Alle college aantekeningen van aansprakelijkheidsrecht voor 2e jaars rechtenstudenten aan de uva. In het document zijn in de blauwe kleur enkele stukken toegevoegd uit oefententamens. De rode delen zijn stukken die volgens mij niet erg belangrijk zijn voor het tentamen. Ik heb zelf een 9.0 behaald.
Zaakwaarneming (art. 6: 198 BW) is het zich willens en wetens en op redelijke
grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de
bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde
rechtsverhouding te ontlenen. → bij een geslaagd beroep op zaaksvervanging →
schadevergoeding (art. 6: 200 BW).
Eisen:
- het behartigen van andermans belang
- willens en wetens (de zaakwaarnemer moet de intentie hebben gehad om het belang
van de belanghebbende te bevorderen)
- zonder bevoegdheid daartoe
- op redelijke grond
➔ als er geen sprake is van een redelijke grond kan een beroep op
zaakwaarneming alsnog slagen door goedkeuring van belanghebbende. Art.
6: 202 stelt dat er een redelijke termijn kan worden gesteld voor de
belanghebbende om goedkeuring te geven.
● Belangrijke verplichting voor de zaakwaarnemer is de zorgplicht: hij is gehouden bij
de zaakwaarneming de nodige zorg te betrachten (art. 6: 199 lid 1 BW), wat dit
inhoudt is overgelaten aan de omstandigheden van het geval.
● Bevoegdheid zaakwaarnemer: Art. 6: 201 BW stelt dat de zaakwaarnemer bevoegd
is om namens de belanghebbende rechtshandelingen te verrichten (ook al ontbreekt
volmacht daartoe), de belanghebbende is gebonden aan hetgeen de zaakwaarnemer
als vertegenwoordiger heeft verricht.
➔ HR Redelijke grond zaakwaarneming
Wat Anna voor Sophie heeft gedaan kwalificeert op basis van art. 6:198 BW als
zaakwaarneming:
- Anna heeft bij haar handelen het oog gehad op de behartiging van de belangen van
Sophie, zij heeft dit niet voor zichzelf gedaan.
- Anna heeft willens en wetens gehandeld. Zij had de intentie om de belangen van
Sophie te behartigen, zij heeft dit niet onbewust gedaan.
- Anna heeft ook op redelijke grond gehandeld. Het dichttimmeren van het raam en het
installeren van een nieuw slot waren urgent/noodzakelijk en niet buitenproportioneel
(of bemoeizuchtig). Door zo te handelen heeft zij een tweede inbraak willen
voorkomen. Ook de directe medische zorg voor de chihuahua was noodzakelijk
aangezien zijn bloedende poot moest worden gehecht.
- Anna heeft gehandeld zonder de bevoegdheid daartoe te ontlenen aan een
rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding. Uit de casus
blijkt niet dat Anna en Sophie van tevoren bepaalde afspraken hebben gemaakt of
dat er tussen hen een speciale wettelijke verhouding bestaat
Nu sprake is van zaakwaarneming, kan Anna jegens Sophie op basis van art. 6:198 BW jo.
art. 6:200 lid 1 BW een vordering instellen tot vergoeding van de door haar gemaakte
kosten, mits Anna de belangen van Sophie naar behoren heeft behartigd. (Noemen van art.
6:200 lid 1 is noodzakelijk).
1
,Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6: 212 BW).
Art. 6: 212 BW: ‘Hij die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, is verplicht,
voor zover dit redelijk is, diens schade te vergoeden tot het bedrag van zijn verrijking.‘ Er
moet een causaal verband bestaan tussen de verarming en verrijking. De schadevergoeding
van de verarmde ontstaat op het ogenblik van de verrijking. Is gericht op schadevergoeding.
- Ongerechtvaardigd (toerekenbare onzorgvuldigheid)
- Verrijkt en verarmd → causaal verband
- Ten koste van een ander
- Redelijk
Onverschuldigde betaling art. 6: 203 BW
De vordering uit onverschuldigde betaling ontstaat zodra zonder rechtsgrond gepresteerd is.
