❖ Een fysische fixatie geeft een goede morfologie e.g. met hitte of met vries
technieken
❖ Een chemische fixatie geeft een goed antigeniciteit e.g. alcohol en aceton deze
zijn coagulerned (denaturerend) → goed wanneer je een antilichaam kleuring
doet of zoekt naar de enzyme activiteit
❖ Vooral formadelhyde wordt gebruikt als fixatie, dit is een cross-linker die
waterstofbruggen creëert → geeft een goede morfologie
❖ Voordat weefsel wordt uitgesneden kom het bij de secretariaat waar het een
unieke T-code krijgt, met de klinische gegevens van de patiënt en het materiaal
❖ Dan komt het in de uitsnijkamer en wordt het gesampeled → besluit over welke
technieken er wordenen gebruikt, er wordt ervanuit gegeaan dat alle technieken
nodig zijn voor de diagnose!
❖ Er zijn standaard procedures voor verschillende biopten en weefsel
❖ Goed afzuiging is nodig in de uitsnijkamer
❖ Lamelleren = het snijden in plakken e.g. van een tumor → er worden dan naar
verschillendegebied gezocht van een tumor, de voorzijde en achterzijde worden
altijd gemarkeerd met inkt (dit blijft dan ook in het weefsel zitten)
❖ Bij e.g. borstbiopten worden rontgenfotos gemaakt eerst om de tumor te vinden,
sinds deze soms moelijk te zien en te voelen zijn
❖ De uitgesneden weefsels moeten passen in de casettes, deze worden ook
gecodeerd zodat biopten van verschillende patienten kunnen worden
uitgescheden
❖ Matjes worde gebruikt voor het automatisch inbedden en voor heel klein
materiaal ook
❖ Een cryostaat wordtgebruikt voor vriescoupes, zeker bij spoedgevallen e.g. als
een patiënt al in de operatiekamer ligt
❖ Liquid nitrogen wordt gebruikt, dit moet snel ingevroren worden zodat je mooie
ijskristallen krijgt → anders eindig je met een slechte morfologie
❖ Amorisch = goede morfologie, kristalijs = slechte morfologie
❖ Na de uitsnijkamer en fixatie wordt het weefsel doorgevoerd door de
histoprocessor, hier wordt het bedekt met parafifine
❖ Wanneer je fixeert met formaldehyde moet het weefsel eerst door een
oplopende series van alcohol → dit is omdat paraffine vettig is en formaldehyde
is juist een waterige stof
❖ Formaldehyde pentreert het weefsel 1 mm/uur, terwijl glutaanaldehyde het
weefsel 0.1 mm/uur penetreert → glutaanaldehyde is een sterkere stof dan
formaldehyde
, ❖ Na het doorvoeren wordt het weefsel inbed, hier is orientatie heel belangrijk
❖ Wanneer dit proces wordt gedaan is het een regel om maar een casette open te
hebben om verwisseling van materiaal te voorkomen en er wordt altijd gericht
inbed, qua grootte en orientatie
❖ Dan worden de coupes gesneden (5 um) en wordt met een eiwitoplossing op een
glaasje losgelaten → rest coupes worden ook bewaard voor de zekerheid
❖ Daarna wordt er gekleurd, sommige nog met de hand als er een analystich oog
bij nodig is maar de meeste kleuringen gebeuren nu automatisch
❖ Per patiënt worden de kleuringen verzameld en handmatig gecontroleerd op
kwaliteit en wordt dan afgemeld bij het lab voor administratie waar de patholoog
het weefsel kan beoordelen
❖ De HE-kleuring wordt vrijwel bij elke weefsel (basis) gebruikt
❖ De PAS kleuring kleurt goed de celmembranen
❖ De MZ kleurt de basale celmembranen → dit zijn dan speciele kleuringen
❖ Bij immunohistochemie kleur je d.m.v. antilichamen → specifieke epithopen
worden herken en gelabeld wat dan een kleurresultaat geeft
❖ Er zijn direct en indirect methodes
❖ De kernen worden dan tegengekleurd met hematoxyline
❖ De enzymeactiviteit wordt aangetoond met een kleur wanneer het product wordt
afgebroken e.g. nieren of spieren → dit wordt gedaan om de activiteit en
lokalisatie te bekijken
❖ Wanneer lichtmicroscopie niet genoeg is wordt de elektronenmicroscoop gebruikt
❖ In situ hibridisatie wordt vooral gebruikt bij mamabiopten → een stuk DNA wordt
dan gelabeled en wordt d.m.v. amplificatie aangetoond
❖ issue micro-array is wanneer verschillende biopten worden verzameled in een
blok voor snelle kleuring en beoordeling van de immunokleuringen → hier moet
wel goed opgelet worden dat alles goed gecodeerd is!
❖ Bij kleuringen is er een interactie tussen de kleuren en de weefsel op een
zuur-base principe en waterstofbindingen (deze zijn dan heel sterk!)
❖ Sommige kleuringen hebben wel een bepaalde lading nodig of concentratie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kelly-lan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.