Titel De titel ‘Rituelen’ verwijst naar grote delen van de handeling van de roman:
- Het verwijst heel direct naar de theeceremonie aan het eind en daarmee ook naar de
christelijke rituelen als de Heilige Mis, die daar zo op lijken.
- Het verwijst ook naar de ceremoniële vorm die Philip Taads aan zijn leven heeft gegeven
en naar de strakke tijdsindeling van Arnold Taads.
Al zulke rituelen zijn een poging om vorm en zin aan het leven te geven. De tegenpool van al
deze pogingen is de hoofdpersoon Inni Wintrop, die een ‘dilettant’ werd genoemd; iemand
die niet kan kiezen, die geen vaste vorm aan zijn leven kan en wil geven, die zich afzet
tegen mensen die ‘precieze antwoorden willen hebben’.
Tegelijk is hij bang voor het tegendeel van ordening: ‘chaos was dat wat hem het meeste
angst aanjoeg in zijn leven’. Daarom voelt hij zich ook telkens weer tot de Taadsen
aangetrokken en breekt hij het contact niet af, ook al houdt hij het nooit lang uit in de ritueel
geordende wereld.
Thema Rituelen en chaos.
Rituelen: Dit thema is multi-interpretabel:
- Je kunt rituelen zien als een manier om het leven te begrijpen of te ordenen. Een groot
deel van het boek bestaat uit mensen die d.m.v. rituelen naar de zin van het bestaan
zoeken. Geloof en andere rituelen dienen als ordening in de chaos. Mensen creëren hun
eigen realiteit om de werkelijke niet te hoeven begrijpen.
- Je kunt, door de destructieve werking die de rituelen op de protagonisten hebben, rituelen
ook als een vernietigende kracht zien die mensen van de werkelijkheid afleidt en het van de
rede overneemt.
- Rituelen zijn een manier om met het verleden/ de tijd samen te smelten, omdat het eeuwig
herhalen de wereld tijdloos maakt. Dat wordt door het christelijke ritueel met wijn en bloed
gesymboliseerd: de man die de kelk met wijn, die christus’ bloed symboliseert, laat vallen,
valt er zelf achteraan en zijn (werkelijke) bloed vloeit samen met de wijn. Zo worden het
heden en het verleden door rituelen één.
- De drie hoofdpersonen Arnold, Philips Taads en Inni hebben hun leven ook geritualiseerd.
Maar er is één belangrijk verschil: Arnold en Philip Taads wijzen het bestaan af. Hun rituelen
leiden tot de ondergang, de zelfgekozen dood. En hoewel Inni zijn leven ook had
geritualiseerd, hielden die rituelen hem juist op de been.
- Voorbeelden van rituelen in dit boek: elke week 8 porties eten koken, alles altijd op
hetzelfde tijdstip doen en oosterse rituelen, zoals de theeceremonie en de crematie van
Philip Taads.
Chaos: Het probleem van chaos en ordening. De wereld wordt in Rituelen als een slaaf van
de chaotische, onberekenbare en onverklaarbare tijd beschreven. Rituelen dienen als
verheldering van die chaos, of afleiding. Als je probeert de chaos te doorgronden, wordt
deze alleen maar mysterieuzer. Chaos is datgene wat Inni het meeste angst aanjoeg in zijn
leven.
Perspectief Er is sprake van een auctoriale (alwetende) verteller. Deze verteller weer soms dingen die
Inni niet weet. De verteller bevindt zich dicht bij Inni, hij kijkt als het ware steeds over zijn
, schouder mee, maar hij valt niet helemaal met hem samen.
Tijdsduur - Vertelde tijd: 1953-1960, 1963 en 1973-1978.
- Het verhaal is niet chronologisch: De gebeurtenissen spelen zich vooral af in Inni’s
herinneringen en nemen de vorm aan van een aantal sleutelmomenten in zijn
bewustwordingsproces. Het beschrijft 3 fasen van zijn leven, als hij 20, 30 en 40 jaar oud is,
maar het wordt niet chronologisch verteld; Het begint met 1963, gaat dan naar 1953 en in
het derde deel naar 1973.
- Het verhaal wordt verteld vanuit 1978, het hele verhaal is dus eigenlijk een flashback.
- Tijd: Er is sprake van een tijdvertraging en een tijdverdichting.
Ruimte Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af:
- Deel 1 in Amsterdam en omgeving
- Deel 2 in Hilversum, Doorn en Goirle
- Deel 3 in Amsterdam
Motieven De kleur groen
Alle meisjes waar Inni mee slaapt, hebben groene ogen De raku-kommen bevatten groene
thee. De kleur lijkt symbool te staan voor eeuwige herhaling, dus rituelen en herinneringen
etc.
Zelfmoord
Inni probeert zelfmoord te plegen, tante Thérèse, Philip Taads en Arnold plegen zelfmoord.
Kelk
De kelk met ‘Christus’ bloed heeft een symbolische functie.
Rituelen
Rituelen komen steeds weer terug in het verhaal.
Drie
Drie-eenheden komen steeds terug, dit is een verwijzing naar het ritueel der rituelen; de
drie- eenheid.
Personages
Inni Wintrop
Inni komt uit een katholieke, Brabantse textielfamilie, waarmee hij in zijn jeugd weinig contact heeft gehad. Hij is
broodmager, hij had een beetje geld en hij kent niemand van zijn familie behalve tante Thérèse.
Hij leeft in chaos, omdat hij zijn tijd niet goed kan indelen. Hij zoekt de orde en rust bij Zita en bij Philip en Arnold
Taads, want is bang voor chaos. Zelfs zijn “sterfmomenten” waren chaotisch, daarom is hij zo geïnteresseerd in
de levens van de Taadsen die erg geordend was.
Zijn vader is gestorven tijdens een bombardement, zijn moeder woont ergens buiten Europa. De dood van zijn
vader vulde hem met trots, omdat hij nu echt bij de oorlog hoorde.
Hij had geen vaste baan, hij leeft van geërfd geld. Inni handelde wel eens in schilderijen, hij volgde de beurs en
de commoditymarket op de voet en schreef de horoscoop voor Het Parool. Hij verzon alle horoscopen, hij
baseerde ze nergens op. Dit komt overeen met zijn leefwijze, hij hield geen rekening met de toekomst.
Inni is geobsedeerd door de rituelen in levens van mensen en probeert uit te zoeken waarom ze die hebben en
waarom ze dat op die bepaalde manier doen. Hij weigert te leiden, maar hij weigert ook met het lijden van
anderen geconfronteerd te worden.
Inni wordt geconfronteerd met verschillende rituelen. Deze rituelen zijn een poging om vorm en zin aan het leven
te geven. Inni is juist het tegenovergestelde, hij is iemand die niet kan kiezen, die geen vaste vorm aan zij leven
kan en wil geven, die zich afzet tegen die “precieze antwoorden willen hebben.”
Inni voelde zich vaak ongelukkig, hij hoorde eigenlijk nergens bij. Hij noemde zichzelf wel eens een kameleon,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisbosma1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.