Ziet vooral op herstel in oude toestand.
1. een betaling, meer in het algemeen een prestatie
2. door de een aan de ander verricht
3. zonder rechtsgrond (het ontbreken van een rechtsgrond die het verrichten van de
prestatie rechtvaardigt)
Schadevergoeding - let op! 2 vragen
1. Is er een recht op schadevergoeding?
2. Wat is de omvang/hoogte van de schadevergoeding? Art. 6:95 BW ev.
Regels gelden voor alle wettelijke verplichtingen tot het betalen van schadevergoeding (op
grond van onrechtmatige daad, wanprestatie, zaakwaarneming, ongerechtvaardigde
verrijking etc.)
Herstelfunctie – ook wel: het ‘compensatoire karakter’ – staat nu in het Nederlandse
aansprakelijkheidsrecht voorop.
Aansprakelijkheid voor eigen gedrag
Aansprakelijkheid voor eigen OD (afd. 6.3.1)
● Aansprakelijkheid voor iets/iemand anders vanwege een bepaalde ‘kwaliteit’ (afd.
6.3.2). Vb; bezitter, werkgever.
● Andere vormen van aansprakelijkheid o.b.v. bijzondere criteria, zoals
productaansprakelijkheid, oneerlijke handelspraktijken, en schending van
mededingingsrecht (afd. 6.3.3)
Aansprakelijkheid voor eigen OD
Eis 1. Onrechtmatigheid (jo art. 6:162 lid 2)
a. Inbreuk recht → leer uitleggen
b. Strijd wet
c. Onzorgvuldigheid (kelderluik)
Eis 2. Relativiteit (jo art. 6:163)
Eis 3. Toerekening (jo art. 6:162 lid 3)
Eis 4. Causaal verband
Eis 5. Schade (6:95)
2
,Eis 1: onrechtmatigheid
Drie typen OD (art. 6:162 lid 2):
a. ‘inbreuk op een recht’
b. handelen/nalaten i.s.m. wettelijke plicht
c. handelen/nalaten i.s.m. wat in maatschappelijk verkeer betaamt
N.B.: vergeet niet uitzondering “behoudens de aanwezigheid van een
rechtvaardigingsgrond” (zie artikel 6:162 lid 2 BW).
- De aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond doet een daad, welke naar
algemene omschrijving onrechtmatig zou zijn, in het concrete geval geheel haar
onrechtmatig karakter verliezen. Zij dient te worden onderscheiden van een
schulduitsluitingsgrond, die de toerekenbaarheid kan raken. Een
rechtvaardigingsgrond kan op de wet gebaseerd zijn, zoals bijvoorbeeld het beroep
op een wettelijk voorschrift, een wettelijke bevoegdheid, een bevoegd gegeven
ambtelijk bevel, zaakwaarneming, overmacht of noodweer, doch noodzakelijk is dit
niet.
Belang van de juiste categorisering is dat men bij ‘inbreuk op een recht’ of ‘strijd met
wettelijke plicht’ in beginsel onrechtmatigheid kan aannemen, zonder nadere
zorgvuldigheidstoets. Bij de ‘maatschappelijke betamelijkheid’, daarentegen, is de vraag of
wel of niet zorgvuldig is gehandeld, juist heel relevant.
Onrechtmatigheid punt a: ‘inbreuk op een recht’
Een ‘inbreuk’ impliceert bovendien een actief handelen: een louter nalaten is niet voldoende
voor een ‘inbreuk op een recht’.
Met ‘inbreuk op een recht’ wordt gedoeld op subjectieve rechten.
Belangrijkste groepen ‘subjectieve rechten’:
- Persoonlijkheidsrechten (recht op lichamelijke integriteit, recht op persoonlijke
levenssfeer, e.d.)
