100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting jeugdwerk en jeugdzorg $5.38   Add to cart

Summary

Samenvatting jeugdwerk en jeugdzorg

1 review
 73 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting jeugdwerk en jeugdzorg door Carmen Leenknecht

Preview 4 out of 31  pages

  • June 17, 2022
  • 31
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: kintinamoerenhout86 • 5 months ago

avatar-seller
Pijler 1 geschiedenis jeugdwerk en jeugdzorg

Twee centrale vragen en spanningsvelden

- welke zaken zijn vandaag nog herkenbaar in sociaal werkpraktijken?
- waarom zijn jeugdwerk en jeugdzorg afzonderlijke sectoren?

Spanningsvelden:

- Georganiseerd >< zelforganisatie

Jeugdzorg (initiatief volwassenen ter socialisatie jeugd) tegenover jeugdbeweging (voor en
door jongeren)  spanning blijft bestaan (steun, advies, subsidies vs overhevelen naar)

- Afzonderlijk jeugdlandschap >< betrokken op maatschappij

Jeugd beschermen tegen gevaren maatschappij (minder recht van spreken in
volwassenenwereld)  visie bestaat nog steeds in jeugdzorg

Periode 1: ontstaan kind (17e – 18e eeuw)

- Middeleeuwen: kind = miniatuurvolwassene, zsm geïntegreerd in volwassenwereld
- Verlichting “het kind” = opvoeden, pedagogiseringsproces leefwereld kinderen
(georganiseerde en gestructureerde setting)  uitbreidende professionalisering en
institutionalisering van aspecten opvoeding  democratisering onderwijs (kinderen uit meer
verschillende sociale lagen naar school)  massificatie onderwijs  langere leerplicht en
stijgende participatiegraad aan verschillende onderwijsniveaus
- Uitbouw kinderopvang en jeugdwerk (pedagogiseringsoffensief) + volwassenen komen in
beeld  juiste info, inzichten, vaardigheden en houding bijbrengen bij “tekort/probleem”

Periode 2: bezorgdheid om jeugd (1850 – 1945)

- Industrialisatie (kloof arm/rijk)  sociale kwestie (morele verloedering arbeidersklasse)
 nadruk op opvoeding en preventie (basis jeugdwerk/zorg)
- Pedagogische paradox = opvoeden gebeurt in private sfeer maar heeft belangrijke publieke
en maatschappelijke functie: produceren van geïntegreerde burgers (oorzaak slecht
burgerschap bij opvoeding)  overheid mag ingrijpen in opvoeding (nu = preventie)

Kinderbeschermingswet 1912  introductie 48 urenweek  onderwijs en vrije tijd arbeidersklasse
 afgescheiden periode tussen kind en volwassen = adolescentie (ontstaan jeugdland)

Conclusie: jeugdwerk en jeugdzorg aangestuurd vanuit bescherming en emancipatie  jeugd
socialiseren tegenover zwakke groepen met eigen idealen, belangen en doelstellingen

Periode 3: differentiatie en discussie (1945 – 1975)

- Na oorlogse optimistische periode, ontwikkeling UVRM, verzorgingsstaat, vrijetijdsindustrie
- Jaren 50: niet bereikte, zich vervelende massajeugd  nadruk op hersocialisering arbeiders
 jeugdwerk per klasse (consumptiepatroon = moral panic)  stijging criminaliteit
- Jaren 60: emancipatiegolf naar welvaartsstaat  jeugdwerk interventiedomein overheid
- Jaren 70: economische crisis  jeugd als voorbereiding volwassenheid (jeugd beschermd)

Opvoeding en heropvoeding centraal: aanpassen via resocialisatie en preventief ingrijpen op kind als
slachtoffer van slechte opvoeding (jeugdzorg)

,Ontstaan jeugdwelzijnswerk: jeugddiensten en jeugdraden (emancipatie en inspraak, jeugdwerk)

Evolutie jeugdwerk  geen monopolie op vrije tijd door commerciële circuits, per klasse
organiseren, hersocialiseren ongeschoolde arbeid, inspraak en emancipatie op beleidsniveau

Evolutie jeugdzorg  kinderbeschermingswet 1965 (criminaliteit stijgt), MOF, beschermen,
preventie, heropvoeden, liever ambulant maar plaatsingen stijgen

Periode 4: twijfel en herbezinning (1975 – 1990)

- Pessimistische kijk, vooruitgangsdenken botst op verzorgingsstaat
- Jongeren = verloren generatie  tewerkstelling en vorming + welzijnsbenadering
(maatschappelijke kwetsbaarheid)
- Jeugdwerk voor specifieke thema’s en doelgroepen  overheidssteun werkingen kansarme
jeugd (positief discriminerende interventies)
- Decentralisatie jeugdwerk = lokale jeugdwerkinitiatieven en differentiatie werksoorten

