Volledige samenvatting (p47) van het boek "Grondwettelijk recht" 2e editie van Stefan Sottiaux, gebaseerd op de inhoud van dit boek en mijn notities van de les, slides en monitoraten.
Eerste jaar Rechten, volledig geslaagd in eerste zit dankzij deze samenvattingen. Hierin staat alle leerstof die j...
DEEL I
Hoofdstuk I. Basisbegrippen en centrale thema’s vh grondwettelijk recht
Afdeling 1 inleiding
Afdeling 2. De grondwet
2.1 De functies van de grondwet
Franse rechtenverklaring en Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring door Jefferson en Lafayette
waren voorlopers van de eerste grondwetten in moderne zin (volkssoevereiniteit en aan iedereen
rechten toekennen)
- Franse grondwet 1791
- Amerikaanse grondwet 1787
A. Eerste functie: democratische organisatie van de overheidsmacht
= positieve functie
- GW creëert een regering + legt de bevoegdheden van de overheid vast
- GW is primaire rechtsbron van ons rechtssysteem (bevat regels over
totstandkoming en geldigheid overige rechtsnormen) -> transformeert feitelijke
macht in juridisch gelegitimeerde macht
Door aannamen GW constitueert politieke gemeenschap zich tot
rechtsgemeenschap (macht wordt bevoegdheid)
- Niet elke staat met een GW is een democratische staat (bv islamitische republiek
Iran)
Organisatie van een staat moet berusten op democratische principes, op
de instemming van de geregeerden
Idee van volkssoevereiniteit = macht ligt bij het volk
B. Tweede functie: beperking van de overheidsmacht
= negatief karakter
Machtenscheiding: 2 technieken
o Horizontale machtenscheiding
= verschillende taken overheid binnen één en hetzelfde overheidsverband aan
verschillende organen/ ambten toebedelen
TRIAS POLITICA
Wetgevende functie: opstellen rechtsregels
Uitvoerende functie: beoogt regels te doen naleven/ afdwingen
Rechterlijke functie: geschillen beslechten omtrent toepassing
regels
functies toekennen aan verschillende staatsmachten
MONTESQUIEU
Als alles bij één macht terecht zou komen, zou er gevaar zijn voor
machtsmisbruik
de ene macht moet een tegengewicht bieden tegen de andere
L’esprit des Lois : Britse vorm van machtenscheiding is superieur
2 INVULLINGEN MACHTENSCHEIDING
Absolute machtenscheiding
= er is een muur tussen de verschillende machten (rechterlijke,
uitvoerende en wetgevende), ze staan los van elkaar en
controleren elkaar niet + geen rechterlijke grondwettigheidscontrole
, Vb: de eerste Franse grondwet van 1791 jakobijnen wilden alle macht
centraliseren
Check and balances/ machtsevenwicht
= er is een wederzijdse participatie, er is ook een politieke
samenhang
Vb: wetgevende functie -> er is een samenwerking nodig tussen het
parlement en regering
PRAKTISCHE DOELEN H. MACHTENSCHEIDING
Arbeidsverdeling / functionele specialisatie
= opdracten overlaten aan professionals -> vanwege expertise
beter om opdracht uit te voeren
Onafhankelijkheid
= sommige overheidsfuncties afschermen van politieke
beïnvloeding om machtsmisbruik tegen te gaan
Vb: rechterlijke functie -> er staat een muur tussen aan de ene kant de
hoven en rechtbanken en aan de andere kant het parlement en regering
o Verticale machtenscheiding
= bevoegdheden overheid verspreiden over verschillende territoriaal omschreven
overheidsverbanden (gemeenten, provincies…)
Gelaagde rechtsorde – constitutioneel pluralisme
= recht kan niet worden herleid naar één overheid
Decentralisatie en federalisme
- Decentralisatie = bevoegdheden worden toegekend aan
ondergeschikte besturen die onder toezicht staan van de centrale
overheid
- Federalisme = bevoegheden worden toegekend aan autonome
besturen die niet onder toezicht staan van de overheid
Subsidiariteitsbeginsel = beslissingen die op een lager niveau
genomen kan worden, mag niet op een hoger niveau genomen
worden
Verankering van rechten en vrijheden
De grondwet kan zeggen welke beslissingen de overheid niet kan nemen of moet nemen
Vb: mag niet folteren
Vb: recht op onderwijs
C. Overige functies
- Natie- en staatsvorming
- Programmatorische functie = gw bevat ook doelstellingen die de staat moet
nastreven vb bescherming vh leefmilieu
D. Besluit: grondwet als maatschappelijk contract
Twee voornaamste doelen grondwet:
• Organiseren overheid
• Beperken macht overheid d.m.v. machtenscheiding en
grondrechtenbescherming
,Gw = maatschappelijk contract
Fictieve overeenkomst tussen vrije individuen om georganiseerde politieke
gemeenschap te vormen
Individu staat vrijheid af aan overheid, overheid moet veiligheid waarborgen
In ruil voor gehoorzaamheid, moet de overheid bescherming geven voor vrijheden
mensen
