (kwali & kwanti) van alle belangrijke begrippen en veel meer
21 views 1 purchase
Course
Methodologie Deel 3
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Dit is een woordenlijst dat eigenlijk zo goed als alles omvat. Het werd gebaseerd op de PPT's maar ook de boeken komen er in beperkte mate in voor. Ik heb het zelf echter wel geleerd met behulp van uitgebreide schema's die ik op papier maakte en steekkaarten met de belangrijkste opsommingen. Hierdo...
WOORDENLIJST KWALI
Woord Uitleg
Metafoor van analyse U bent het oerwoud aan het ontdekken en u ontdekt een ruïne en
van archeologische site wil die analyseren. Je gaat afbreken en opbouwen. Wat ligt hier
allemaal? Je gaat de stenen uit elkaar halen en ordenen. Het
nodeloos materieel haal je eruit. Dit afbreken wordt in kwalitatief
onderzoek omschreven als ‘coderen’, ‘indiceren’, ‘labelen’.
Nadien ga je opbouwen, de stenen op elkaar leggen terug hoe het
eruit zag. Het opbouwen wordt in deze metafoor gezien als de
blauwdruk van het gebouw dat we gaan reconstrueren.
Narratieve analyse Focus op de formele structuur van een boodschap. Niet enkel de
sequens van de gebeurtenissen, maar ook hoe het vertelt wordt
(de ‘plot’ van het verhaal). Het kijkt naar hoe een sequentie van
verbale uitingen verbonden is met een serie gebeurtenissen.
Je kijkt naar hoe mensen hun verhaal vertellen, hoe het verhaal
gestructureerd is. Vertellen ze het actief of eerder passief? Eerder
op de feiten gebaseerd of op emoties? Gaan ze over bepaalde
onderdelen eerder snel of traag?
Het lijkt sterk op conversatie analyse. Dit is een manier van
analyseren waarbij het verloop van het gesprek wordt
geanalyseerd. Het verschil is dat conversatie analyse minder
wordt teruggevonden in linguïstische kringen.
Kwalitatieve Coderen en interpreteren van inhouden van teksten. Hierbij gaan
inhoudsanalyse we heel gestructureerd teksten, documenten, etc. analyseren tot
heel diepe intuïtieve en diepgaande kwalitatieve analyses. Dit
gaat verder dan louter het tellen van inhouden (zoals bij
kwantitatieve inhoudsanalyse). Het doel is de teksten coderen en
codes opkuisen om ze tot relatie te brengen; afbreken en
opbouwen om dan te rapporteren.
Het bouwt een middel tussen de narratieve analyse en de
thematische analyse.
(Kritische) Focus op hoe taal betekenissen creëert en zo de werkelijkheid
discoursanalyse construeert, hoe taal de wereld vorm geeft. Taal is niet het
medium waar we de werkelijkheid begrijpen, maar taal
construeert de werkelijkheid.
De onderzoeker gaat te werk in drie fasen:
1. Kijken naar hoe taal ideetjes of betekenis construeren
2. Kijken naar variatie in het taalgebruik en naar
inconsistenties in de tekst
3. Kijken naar de gevolgen van de uitspraak of de tekst
Interpretatieve Hoe geven mensen betekenis aan hun omgeving? Hoe kijken ze
(fenomenologische) naar de dingen die ze meemaken en doen? Welke betekenis
analyse geven ze aan hun handelingen?
Het betreft een concrete analytische aanpak die sterk lijkt op de
grounded theory met eerst een codeerfase, dan een zoektocht
naar thema’s die uit interviews opborrelen en dan een
interpretatieve fase. De nadruk wordt hiermee gelegd op de
betekenisgevingsprocessen.
