Overzichtelijke samenvatting van de tentamenstof voor Gebouwtechniek, Water- en Energiemanagement. Dit is onderdeel van het tentamen Facility Management & Technologie.
Samenvatting Gebouwtechniek,
water- en energiemanagement
1. Begrippen NEN-EN-ISO-41011
1.1. Termen in verband met Facility Management
Facility Management | organisatorische functie die mensen, locaties en processen integreert binnen de bebouwde
omgeving, met als doel de levenskwaliteit van mensen en de productiviteit van de kerntaken te verbeteren.
Interne dienstverlening | levering en beheer van een dienst door eigen medewerkers van de demand organisatie
Ondersteunende dienst | niet-primaire activiteit die wordt geleverd ter ondersteuning van kernactiviteiten.
Facilitaire dienstverlening | levering van ondersteuning voor de primaire activiteiten van een organisatie, geleverd
door een interne of externe dienstverlener.
Facilitair proces | geïntegreerd proces dat wordt beheerd door een facility management-organisatie.
Behoefte | verwachting, specifiek of globaal, om de demand organisatie in staat te stellen om de primaire
doelstelling en de hoofddoelstellingen te bereiken.
Eis | behoefte of verwachting die kenbaar is gemaakt, vanzelfsprekend of dwingend is voorgeschreven.
Vraag | gestelde eis voor te leveren diensten of producten.
Dienstverleningsniveau | complete beschrijving van eisen van een product, proces of systeem met de bijbehorende
karakteristieken.
Service Level Agreement (SLA) | document waarover overeenstemming is bereikt tussen de demand organisatie en
een dienstverlener, aangaande prestaties, meting en de voorwaarden voor het leveren van een dienst.
Dienstverlener | organisatie die één of meer facilitaire diensten levert.
Werkplek | fysieke locatie waar werkzaamheden worden uitgevoerd.
Werkstation | locatie die meubilair en ondersteunende middelen (inclusief telefoon, IT en elektriciteitsaansluiting)
bevat, en specifiek ontworpen of geschikt is voor werkgerelateerde activiteiten en voor permanent gebruik.
Kernactiviteit | entiteit waarvan behoeften worden afgeleid.
1.2. Termen in verband met assets
Asset | item, object of entiteit die/dat potentieel heeft of actuele waarde toevoegt aan een organisatie.
Assetmanagement | gecoördineerde activiteit van een organisatie om toegevoegde waarde van assets te realiseren.
Onroerend goed | aard- en nagelvast eigendom, inclusief opstallen, grond en onbebouwde grond.
Bebouwde omgeving | verzameling gebouwen, externe werken (aangelegde gebieden), infrastructuur en andere
constructies binnen een gebied.
Infrastructuur | systeem van faciliteiten, apparatuur en diensten die nodig zijn voor het operationele proces van een
organisatie.
Faciliteit | verzameling van assets dat is gebouwd, geïnstalleerd of gevestigd om de behoeften van een entiteit te
ondersteunen.
,1.3. Termen in verband met mensen
Organisatie | persoon of groep personen die zijn eigen functies heeft met verantwoordelijkheden, bevoegdheden en
relaties om haar doelstellingen te realiseren.
Opmerking: Het begrip organisatie omvat maar is niet beperkt tot eenmanszaak, bedrijf, vennootschap, firma, onderneming, autoriteit,
partnerschap, liefdadigheidsinstelling of genootschap, of een deel of combinatie daarvan, wel of niet erkend als rechtspersoon, publiek of
privaat.
Demand organisatie | entiteit die een behoefte heeft alsmede de bevoegdheid over een budget om aan de eisen te
voldoen.
Opmerking: in de regel is dit een geautoriseerde vertegenwoordiger binnen een functionele afdeling van een organisatie.
Top management (ook wel uitvoerend management) | persoon of groep personen die een organisatie op het
hoogste niveau bestuurt en beheert.
Belanghebbende (stakeholder) | persoon of organisatie die een besluit of activiteit kan beïnvloeden, door een besluit
of activiteit kan worden beïnvloed, of zichzelf beschouwt als beïnvloed door een besluit of activiteit.
Competentie | vermogen om kennis en vaardigheden toe te passen om de gewenste resultaten te bereiken.
Eindgebruiker | persoon of organisatie die producten of diensten van een leverancier gebruikt.
1.4. Termen in verband met sourcing
Overeenkomst | afspraak overeengekomen tussen de demand organisatie en de leverancier van de diensten of
producten.
Opmerking: dit dient een schriftelijke overeenkomst te zijn waarin de eisen, voorwaarden, kosten het niveau van de middelen en de output zijn
vastgesteld.
Contract | overeenkomst die twee partijen afsluiten over het afnemen van een product tegen betaling.
Specifieke eis | gedetailleerde omschrijving van de noodzakelijke prestatie en/of technische eisen voor diensten of
producten en processen, opgesteld door de demand organisatie om de eisen waaraan moet worden voldaan
duidelijk te maken aan een dienstverlener.
