Samenvatting Onderwijsprocessen, didactiek en pedagogie
101 views 7 purchases
Course
Onderwijsprocessen, didactiek en pedagogie
Institution
NTI (NTI)
Book
Methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk
Gebruik van 3 boeken
Boek Onderwijsassistent:
Thema: 4, 7, 8, 13 en 18
Boek Pedagogisch werk 1
Thema 5, 6, en 7
Boek Methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk
Thema: 3, 16 en 17
Module 2 samenvatting
Boek pedagogisch werk 1, thema 5, thema 6 en thema 7
Thema 5 : stimuleren van ontwikkeling
Zone van naaste ontwikkeling: bestaat uit die vaardigheden die het nog niet zonder hulp kan
uitvoeren.
Zone van actuele ontwikkeling: dat is wat het kind op dit moment kan.
Ontwikkelingsgericht: rekening houden met de zone van actuele ontwikkeling en de zone van naaste
ontwikkeling.
De baby: baby’s leren in korte tijd veel. Interactie is daarom belangrijk voor het stimuleren van de
ontwikkeling. Ze hebben veel zorg nodig. De zorgmomenten kan je juist goed gebruiken om de
ontwikkeling te stimuleren. Zoals met de baby praten tijdens her verschonen/liedje zingen bij het
eten. Bij de ontwikkelingsgerichtheid met baby’s gaat het erom dat je aandacht hebt voor het kind
bij alles wat het doet.
Vanaf 6 maanden wil de baby misschien zitten. Dit kun je oefenen. Je stimuleert de lichamelijke
ontwikkeling van de baby het meest als je met hem speelt.
Praten tegen een baby is de beste manier om de taalontwikkeling te stimuleren. De baby kan niks
terg zeggen maar hoort wel elk woord wat je zegt. Het is ook een vorm van contact maken. Samen
boekjes lezen en liedjes zingen is ook zinvol.
Dreumes en peuter: kinderen van deze leeftijd kunnen praten en lopen. Ze gaan zelf op zoek naar
nieuwe avonturen. Je stimuleert ze door zoveel mogelijk dagelijkse dingen samen te doen. Het is van
belang dat hij toegang heeft tot verschillende uitdagende materialen.
De dreumes wil woordjes leren. Het is belangrijk dat je alles benoemt wat ze zien en gebruiken.
Stimuleerde activiteiten zijn liedjes zingen, boekjes lezen en puzzelen.
De peuter kan al veel meer dan de dreumes. In deze fase is er in de prakrijk ook veel aandacht voor
het stimuleren van de zelfredzaamheid. Klusjes; tafeldekken en opruimen van spullen.
Kleuter: krijgt steeds meer inzicht in de wereld om hem heen. Leert dat hij niet alleen het
middelpunt is. Samen spelen met andere kinderen moet je stimuleren. Hij ontwikkelt sociale
vaardigheden. De fijne motoriek ontwikkelt zich steeds meer en de kleuter gaat de taal steeds beter
begrijpen. Buitenspelen is erg belangrijk maar ook rollenspellen en samenwerken.
Het schoolkind: op deze leeftijd ontwikkelt het kind zich vooral op cognitief en sociaal- emotioneel
gebied. De motorische ontwikkeling maakt minder grote sprongen. Omdat schoolkinderen zichzelf
beter leren begrijpen, is het ook mogelijk daarover gesprekken te voeren. Stimuleren van de
ontwikkeling gebeurt meer door gesprekken dan door spel.
Vijf kernactiviteiten:
Spelactiviteiten
Constructiespel en beeldende activiteiten
Gespreksactiviteiten
Lees- en schrijfactiviteiten
Reken- en wiskunde
,Spelactiviteiten: het gaat erom dat kinderen tot spel komen. Zoals rollenspellen/ spellen die
bijdragen aan hun lichamelijke ontwikkeling. Belangrijk om zelf ook deel te nemen aan het spel.