1
,Thematische analyse Men gaat op zoek naar thema’s of ‘betekeniseenheden’ in het
onderzoeksmateriaal. Men wil niet tot een theorie komen, wel
willen we weten welke thema’s aan bod komen. Het is eveneens
niet de bedoeling om de thema’s te linken aan elkaar of aan de
literatuur. We gaan bijgevolg op systematische wijze de grote
thema’s halen om deze te rapporteren. Het lijkt hiermee sterk op
de grounded theory, maar met veel minder theoretische ambities.
Dus men gaat wel open en axiaal coderen, maar nauwelijks
selectief coderen en men gaat wel de thema’s identificeren, maar
nauwelijks opzoek naar hun onderlinge samenhang.
In een eerste fase gaat men bijgevolg de data doorlezen en
coderen. In een tweede fase worden de fragmenten geordend en
in thema’s samengebracht.
Template analyse Variant van de thematische analyse. Het is één bepaalde
benadering van thematische analyse met veel nadruk op
deductief gebruik van een codeerschema. Je vertrekt van een
codeerschema dat je loslaat op de data. De nadruk ligt hierbij op
het hiërarchisch codeboek dat op voorhand is klaargemaakt, een
zogenaamde template.
In een eerste fase deel van de data coderen om dan in een tweede
fase het bestaande codeboek toe te passen op die data en
eventueel zelfs aangevuld indien nodig.
Grounded theory Grounded theory draagt twee cruciale termen in zich:
groundedness en theorie.
- Groundedness (gefundeerdheid) verwijst naar de empirie
waaruit de theorie moet voortkomen
- Theorie verwijst enerzijds naar de theorieën van de
theoretici, anderzijds naar de theorieën van de
onderzoekers
De grounded theory is afkomstig van Glaser en Strauss – 1967.
Het is heel inductief, wat wil zeggen dat je open naar de data
gaat en zo geleidelijk aan probeert er theorie uit te halen. De GT
wordt vaak gebruikt in de praktijk.
Merton spreekt daarom van Grand Theory en Middle range
theory:
- Grand theory (of theoreticitheorie) is een algemene
theorie die door auteurs ontwikkeld wordt om de hele
samenleving of het sociale leven te begrijpen in
basisconcepten. Deze theorie heeft een heel hoog
abstractieniveau en is niet ondersteund door empirisch
onderzoek.
- Middel range theory (of onderzoekstheorie) is een theorie
die ontstaan is in empirisch onderzoek en die door
onderzoekers gebruikt wordt om hypothesen uit af te
leiden en te toetsen.
2
, Elke theorie moet bijgevolg een logisch geheel zijn van
concepten die op een gestructureerde wijze samenhangen en
empirisch testbaar zijn (falsifieerbaar).
In deze cursus wordt gekozen voor de GT-benadering. Let wel,
het gaat niet om dé benadering, maar om één interpretatie ervan.
Deze interpretatie wordt aangevuld met de analysemethode van
Miles en Huberman die eerder deductief is. Hierbij wordt de
nadruk gelegd op het gebruik van grafische voorstellingen. Ze
werken met een conceptueel kader waarbij tabellen en
pijlenschema’s worden gebruikt.
Analytische inductie – Techniek die de ambitie had om kwalitatief onderzoek te
Florian Znaniecki verklaren, om causale relaties vast te stellen. Het doel is het
bekomen van algemeen geldende uitspraken.
Inductief Je ontwikkelt een theorie vanuit je data
Deductief Deductief onderzoek vertrekt vanuit theoretische, abstracte
concepten die via diverse onderzoeksstappen empirisch
onderzoekbaar worden gemaakt. Men vertrekt van een theorie,
waaruit een conceptueel kader en hypothesen worden afgeleid
die vervolgens getest worden.
Theoretische Dataverzameling en steekproeftrekking zijn verweven in een
steekproeftrekking iteratief, cyclisch proces. Je maakt niet aan het begin een lijst van
personen die je gaat interviewen. Je gaat mensen interviewen,
hierop baseer je je eerste hypothese. Dan stel je de vraag of er
ook mensen zijn met een andere mening en wordt je
doorgestuurd naar andere mensen. Je hoort hen en past je
hypothese aan. Dit is een herhalende cyclus. Deze laatste stap is
een discriminerende steekproeftrekking. Op basis van een
bepaald kenmerk selecteer je die persoon om te interviewen.