Decreet van 1985: uitbreiding en verbreding beschermingsgedachte  mogelijkheid tot vrijwillige en
gedwongen maatregelen binnen jeugdzorg (focus naar jongere)

IVRK  debat over kinderrechten op vlak van zelfstandigheid en zelfcontrole

Periode 5: the future is ours (1990 – nu)

- Stijgende armoedeproblematiek, stedelijke problematieken, opkomst superdiversiteit door
globaliserende samenleving  individualistische insteek van de mens
- Jongeren als toekomst met rechten en plichten  actief burgerschap + sociale activatie
- Jeugdzorg  rechtspositie minderjarige en alternatieve afhandelingsvormen (participatie)
- Jeugdwerk  focus individuele fouten en tekort sociaal kapitaal en overheidsinvestering op
projectwerk ipv welzijnsbenadering + decentralisatie, uitbouw beleid en experimenteel

Pijler 2 Europees competentiemodel voor jeugdwerk en jeugdzorg

Competenties = globaal systeem van waarden, attitudes, overtuigingen, vaardigheden en kennis dat
we op een succesvolle manier inzetten voor complexe situaties en taken (zelfvertrouwen, motivatie
en welbevinden zijn belangrijke voorwaarden om de eigen competenties waar te maken)

1. Individueel en collectief leren in verrijkende omgeving faciliteren  dialoog en samenwerking
opzetten, ondersteunen in ontplooiing door gepaste methodieken (empowerment)
2. Programma’s opzetten  groepen en contexten leren kennen, noden en realiteiten
tegemoetkomen, thema’s op de publieke agenda zetten
3. Resources organiseren en managen  financieel management, kennis wetgeving, begrijpen
waarden van organisatie of team, inschatten impact project
4. Samenwerken in teams  bijdragen aan teamwerk, professionele relaties onderhouden,
collega’s motiveren en ondersteunen, verantwoordelijkheid opnemen en meedraaien
5. Betekenisvol communiceren met anderen  positieve relaties, constructief en empathisch
omgaan met emoties, persoonlijkheden en inspiratie/intuïtie
6. Interculturele competenties inzetten  communicatie en samenwerking mogelijk maken
7. Netwerken en belangen behartigen  partnerschappen tussen relevante actoren, sector
versterken, aandacht politiek veld en burgerschap
8. Evaluerende praktijken ontwikkelen en gepaste veranderingen implementeren  ondersteunen
en empoweren van jongeren, omgeving en samenleving (collectieve acties, sociale verandering)

,Authentieke basishouding, intuïtie volgen, eigen referentiekader en aannames bevragen 
authentieke relaties en interacties hebben impact op jongeren (betekenisvolle meerwaarde)

Pijler 3 kijken naar jeugdwerk en jeugdzorg – basisprincipes

Sector vs landschap

- Inspelen op wereld en samenleving  ingebedde praktijken: komen tot stand door en geven
mee vorm aan maatschappelijke en politieke context
- Sociaal cultureel werk vs praktijken  praktijken kunnen zich ook buiten formele sociaal
culturele sector ontwikkelen  jeugdpraktijken bevinden zich op grens met andere
domeinen zoals onderwijs, welzijn, sport en samenlevingsopbouw

Categoriaal vs sectoraal werken

- Categoriaal: één specifieke doelgroep vs sectoraal: binnen sector of beleidsdomein
- Jeugdbeleid = categoriaal  kinderen en jongeren + doorkruist sectorale beleidsdomeinen
- Jeugdbeleid = sectoraal  jeugdwerk (inclusief met sport en cultuur met eigen minister,…)
- Jeugdzorg en jeugdhulp = kruispunt categoriaal jeugdbeleid en sector welzijn

Categoriale dimensie toegevoegd wanneer sectorale aanpak voor groep niet optimaal werkt 
afzonderlijk categoriaal beleid vanwege specifieke noden jongeren  evolueren naar integraal
jeugdbeleid? (zaken aftoetsen bij jongeren die deelnemen aan samenleving)

Hoe, wat en waarom?