- Absolute vermogensrechten (eigendom, beperkte rechten, auteursrecht e.d.)
➔ N.B: inbreuken op relatieve (persoonlijke) vermogensrechten zijn als zodanig
niet onrechtmatig (rechten die alleen uitgeoefend kunnen worden tegen
bepaalde specifieke personen).
- Nalaten is niet genoeg, moet een doen zijn!
- Geen zorgvuldigheidstoets meer noodzakelijk
3 stromingen / opvattingen over wanneer iets een inbreuk op een recht is
1. Leer Du Perron: opzettelijke inbreuk is een inbreuk op een recht
2. Leer Sieburgh: inbreuk moet ‘een echte inbreuk’ zijn
3. Leer ‘extra toets’ aan de zorgvuldigheid
Alle 3 de leren zijn goed, met de juiste uitleg.
Leer 2 uitgelicht
3
, Met ‘inbreuk op een recht’ wordt gedoeld op de situatie dat de gewraakte handeling zelf in
strijd is met het subjectieve recht van een ander (rechten die je in zijn geheel niet meer kan
uitoefenen, omdat iemand er inbreuk op maakt).
Het veroorzaken van zaakschade is als zodanig niet voldoende voor een ‘inbreuk op een
recht’ (vgl Zutpense Waterkraan). Het handelen zelf moet inbreukmakend zijn:
➔ Versperren van iemands weg;
➔ Gebruik maken van het merk van een ander;
➔ Beslag leggen op de goederen van een ander;
➔ Hinder? Nee.
- De benadeelden kunnen stellen dat Handige Harry een inbreuk heeft gemaakt op
hun recht op eerbiediging van hun lichamelijke integriteit. De benadeelden hebben
immers verwondingen opgelopen door het gedrag van Handige Harry. De vraag is
echter of het gedrag van Handige Harry is aan te merken als een rechtstreekse en
opzettelijke inbreuk op dit recht. Hij heeft namelijk niet de bedoeling gehad om de
toeschouwers te verwonden. Dit is slechts het gevolg van de sloop van het oude
flatgebouw met behulp van explosieven. Er moet dus een aanvullende toetsing aan
de ongeschreven regels van maatschappelijke betamelijkheid worden uitgevoerd.)
Onrechtmatigheid punt b: ‘strijd met wettelijke plicht’
Deze categorie van onrechtmatigheid betreft het objectieve recht (dus ziet juist niet op
subjectieve rechten).
In beginsel ieder handelen in strijd met wettelijke plicht onrechtmatig:
- Formele wet (inclusief strafrecht); Pamela handelt onrechtmatig, art. 6:162 lid 1 jo.
Lid 2 BW omdat zij aan het ‘whats appen’ is op de fiets en daardoor niet oplet, dit is
verboden vanaf juli 2019 (art. 61a reglement verkeersregels en verkeerstekens)
- Materiële wet (bijvoorbeeld APV)
- Rechtstreeks werkende verplichtingen uit verdragen
- Verplichtingen uit vergunningen
- Specifieke voorschriften (bijvoorbeeld bouwvoorschriften)
Deze categorie ‘vangt’ uitdrukkelijk ook een nalaten, mits er een wettelijke plicht tot een
doen is: “een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht”.
Hinder?
Valt dat onder strijd met wettelijke plicht?
Zie BV art. 5:37 BW: ’De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die
volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder
toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het
onthouden van licht of door het ontnemen van steun’.
➔ Of hinder een onrechtmatige daad vormt ligt af van de omstandigheden van het
geval: de aard, ernst en de duur van de hinder. Zie HR 16 juli 2017 (Stankoverlast
pluimveebedrijf)
Onrechtmatigheid punt c: ‘maatschappelijke betamelijkheid’
Let op: het gaat om het maatschappelijk verkeer, niet om persoonlijke opvattingen of zelfs de
meerderheid.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isapeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.