Sensitizing concepts Concepten die nog niet helemaal vast liggen, maar wel al een
richting geven. Theoretische concepten die je in je hoofd hebt
voor data-analyse die de onderzoeker gevoelig maakt voor
bestaande kennis zonder dat deze kennis het verwerven van
inzichten uit de gegevens in de weg staat.
Theoretische Verwijst naar de kennis en capaciteiten van de onderzoeker om
gevoeligheid van ruwe gegevens categorieën of thema’s te maken en hiervan
dimensies of eigenschappen te ontwikkelen. Het gaat om het in
staat zijn om betekenis te geven aan de data en om deze in
abstractere, meer wetenschappelijke eenheden te kunnen vatten.
Dit gaat deels om persoonlijk talent, maar kan ook deels
aangeleerd worden door een goede theoretische opleiding.
Uit wat je respondent zegt bepalen wat hij bedoeld. Bv: ‘ik heb
er geen goesting in’ → een goede onderzoeker zal dan meteen de
link maken met motivatie en zal er meteen over doorvragen.
Cyclisch proces op Eerste fase van de analyse = dat het cyclisch is! Je kan het
twee plaatsen in eigenlijk vergelijken met een moord onderzoek, je gaat mensen
onderzoek verhoren, op basis van die verhoren ga je nieuwe mensen
ondervragen, etc.
3
, Een eerste plaats is bij de steekproeftrekkingen. Bv. bij het
afnemen van interviews, analyse van interviews, aanpassing van
topiclijst, bijkomende interviews, analyse van interviews, etc.
Een tweede plaats is bij de analyse zelf, er is namelijk een
voortdurende vergelijking. We gaan de tussentijdse conclusie in
vraag stelen door nieuwe data te verzamelen, we gaan opzoek
naar falsificatie. Dit kan ofwel door bevestiging van de theorie of
door geen bevestiging. Bij deze laatste is er dan ofwel sprake van
echte falsificatie, ofwel een nuance. Daarnaast is er bij de
analyse zelf sprake van een proces van opbouwen en afbreken.
Falsificatie Info die ingaat tegen je hypothese. Het helpt je om echt tot een
theorie te komen.
Open coderen = In stukjes knippen om grip te krijgen op de data.
Er is nog geen codeboom, je kijkt heel open naar de data. Je gaat
de gegevens opdelen in kleinere delen die relevant zijn voor de
onderzoeksvraag en gaat codes toekennen aan die delen. Dit
gebeurt zonder concepten vooraf. Je kijkt naar je transcript en
gaat zinsfragmenten in stukken knippen en een label toekennen.
Het is een traag en intens proces waarbij je systematisch de tekst
gaat doorlopen en de fragmenten gaat opsplitsen. Aan elk
fragment ken je dan één of meerdere codes toe. Het is m.a.w.
lezen en labelen.
Axiaal coderen = Samenbrengen en beter organiseren.
We gaan losse codes verbinden tot een geheel (rond centrale
assen of axissen). Je gaat met andere woorden beginnen
opruimen door stapels te proberen organiseren en een structuur te
proberen vinden. Als er onder 1 code slechts 1 fragment werd
geplaatst en onder een andere code 300, dan moet je gaan
herverdelen, opruimen dus. We gaan ons focussen op de centrale
concepten, want die worden benoemd en aan de hand van de
open codes uitgewerkt.
Je hebt via open coderen alles een eerste keer doorgenomen en
op stapeltjes gelegd. Maar sommige stapeltjes zijn heel hoog,
anderen heel klein. Je zal dus het aantal codes moeten
herbekijken. Je zal codes waar maar één fragment onder zit
moeten samenvoegen, en codes waar veel fragmenten onder
zitten moeten splitsen. Je begint m.a.w. een codeboom te maken
met hoofdcodes en subcodes.
