100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 4 Aandelen $3.24   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 4 Aandelen

 135 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Beleggen jaar 4 stenden

Preview 2 out of 3  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4
  • November 13, 2015
  • 3
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
H4 Aandelen

4.1 De producten

Aandeel  bewijs van deelneming in het eigen vermogen van een vennootschap.

De houders van aandelen zijn gezamenlijk eigenaar van de betreffende vennootschap. Wanneer de vennootschap winst maakt,
kom de winst ten goede aan de aandeelhouders.

Er bestaan verschillende soorten aandelen, namelijk:
 Aandelen op naam  staan vermeld in het aandeelhoudersregister van de betreffende vennootschap en kunnen slechts
verhandeld worden met toestemming van de vennootschap
 Aandelen aan toonder  kunnen vrij verhandeld worden en mogen alleen door NV’s worden uitgegeven.

Van een aantal bedrijven worden niet de aandelen op de beurs verhandeld, maar certificaten van aandelen. In dit geval zijn de
eigenlijke aandelen in handen van een aparte instelling, die de certificaten verkoopt.

Naast ‘gewone’ aandelen kan een onderneming ook preferente aandelen uitgeven, dit zijn aandelen met een voorkeursrecht.

Er kunnen drie typen preferente aandelen worden onderscheiden:
1. Liquidatiepreferente aandelen  geven voorkeursrechten bij faillissement van de onderneming
2. Beheerspreferente aandelen (prioriteitsaandelen)  geven de aandeelhouders ervan bijzondere zeggenschapsrecht
3. Winstpreferente aandelen  geven recht op een bepaald % aan (dividend), dat met voorrang moet worden betaald.

Een bijzondere vorm van winstpreferente aandelen vormen de cumulatief preferente aandelen, waarvan de bezitter, wanneer
er in een bepaald jaar geen dividend is uitbetaald, recht houdt op het achterstallige preferente dividend.

De bezitters van aandelen in een vennootschap zijn gezamenlijk eigenaar van de vennootschap. Het rendement op hun aandelen
is daarmee afhankelijk van de resultaten en toekomstvooruitzichten vd vennootschap. Het rendement bestaat uit twee
componenten, namelijk het directe rendement (dividendrendement) en het indirecte rendement.

Dividend  uitkering ten laste van de nettowinst. De hoogte van het dividend is afhankelijk van de hoogte van de nettowinst

Stockdividend  hierbij wordt dividend uitgekeerd in nieuwe aandelen

Dividendrendement  uitgekeerde dividend in verhouding tot de beurskoers

Koersrendement  verandering in de beurskoers in verhouding tot de beurskoers

De aandeelhouders zijn gezamenlijk eigenaar van de onderneming en hebben hierdoor zeggenschap in de onderneming. Om de
zeggenschap van de aandeelhouders te beperken, bestaan er zgn. beschermingsconstructies. Deze constructies worden vooral
toegepast om de betrokken onderneming te beschermen tegen bijv. vijandige overnames.

Er zijn verschillende beschermingsconstructies mogelijk, een onderneming kan:
1. Prioriteitsaandelen uitgeven
2. Bestuurders het recht geven een bindende voordracht voor de benoeming van nieuwe bestuurders op te maken
3. Aandelen certificeren (geven immers geen zeggenschapsrechten)
4. In geval van nood nieuwe preferente aandelen uitgeven en deze bij bevriende relaties plaatsen

In 1971 is de structuurregeling ingevoerd die grote nv’s verplichtte een raad van commissarissen in te stellen. Later begon het
zgn. ‘corporate governance’ aan zijn opmars waarbij men het besturen van de onderneming ging herzien.

4.2 De aandelenmarkt
De aandelenmarkt bestaat uit de primaire- en secundaire markt. Op de primaire markt worden nieuwe aandelen uitgegeven en
op de secundaire markt worden bestaande aandelen verhandeld.

Een uitgifte van nieuwe aandelen, een emissie, kan zowel bij beursintroductie vd betrokken onderneming als later plaatsvinden.
Bij een beursintroductie worden de aandelen van een onderneming of een deel daarvan voor het eerst in de notering van de
effectenbeurs opgenomen.