Constructiespel : leren de omgeving kennen door die zelf vorm te geven. De kinderen halen iets uit
elkaar of bouwen iets nieuws. Werken met klei, papier en kosteloos materiaal hoort er ook bij.
Knutselen aan een thema verbinden zorgt voor een betekenisvolle activiteit.
Gespreksactiviteiten: een gesprek vormt eigenlijk de kern van ontwikkelingsgericht werken. Door
met kinderen in gesprek te gaan stimuleer je hun taalontwikkeling.
Leer- en schrijfactiviteiten: denk hierbij aan activiteiten die de kinderen zelf ondernemen. ( lezen,
werken met boeken en zelf verhalen schrijven)
Reken- en wiskunde: activiteiten zoals meten, tellen en ruimte. Bijvoorbeeld aantal auto’s in de
straat tellen. Of hoe lang, breed en hoog iets is.
, Thema 6 : Taalontwikkeling
Functies van taal:
Communicatieve of sociale – betrekking tot de interactie tussen mensen. Door een grapje te
maken, maak je de ander aan het lachen.
Conceptualiserende of cognitieve – betekenis aan zaken geven. Je ordent de werkelijkheid
met taal. Bijvoorbeeld: tulpen en margieten zijn bloemen.
Expressie – persoonlijke manier uitdrukking te geven aan emoties.
Belang van taal: groot belang voor de ontwikkeling. Je begrijpt elkaar en kunt met elkaar
communiceren. Kind leert de wereld met alles wat daarin gebeurt kennen en begrijpen. Dit is van
belang voor de algemene ontwikkeling. Als een kind zelf vragen gaat stellen, vergroot het zijn
algemene kennis. Helpt ook bij het ontwikkelen van het zelfbesef en de eigen identiteit. Tot slot ook
voor de sociale ontwikkeling. Om goed in een groep te kunnen functioneren, moet je dezelfde taal
spreken.
Voortalige periode: periode van 0-1 jaar waarin het kind zelf nog niet praat.
Vocaliseren: 6 weken- 4 maanden, maken wakkere, tevreden kinderen gorgelende en koerende
geluidjes die klinken als ‘eheh’ of ‘uhuh’.
Vocaalspel: rond 4 maanden. Het kind maakt keelgeluidjes en oefent daarbij vooral met intonatie,
toonhoogte en volume.
Brabbelfase: 5-6 maanden. Kinderen herhalen rijen van steeds dezelfde lettergrepen en gaan zij ook
hun lippen gebruiken bij het produceren van lal- en keuvelgeluidjes.
Echolalie: 7 maanden. Kinderen gaan oefenen met het nabootsen van klank en intonatie van de taal
die zij om zich heen horen.
Vroegtalige periode: waarin het kind leert dat je met taal betekenis geeft aan woorden.
Eenwoordfase: waarbij het kind spreekt met losse woorden. Het woord dat het kind zegt, staat voor
een volledige zin. Deze fase duurt vaak van 1 tot 1,5 jaar.
Twee- en meerwoordfase: vanaf 1,5 jaar gaan kinderen woorden combineren.
Naamvraagperiode: kinderen stellen dan aan hun opvoeders vragen zoals WIdida of Tida, wijzens op
een voorwerp.
Vanaf 2,5 jaar gaan kinderen echte zinnen gebruiken. Kinderen van 5 jaar beheersen zelfs lastig uit te
spreken lettercombinaties zoals ‘sp’ in ‘wesp’.
Voltooiingsfase: breidt de woordenschat zich verder uit en formuleert het kind zinnen steeds vaker
grammaticaal correct.
Taalbewustzijn: nadenken over taal en ontdekken dat taal een bepaalde vorm heeft.
Stimuleren van de taal:
Voorlezen:
Televisie
Computergames en apps
Spel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ramisha96. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.35. You're not tied to anything after your purchase.