1. vastgoedmanagement:
verleden,
heden
en
toekomst.
1.1 wat
is
vastgoedmanagement?
De
uitleg
die
aan
het
begrip
wordt
gegeven
hangt
samen
met
de
omgeving
waarin
het
begrip
wordt
gebruikt.
De
vastgoedmanager
is
de
persoon
en
de
vastgoedmanagementorganisatie
(VMO)
is
de
organisatie
die
in
opdracht
van
1
of
meerdere
(institionele)
beleggersorganisaties
(BO’s)
het
management
van
de
vastgoed(deel)portefeuille
uitoefent.
1.2 vastgoedmanagementpiramide
in
het
vakgebied
wordt
er
onderscheid
gemaakt
tussen
3
verschillende
beleidsniveaus:
1. strategisch
niveau
(portefeuillemanagement)
2. tactisch
niveau
(assetmanagement)
3. operationeel
niveau
(propertymanagement)
met
de
piramide
wordt
de
gelaagdheid
aangeduid
in
beleid
en
besluitvorming.
1. op
dit
niveau
wordt
het
plan
geformuleerd
voor
de
gehele
vastgoedportefeuille.
Dit
strategisch
plan
dient
een
uitvloeisel
te
zijn
van
de
doelstellingen
van
de
onderneming.
Bij
belegginsorganisaties
is
er
nog
een
vierde
niveau:
het
fund
management.
Hier
wordt
besloten
welk
deel
van
de
beleggingsportefeuille
wordt
belegd
in
vastgoed.
Om
de
drie
jaar
wordt
er
een
portefeuilleplan
gemaakt.
Deze
omvat
de
uitgangspunten
voor
de
gewenste
wijzigingen
in
de
portefeuilleopbouw
(acquisitie
en
dispositie)
en
voor
de
exploitatie
in
hoofdlijnen.
2. Op
het
tactisch
beleidsniveau
vindt
een
vertaling
plaats
van
het
strategisch
portefeuilleplan
in
een
concreet
objectbeleid.
Als
basis
voor
de
besluitvorming
dienden
de
performance-‐analyses
van
de
objecten
in
portefeuille.
Ongeacht
de
aard
van
de
vastgoedbelegger
zal
op
basis
van
de
performance-‐analyse
beoordeeld
worden
of
de
objecten
in
portefeuille
voldoen
aan
de
in
het
strategisch
portefeuilleplan
opgestelde
criteria.
Per
object
kan
het
dit
inhouden:
• doorexploiteren
• renoveren
• herontwikkelen
• verkopen
(dispositie)
• nieuwe
objecten
acquireren.
3. Op
operationeel
niveau
vindt
de
uitvoering
van
het
objectbeleid
plaats.
Op
dit
beleidsniveau
wordt
pas
duidelijk
hoe
multidisciplinair
het
vakgebied
vastgoedmanagement
is.
Je
kan
het
onderscheiden
in:
• administratief
management
• financieel
management
• technisch/facilitair
management
• commercieel
management.
1.3 Taken
van
de
vastgoedmanagementorganisatie
Delen
van
de
managementtaken
kunnen
worden
uitbesteed
aan
externe
organisaties.
Bij
BO’s
komt
dit
veel
voor.
Figuur
1.3
de
taakgebieden
in
het
beleidsvormingsproces.
,1.4 ontwikkeling
van
het
vakgebied
vroeger
reikte
het
vastgoedbeheer
niet
verder
tot
een
technische
verstandhouding
van
het
innen
en
huren
van
objecten.
Het
ontstaan
van
de
vastgoedmanagementsector
loopt
parallel
met
het
ontstaan
van
de
vastgoedmarkt,
waarop
bedrijfspanden
voor
de
verhuur
worden
aangeboden.
De
eerste
vastgoedfondsen
ontstonden
in
het
begin
van
de
20e
eeuw.
Het
duurde
echter
jaren
voordat
er
sprake
was
van
het
ontstaan
van
een
vastgoedmarkt
waarop
objecten
voor
commercieel
gebruik
te
huur
werden
aangeboden.
Met
het
ontstaan
van
huurpanden,
ontstond
ook
de
behoefte
aan
het
beheren
van
deze
panden
en
in
de
loop
der
jaren
de
behoefte
aan
toenemende
professionaliteit
hiervan.
Jaren
tachtig:
vanwege
de
ruime
vraag
van
de
markt
richten
alle
BO’s
zich
op
deze
groeimarkt.
Het
vastgoedbeheer
blijft
beperkt
tot
het
technische
en
administratieve
beheer.
BO’s
worden
zich
ervan
bewust
dat
de
asset-‐vastgoed
bijdraagt
aan
een
zorgvuldige
opbouw
van
de
beleggingsportefeuille.
Jaren
negentig:
door
de
enorme
kantoorontwikkelingen
in
de
jaren
tachtig
krijgt
de
vastgoedmarkt
te
maken
met
een
groot
aanbodoverschot.
Dit
leidt
allemaal
tot
een
grote
leegstand.
Door
verhuurders
worden
concessies
gedaan
in
de
vorm
van
grote
huurvrije
perioden,
bijdragen
in
de
levering
van
scheidingswanden
of
het
afkopen
van
bestaande
huurcontracten.