- Opdeling jeugdwerk en jeugdzorg  hoe en wat zijn relevant maar waarom duid op kern
organisatie  wat willen ze bereiken? Waartoe dragen ze bij in de samenleving?
- Zoeken naar manier om mee vorm te geven aan democratische samenleving (belang
inspraak, participatie en emancipatie jongeren aangekaart) op 1 e plaats (hoe en wat)
- Manier waarop organisatie zichzelf vormgeven, welke methodieken ze hanteren op 2 e plaats

Hybride praktijken: schotten tussen domeinen doorbreken

- Jeugdpraktijken = actieve inzet met en voor jongeren rond thema of problematiek
- Vraag naar definiëren op tafel wanneer subsidie of ondersteuning nodig is (focus hoe en wat)
- Hybride praktijken = beleidsactoren zien deze als ontwikkelende praktijken, experimentele fase
omdat ze verschillende elementen combineren uit verschillende domeinen, werkvelden,…
- Bruggen bouwen tussen jeugdwerk en jeugdzorg  ruimte voor hybriditeit en kruispunten

Handvatten bij het bestuderen van jeugdlandschap

Werkingsgebied: lokaal/gemeente, regionaal/provincie, Vlaams en federaal niveau  hangen samen
door erkenning en subsidieringsmechanismen

Aard/niveau praktijken: mate direct contact met doelgroep  eerstelijns (jongeren zelf), tweedelijns
(jeugdwerkers) en derdelijns (bovenbouworganisaties) vormen brug tussen overheid, beleid en 2 e lijn

Werksoorten, werkvormen en modules: informatie en participatie, culturele educatie, politiek,…

Functie van jeugdwerk of initiatieven: doelstelling en functie  angst om als organisatie in functie
van andere beleidsdoelstellingen ingezet te worden

Doelgroep van jeugdwerkinitiatieven: wachtlijsten beperken, aanbod definiëren,…

, Pijler 4 positieve welzijnsbenadering vanuit diverse sociaal pedagogische theoretische kaders

Sociaal ontwikkelingsmodel

- Inzicht factoren die rol spelen bij ontstaan/ontwikkeling probleemgedrag jongeren
- Onderliggende (risico en beschermende) factoren in relatie tot ontwikkelingsfasen en
verschillende opvoedingsdomeinen waarin ze opgroeien  beschermende factoren
beschermen in interactie met elkaar tegen risico’s bij jongeren

Voorwaarden voor gezonde ontwikkeling volgens het sociaal ontwikkelingsmodel

- Gezonde opvattingen en duidelijke normen: omgeving waarin volwassenen consequent
gezonde opvattingen en duidelijke normen voor gedrag naleven en uitdragen
- Bindingen: sterke band van belang om kans op ontstaan probleemgedrag te verkleinen
- Individuele karakteristieken: moeilijker te beïnvloeden (omgeving moet rekening houden)
- Kansen, vaardigheden en erkenningen: kansen aanbieden tot participatie (zinvolle bijdrage
leveren aan verbanden, verantwoordelijkheid), benodigde vaardigheden kunnen ontwikkelen
(optimaal gebruik maken van kansen en succesvol participeren) en erkenning/waardering
krijgen voor betrokkenheid en inzet

Positive youth development

- Overzicht voorwaarden om optimaal te ontwikkelen  nadruk op mogelijkheden en kansen
om te ontwikkelen tot succesvolle volwassenen
- Holistische kijk op ontwikkeling en opgroeien  aandacht aan alle aspecten van ontwikkeling

Optimale ontwikkeling vindt plaats in omgeving die competentieontwikkeling stimuleert en die jeugd
kansen biedt om deze vaardigheden te benutten en te generaliseren  bevorderen van volgende:

- Fysieke en psychische veiligheid van kinderen
- Kansen voor betrokkenheid
- Positieve sociale normen
- Ontwikkeling van vaardigheden

Interventies en beschermende factoren die bij lijken te dragen aan positieve ontwikkeling en
vermindering van probleemgedrag  interventies hebben gemeenschappelijke componenten

- Inzetten op competentieontwikkeling van jongeren op micro en meso systeem
- Inzetten op bevorderen persoonlijke effectiviteit (waar je goed in bent, energie krijgt)
- Beïnvloeden van duidelijke standaarden voor gedrag uitgedragen door micro systeem
- Inzetten op bevorderen van gezonde binding met volwassen, leeftijdsgenoten en kindjes
- Inzetten op bieden van kansen voor participatie en erkenning inzet en betrokkenheid
- Betrekken meerdere leefgebieden verhoogt mate van effectiviteit

Onderzoek naar interventies die op individueel niveau verandering brengen en interventies die zich
richten op het micro (gezin, school,…) en mesoniveau (verbanden tussen microsystemen) 
pogingen om op systeemniveau veranderingen te brengen kunnen succesvol zijn  rekening houden
met volgende beschermende factoren wanneer je zelf aan de slag gaat hiermee

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Loukadoyen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.38  2x  sold
  • (1)
  Add to cart