Het doel is om naar een theorie te evolueren door codes te
reduceren en opkuisen. En door codes te clusteren in concepten,
thema’s of categorieën. Zo zullen we stijgen op de
abstractieladder (inductief).
Selectief coderen We gaan de concepten met elkaar in verband brengen tot een
theorie. Vaak wordt één concept tot centrale categorie gekozen.
Je gaat echt komen tot een samenhang tussen de codes en daar ga
je over schrijven. Dit is het begin van een rapportage.
4
, De essentie is het verbinden van verschillende categorieën. We
gaan het verhaal van de respondenten opnieuw vertellen, maar
dan in de taal van het conceptueel kader.
Een manier om aan selectief coderen te doen is opzoek gaan naar
de kern categorie, de centrale categorie die terugkomt in alle
interviews of observaties. Die gaan we dan verbinden met een
groot deel van de andere concepten. Het is belangrijk dat deze
kerncategorie ‘grounded’ blijft (moet aansluiten bij de originele
gegevens). Deze manier van selectief coderen doen wij niet! Wij
werken met een codeboom met hoofd- en subcodes.
Softwarepakketten voor Softwarepakketten bieden hulpmiddelen en ondersteuning voor
kwalitatieve data- kwalitatieve data-analyse. Maar ze doen niet de analyse voor jou,
analyse het blijft de taak van de onderzoeker om strategieën en methoden
voor data-analyse te leren.
Consistentie Een onderzoeker kan opzoeken waar een bepaald woord
voorkomt, alle plaatsen van een code, etc. Als je een woord
opzoekt zie je meteen alle gevallen waarin dat woord voorkomt,
dankzij de zoekfunctie. Je kan gemakkelijk alle woorden zoeken
die onder een bepaald fragment horen. Je kan ook gemakkelijk je
data reorganiseren omdat je kan nagaan of alles wel juist staat.
Dat is consistent want je weet dat het over alle fragmenten gaat.
Alles wat je doet gebeurt automatisch en je weet dat het over
gans je dataset gaat. Terwijl als je het manueel doet weet je dat je
het risico loopt dat je al eens iets vergeet of overslaat.
Snelheid Een factoranalyse kan door software heel snel worden
uitgevoerd. Door de snelheid van software kunnen de
onderzoekers meer overwegen te doen.
Representatie Software stelt de onderzoeker in staat grafische voorstellingen te
maken van relaties tussen codes, tekstsegmenten of gevallen. Ze
helpen de onderzoeker om zijn gedachten over de data of de
theorie te visualiseren en te verdiepen.
Consolidering Software geeft de onderzoeker de mogelijkheid om veldnotities,
interviews, coderingen, etc. te bewaren op één plaats en zeer snel
van de ene activiteit over te schakelen op de andere om zo meer
data tegelijkertijd te bekijken. Het samenbrengen van je data op
één plaats laat je toe om alles in één beweging te analyseren.
Eerste kennismaking Indien men de data zelf heeft verzameld en uitgeschreven heb je
met het materiaal al een bepaalde voorsprong. Indien dit niet het geval is, is het
belangrijk dat je de data eerst grondig gaat doorlezen en zeker
niet meteen begint te coderen. Voor je in die fragmenten duikt,
moet je namelijk de respondenten al een beetje kunnen
voorstellen, zodanig je ze bekijkt als mens in plaats van als
fragment/interview. Bekijk het interview eveneens in zijn geheel,
niet in stukjes.
Typische onzekerheden bij de eerste kennismaking:
- ‘alles is belangrijk’ → er is geen ‘juiste’ weg. Je moet
voortdurend keuzes maken, die keuzes hoeven niet
perfect te zijn zolang je maar transparant bent en de
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller GOOAM. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.