samenvatting boek orthopedagogiek antwoorden op vraagstellingen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
IPO 2B
All documents for this subject (18)
Seller
Follow
nikkibruinen
Reviews received
Content preview
Samenvatting boek: De antwoorden op de vraagstelling
HOOFDSTUK 1: DE ORTHOPEDAGOGISCHE VRAAGSTELLING
Het ontwikkelen van een kind wordt beïnvloed door de omgeving. Hierin
spelen zowel ‘onbedoelde’ leermomenten een rol als ‘bedoelde’
leermomenten. (Momenten die bewust als leermoment worden ingezet vs.
Dingen die het kind oppakt in het dagelijks leven). Kinderen spelen echter
zelf ook een rol in hun ontwikkeling en zijn niet geheel passief. Ook in
‘normale’ opvoeding lopen ouders en kinderen soms tegen problemen
aan. De ouders gaan dan in overleg met bekenden en besteden even extra
aandacht aan het opvoedprobleem tot het is opgelost. Daarna denken ze
er niet meer over na. Als het niet meer op te lossen is omdat de ouders en
het kind het niet meer met elkaar eens worden kan er een stagnatie in
opvoeding ontstaan die de ontwikkeling van het kind in gevaar brengt.
Wanneer er een stagnatie in opvoeding is, is dat te merken aan het
gedrag van het kind. Het is van belang om dan op zoek te gaan wat de
‘opvoedingsvraag’ is. Oftewel; waar liggen de opvoeder en het kind niet op
een lijn over de behoefte van het kind?
HOOFDSTUK 2: HET OPVOEDINGSPROCES NADER BESCHOUWD
In het opvoedingsproces is er sprake van een wisselwerking tussen
ontwikkelingsaspecten, de opvoedingsdimensies en de beïnvloedende
omstandigheden. Deze wisselwerking zorgt ervoor dat een kind zich goed
kan ontplooien. Maar wanneer die wisselwerking niet optimaal is kan het
zorgen voor stagnaties (p. 19)
De ontwikkelingsaspecten nader beschouwd
Het affectieve aspect; gaat over het kind als gevoelsmens; het gaat om de
relationele en emotionele ontwikkelen en de manier waarop het kind
hierdoor beïnvloedt kan worden (door gevoelens en emoties). Dit kan
worden beïnvloed door 5 dingen:
opvoeding en opvoedingsmilieu à hoeveel affectie geven de opvoeders het
kind, verbaal en non-verbaal? Hoeveel affectie ziet het kind in zijn
omgeving?
het kind zelf à in hoeverre stelt het kind zich open voor affectie?
samenhang met cognitieve en conatieve aspect à Cognitief: emoties en
gevoelens worden benoemd en daarom begrepen. Hierin speelt
bijvoorbeeld taal een rol. Conatief: hetgeen waar het kind voor ‘kiest’ zal
hem ook het meest beroeren.
De aanleg à erfelijke predispositie voor emotionele kwetsbaarheid
Culturele invloeden à culturele mening over hoe je met gevoelens om
moet gaan Het cognitieve aspect; gaat over de ontwikkeling van het
kennen en de kennisverwerving. Het begrijpen van de wereld, waarnemen,
concreet denkend ordenen etc. Twee belangrijke factoren in het cognitief
ontwikkelen zijn cognitief analytisch vermogen en flexibiliteit.
Ook deze ontwikkeling wordt beïnvloed door 5 dingen:
, opvoeding en opvoedingsmilieu à Kan het kind zich voldoende focussen op
kennis verwerven of moet het zich focussen op overleven? Wordt het kind
gestimuleerd? Leert de opvoeder het kind hoe het kan leren? Helpt de
opvoeder het kind zijn emoties te interpreteren?
het kind zelf à Hoe groot is de ontwikkelingsbereidheid? De drang om te
leren?
samenhang met affectieve en conatieve aspect à affectief: als dit aspect
onder druk staat zal het kind zich hierop focussen en niet op het
cognitieve aspect. Als het kind zich aanpast aan de wensen van de
opvoeder om teleurstelling te voorkomen kan dit leiden tot faalangst en
cognitieve ontwikkeling stagneren. Conatief: als het kind te onzeker is en
van zichzelf niet verwacht dat het kan leren of juist zich te goed voelt en
beter dan anderen zal het kind niet genoeg leersituaties aangaan.
De aanleg à Welke aanleg heeft het kind? Hoe werken verschillende
aanlegfactoren samen? Kan dit los worden gezien van omgevingsfactoren?
Culturele invloeden à interesses van de omgeving, de beschikbaarheid van
kennis etc Het conatieve aspect; gaat over de ontwikkeling van het
streven naar ontplooiing vanuit de eigenheid; in hoeverre heeft het kind
behoefte om te ontplooien? Kijkt naar de mens als zelf kiezend wezen. Het
kind moet de kans krijgen om – in zekere mate – zelf te kiezen hoe hij zich
ontplooit. De eigenheid is voortdurend in ontwikkeling. Ook deze
ontwikkeling wordt weer beïnvloed door 5 dingen:
opvoeding en opvoedingsmilieu à Heeft het kind de ruimte om zich hier op
de focussen? Is het kind veilig gehecht en voelt het zich veilig genoeg om
hierin te ontwikkelen? Het kind moet leren rekening houden met anderen,
leren over normen en waarden etc.
het kind zelf à hoe groot is de drang om zelf keuzes te maken en dit te
uiten? Wat zijn persoonlijke drijfveren?
samenhang met affectieve en cognitieve aspect à affectief: als dit aspect
onder druk staat zal het kind zich hierop focussen en niet op het conatieve
aspect. Cognitief: als het emoties niet goed herkent of begrijpt kan hij
situatie verkeerd inschatten en dit kan de conatieve ontwikkeling
stagneren.
De aanleg à wat heeft het kind in aanleg meegekregen in mogelijkheden
en beperkingen?
Culturele invloeden à wat is per cultuur belangrijk voor de zelf ontplooiing?
In hoeverre wordt het kind vrijgelaten?
Opvoedingsdimensies nader beschouwd
Relatie aangaan en onderhouden (opvoederspresentatie): de relatie
tussen kind en opvoeder wordt gekenmerkt door de verantwoordelijkheid
van de ouder en de afhankelijkheid van het kind. Deze relatie ontstaat
tijdens de geboorte en wordt constant gevoed door onderlinge
communicatie. Het gaat om de wijze waarop de opvoeder zich als persoon
toont, zich kenbaar maakt.
Klimaat scheppen en aanpassen: De manier waarop de opvoeder de
omgeving en dagelijkse routine vormgeeft. De omgeving heeft zowel een
materiële kant als een immateriële kant. Materieel: het huis, de meubels,
verdeling van geld, eten etc. Immaterieel: de sfeer, ritme van activiteit en
rust, regelmaat etc. Dit is goed als het kind zich er ‘happy’ in voelt en zich
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikkibruinen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.60. You're not tied to anything after your purchase.