, Beursexit  hierbij wordt de beursnotering van een onderneming beëindigd

Een emissie van nieuwe aandelen door een onderneming die reeds op de beurs genoteerd staat, wordt een vervolgemissie
genoemd. Er kunnen twee typen vervolgemissies onderscheiden worden:
1. Claimemissie  hierbij wordt aan de bestaande aandeelhouders een voorkeursrecht gegeven in de vorm van een
bijzonder dividendbewijs, de claim. Dit type emissie kiest men als de aandelen niet erg in trek zijn.
2. Vrije emissie  hierbij staat de inschrijving open voor iedereen.

In de handel op de secundaire markt kunnen twee handelsvormen worden onderscheiden:
1. Ordergedreven handelssysteem  hierbij vormen de koop- en verkooporders van de beleggers het uitgangspunt voor
de prijsvorming.
a. Limiet order (belegger geeft een maximale verkoopprijs of een minimale verkoopprijs op)
b. Bestens order (kent geen minimum of maximum en wordt tegen de eerstvolgende koers waarop handel mogelijk
is uitgevoerd)
2. Quotegedreven handelssysteem  hierbij staat een professionele marktpartij centraal die voor eigen rekening en
risico in financiële titels handelt. Deze partij heet de market maker. Deze partij
opereert op de beurs door bied- en laatprijzen af te geven (de quote)

Het handelssysteem op de Effectenbeurs van Euronext Amsterdam is het NSC. Het NSC kent twee vormen van handel:
1. Doorlopende handel  de in het orderboek opgenomen koop- en verkooporders worden uitgevoerd zodra er
passende tegenorders zijn
2. Handel volgens het veilingsysteem  de gehele dag worden orders in het orderboek gebracht

In het NSC kunnen beursgenoteerde bedrijven een animateur (liquiditeitsverschaffer) aanstellen die voortdurend bied- en
laatkoersen afgeeft voor het betreffende beursfonds, waardoor de verhandelbaarheid verbetert.

Het dividendwaarderingsmodel wordt gebruikt om de koersvorming van aandelen te verklaren Het model stelt dat de koers
van financiële titels gelijk is aan de contante waarde van de toekomstige kasstromen (te ontvangen dividend). Het model
verklaart dus de beurskoers van een aandeel uit twee factoren: de toekomstige dividenden en het geëiste rendement.

Belangrijke macro-economische factoren die de beurskoers bepalen zijn:
 Rente  Renteveranderingen beïnvloeden alle aandelen in dezelfde richting: bij een rentestijging dalen de
beurskoersen, bij een rentedaling stijgen ze. De beurskoers van een aandeel is rentegevoeliger naarmate de
verwachte winst van het bedrijf verder in de toekomst ligt.

 Inflatieverwachtingen  bij stijgende inflatieverwachtingen, eisen de beleggers een hoger rendement met als gevolg
dat de beurskoers daalt

 Conjunctuurverwachtingen  enerzijds zijn beleggers bang dat de inflatie toeneemt bij een hogere conjunctuur (met
als gevolg dalende beurskoersen). Anderzijds heeft een hogere conjunctuur een
positieve invloed op de afzet- en winstverwachtingen

Er bestaat een groot aantal indexcijfers dat voorziet in de informatiebehoefte van de belegger. Deze indexcijfers zijn in twee
categorieën in te delen:
1. Koersindexen (brengen uitsluitend de gemiddelde koersontwikkeling van de betreffende categorie aandelen in beeld)
2. Herbeleggingsindexen (nemen naast de koers ook de uitbetaalde dividenden mee)

4.3 Beleggen in aandelen
Om tot een goede selectie te komen zal de belegger op drie niveau kennis en inzicht moeten vergaren:
1. Macro-economische niveau  internationale en nationale economie (conjunctuurontwikkeling; inflatie; wisselkoers en
rentevoet)
2. Meso-economisch niveau  afzonderlijke bedrijfstakken of sectoren binnen de economie (groeivooruitzichten;
conjunctuurgevoeligheid; rentegevoeligheid en de valutagevoeligheid)
3. Micro-economisch niveau  niveau van de afzonderlijke onderneming (concurrentiepositie; interne organisatie;
financiële positie)

Fundamentele analyse  beleggingsanalyse op meso- en micro-economisch niveau

Aandelen van ondernemingen in conjunctuurgevoelige bedrijfstakken worden cyclische aandelen genoemd. Daartegenover

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iris94. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24  2x  sold
  • (0)
  Add to cart