Als de overheid in gebreke blijft kan het contract doorbroken worden (opstand)
2.2 De Grondwet in materiële en formele zin
- gw in materiële zin = het geheel van alle regels
doel: overheid te organiseren, boevoegdheden toekennen en de macht beperken
- gw in formele zin = de specifieke tekst die we de grondwet noemen en die met bijzonder
gezag is bekleed
Bijzonder gezag is het gevolg van twee eigenschappen
1. Bijzondere wijze worden gewijzigd (art 195 GW)
2. Hiërarchisch hoogste rechtsregel binnen een rechtssysteem
2.3 Enkele belangrijke classificaties
A. De grondwet en de democratievorm
Directe democratie
= bestuursvorm waarbij de bevolking zelf wetten maakt en burgers rechtsstreeks deelnemen
aan politieke besluitsvorming
Representatieve democratie
= burgers kiezen vertegenwoordigers die politieke beslissingen nemen
• Praktisch voordeel: onmogelijk om alle burgers samen te brengen voor
volksvergadering
• Andere voordelen: professionalisering vd politiek
• Nadelen: betrokkenheid van de burgers krijgt een beperkte invulling
Aanvullingen representatieve democratie:
deliberatieve democratie = democratische legitimiteit vloeit niet
voort uit tellingen van stemmen, maar wel uit de uitwisseling van
argumenten tussen geïnformeerde burgers die vrij kunnen oordelen
Participatieve democratie = burgers rechtstreeks betrekken bij
het beleid door bijvoorbeeld volksraadplegingen
Vertegenwoordigers kunnen gezien worden als lasthebbers van het volk die de belangen van
het volk moeten nastreven OF het algemene belang
Meerderheidsdemocratie
= de meerderheid beslist art 53 GW
Iedereen wordt gelijk behandelt (elke stem weegt evenveel door)
Vrijheid van iedere burger wordt gegarandeerd
! Bijzondere meerderheid = stem van de leden van de minderheid wegen zwaarder door
Pacificatiedemocratie
= niet gebaseerd op meerderheidsbesluitvorming, maar op consensus tussen de
verschillende segmenten vd samenleving
B. De grondwet en de regeringsvorm
Binnen de representatieve democratie kan er een onderscheid worden gemaakt tussen
parlementair en presidentieel systeem
Parlementair systeem:
, = regering is samengesteld uit of moet op zijn minst verantwoording aan de meerderheid vh
parlement verschuldigt zijn
• Staatshoofd is onschendbaar en politiek onverantwoordelijk -> echte leiding
ligt bij eerste minister
• Politieke samenhang uitvoerende en wetgevende macht
- Ministers kunnen ter verantwoording in parlement geroepen worden
• Samenwerking parlement en regering
• Zwaartepunt uitvoerende macht (meerderheid in parlement heeft dezelde
politieke kleuren als de regering -> bepaalde partijen domineren zowel
parlement als regering)
• VOORDEEL: meerderheid kan sneller wetten maken
• NADEEL: minder strikte scheiding tussen de machten
Presidentieel systeem:
= president wordt afzonderlijk verkozen, maakt geen deel uit vh parlement en geen
verantwoording verschuldigt
• President kiest zelf ministers die enkel verantwoording afleggen aan president
en niet aan parlement
• Check and balances (president heeft veto)
• NADEEL: Mogelijk dat parlement en president andere politieke families
vertegenwoordigen -> president moet onderhandelen met
volksvertegewoordigers
Hybride model
= combinatie parlementair en presidentieel systeem
• President deelt uitvoerende macht met eerste minister en regering
• Vb: Franse semipresidentieel regime
C. De grondwet en de staatsvorm
Soevereiniteit
= hoogste macht
- Interne soevereiniteit = hoogste rechtsbevoegdheid binnen een overheidsverband
- Externe soevereiniteit = onafhankelijk van andere staten
Kompetenz-Kompetenz
= bevoegdheid van de bevoegdheid
= hoogste gezag berust bij de overheid die bevoegd is om te beslissen over de verdeling van
bevoegdheden tussen de verschillende overheden
1) Gecentraliseerde eenheidsstaat
= alle overheidsfuncties worden uitgeoefend door instellingen die behoren tot hetzelfde
centraal bestuur
- Deconcentratie = overdragen taken van centraal bestuur naar lagere ambten (maken
deel uit centraal bestuur)
Staan onder hiërarchisch toezicht centraal niveau
Geen rechtspersoonlijkheid
2) Gedecentraliseerde eenheidsstaat
= er zijn ondergeschikte besturen die geen deel uitmaken van de centrale overheid
- Onderworpen aan administratief toezicht = toezichthoudende overheid zal nagaan of
het gedecentraliseerde bestuur heeft gehandeld in overeenstemming met de hogere
normen en algemeen belang
- Eigen rechtspersoonlijkheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marie1103. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.80. You're not tied to anything after your purchase.