Implementatiefase | fase waarin alle bronnen, systemen, data en procedures worden vastgesteld en
geïmplementeerd om volledige verantwoordelijkheid te kunnen dragen voor de facilitaire dienstverlening zoals
vastgelegd in de facility managementovereenkomst.
Afbouwfase | fase waarin de facilitaire dienstverlening opnieuw wordt overgedragen aan de demand organisatie of
aan een nieuwe dienstverlener, zoals gespecificeerd in de facility managementovereenkomst.
Onderaanneming | proces waarbij een onderaannemer wordt ingeschakeld.
Onderaannemer | organisatie die door de dienstverlener wordt ingeschakeld om een specifiek deel van de
dienstverlening uit te voeren.
Sourcing | methode om interne en externe dienstverleners in kaart te brengen, te beoordelen en in te schakelen om
diensten of producten te leveren die voldoen aan specifieke eisen.
Inkoop | activiteit voor het verkrijgen van producten of diensten van leveranciers.
Opmerking: het inkoopproces omvat de gehele levenscyclus van het in kaart brengen van behoeften tot het einde van een
dienstverleningscontract, of het einde van de levensduur van goederen, inclusief verwijdering.
Toeleveringsketen | systeem van organisaties, mensen, activiteiten, informatie en middelen dien betrokken zijn bij
de levering van een product of dienst aan een eindgebruiker door een leverancier.
Uitbesteden | overeenkomst sluiten waarbij een externe organisatie een deel van de organisatiefunctie of het
organisatieproces uitvoert.
Opmerking: een externe organisatie valt altijd buiten de reikwijdte van het managementsysteem.
Uitbestede taak | levering van een enkelvoudige dienst door een externe dienstverlener.
, Insourcen | overeenkomst sluiten om een externe dienstverlening te verplaatsen naar interne dienstverlening.
Due diligence | samenstelling, uitvoerige beoordeling en validatie van de informatie die een organisatie nodig heeft
voor het beoordelen van de nauwkeurigheid, commerciële integriteit, financiële stabiliteit en de integriteit van
functionele competenties in het toepasselijke stadium van de overeenkomst over het sourcing proces.
Verklaring van de methodiek | document waarin de dienstverlener de vragen, zoals uiteengezet in de specifieke eis
en Service Level Agreement, vertaalt in een leveringsplan inclusief de benodigde middelen, toewijzingen en
werkwijzen.
1.5. Termen in verband met het proces
Proces | geheel van samenhangende of elkaar beïnvloedende activiteiten die input omzetten naar output.
Product | resultaat van een proces, onderverdeeld in diensten, software, hardware en verwerkte producten.
Opmerking: producten kunnen tastbaar en niet-tastbaar zijn.
Activiteit | taak of taken die een bijdrage levert/leveren aan de totstandkoming van een levering.
Dienst | vergankelijke, niet-fysieke activiteit uitgevoerd voor een entiteit.
Systeem | geheel van samenhangende processen, technologieën en/of procedures.
Conformiteit | voldoen aan een eis.
Afwijking | niet voldoen aan een eis.
Corrigerende maatregel | maatregel mo de oorzaak van een afwijking weg te nemen en herhaling te voorkomen.
Continue verbetering | zich herhalende activiteit om prestaties te verbeteren.
1.6. Termen in verband met financiering
Zero-based budgettering | werkwijze waarbij gebruik wordt gemaakt van gedetailleerde assetlijsten en technische-
en prestatienormen om een inschatting te maken van de benodigde behoeften aan middelen, en
markteenheidskosten om een totaalbudget te creëren zonder verwijzing naar eerdere uitgavenniveaus.
Business case | document met een samenvatting van de reikwijdte, voordelen, kosten en risico’s van een
oplossingsvoorstel voor een behoefte van een bedrijf.
Levensduurkosten | totaal aan kosten (in netto contante waarden) die men verwacht uit te geven aan assets
gedurende het operationele bestaan ervan.
Open boek | transparante uitwisseling van relevante informatie (met name kosten) tussen het facility management,
de dienstverlener en de demand organisatie.
1.7. Termen in verband met algemene bedrijfsvoering
Kwaliteit | mate waarin een geheel van inherente kenmerken van een object voldoet aan eisen.
Beleid | intenties en richting van een organisatie, zoals formeel kenbaar gemaakt door het top management.
Risico | effect van onzekerheid.
Opmerking: een effect is een afwijking van de verwachting, positief of negatief. Onzekerheid is de toestand die in meer of mindere mate te
wijten is aan een gebrek aan informatie aangaande het begrip of de kennis van een gebeurtenis, en de gevolgen en de waarschijnlijkheid ervan.
Primaire activiteiten | activiteiten die kenmerkend zijn en onmisbare competenties vormen in de waardeketen van
de organisatie.
Managementsysteem | geheel van samenhangende of elkaar beïnvloedende elementen van een organisatie om een
beleid en doelstellingen vast te stellen, plus de processen om die doelstellingen te bereiken.
Opmerking: een managementsysteem kan betrekking hebben op één of meerdere disciplines. De elementen hiervan omvatten de
organisatiestructuur, rollen en verantwoordelijkheden, planning en uitvoering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauramulder4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.40. You're not tied to anything after your purchase.