In
1992
komt
het
dynamisch
beheer
à
hier
wordt
op
gedoeld
dat
enerzijds
op
maatwerk
voor
de
klant
om
de
behoefte
van
de
huurder
ten
aanzien
van
zijn
huisvesting,
accommodatie
en
aanvullende
voorzieningen,
welke
optimaal
aan
zijn
wensen
voldoen,
tegen
minimale
kosten
realiseren.
Eind
jaren
negentig:
de
rol
van
het
vastgoedmanagement
wordt
steeds
belangrijker.
Begin
21ste
eeuw:
de
managementactiviteiten
van
alle
beleidsniveaus
zijn
zich
meer
aan
het
professionaliseren.
Een
voorbeeld
hiervan
is
benchmarken.
à
is
uitgewerkt
voor
het
winkelcentrummanagement.
1.5 de
vastgoedmanagementsector
in
Nederland
de
institutionele
BO’s
zijn
de
belangrijkste
opdrachtgevers
van
de
VMO’s.
Vooral
bij
de
grote
BO’s
besloten
zij
om
zelf
aan
apparaat
op
te
zetten,
naast
het
commercieel
personeel
kwam
er
ook
een
uitgebreid
technisch
en
administratieve
staf.
Het
gevolg
van
deze
situatie
is
dat
de
kennis
van
veel
BO’s
erg
is
opgebouwd.
De
belangrijkste
aanleiding
voor
institutionele
BO’s
om
het
operationeel
management
uit
te
besteden
was
de
wens
om
zich
te
kunnen
toeleggen
op
hun
kernactiviteiten:
verzekeren
en
het
strategisch
beleggen
van
premiegelden.
1.6 de
toekomst
van
vastgoedmanagement
in
Nederland
als
gevolg
van
de
steeds
hogere
eisen
die
door
BO’s
aan
de
dienstverlening
van
VMO’s
worden
gesteld,
hebben
VMO’s
zich
geprofessionaliseerd.
Voor
het
beschrijven
van
de
kansen
voor
het
vastgoedmanagement
biedt
het
groeimodel
van
Ansoff
een
goed
houvast.
à
onderscheidt
vier
groeistrategieën
langs
de
dimensies
product
en
markt
voor
het
verbeteren
van
de
marktpositie
van
een
organisatie.
, 1. meer
van
de
huidige
managementactiviteiten
aanbieden
aan
bestaande
opdrachtgevers:
marktpenetratie
à
hiermee
wordt
bedoeld
dat
de
VMO’s
meer
van
de
managementactiviteiten
waarmee
zij
vertrouwd
zijn,
aanbieden
aan
traditionele
opdrachtgevers,
de
BO’s.
Grotere
BO’s
zijn
sterker
op
de
internationale
markt.
Omdat
er
een
schaarse
aanbod
van
beleggingsobjecten
zijn
in
Nederland.
2. nieuwe
managementactiviteiten
aanbieden
aan
bestaande
opdrachtgevers:
ontwikkeling
van
diensten
à
VMO’s
worden
door
BO’s
nauwelijks
geconsulteerd
bij
het
formuleren
van
het
object-‐
of
portefeuillebeleid.
3. huidige
managamentactiviteiten
aanbieden
aan
een
nieuw
type
opdrachtgevers:
marktonwikkeling
à
als
gevolg
van
de
schaalvoordelen
die
optreden
door
het
centraliseren
van
de
vastgoedportefeuille,
kan
het
vastgoedmanagement
rendabel
in
eigen
beheer
worden
uitgevoerd.
4. nieuwe
managementactiviteiten
aanbieden
aan
een
nieuw
type
opdrachtgevers:
diversificatie.
à
facilitymanagement
houdt
de
ondersteuning
in
van
alle
processen
in
een
organisatie.
Naast
huisvesting
zijn
dit
onder
meer
services
en
middelen.
De
vraag
naar
parkmanagement
is
in
drie
vormen:
bij
nieuw
te
ontwikkelen
bedrijventerreinen,
bij
de
herontwikkeling
van
bestaande
terreinen
en
bij
de
terreinen
in
eigendom
van
grote
bedrijven
of
instellingen.
VMO’s
zijn
van
oudsher
sterk
in
het
verzamelen
van
vastgoed
gerelateerde
data.
De
samenhang
tussen
informatie
is
afkomstig
uit
techniek,
commercie
en
administratie.
De
basis
om
goed
vastgoedmanagement
te
kunnen
uitvoeren
is
een
database
met
daarin
de
kenmerken
van
de
vastgoedportefeuille.
De
relatie
tussen
VMO
en
BO
is
een
vorm
van
uitbesteden.
==>
kenmerkt
zich
door
het
aangaan
van
een
relatie
voor
korte
tot
middellange
duur
(1
tot
3
jaar)
om
tegen
een
zo
gunstig
mogelijke
prijs
diensten
uit
te
laten
voeren
aan
de
hand
van
duidelijk
omschreven
uitkomsten.
Een
veel
verdergaande
vorm
van
uitbesteding
is
de
strategische
alliantie.
à
is
volgens
Munro
een
omvangrijke
en
langlopende
uitbestedingsovereenkomst
waarmee
de
organisatie
een
concurrentievoordeel
hoopt
op
te
bouwen.
De
Man
definieert
een
strategische
alliantie
als
een
relatie
tussen
twee
organisaties,
waarin
beide
risico
dragen
in
relatie
tot
hun
investeringen
en
de
verwachte
opbrengsten
van
hun
samenwerking.
De
alliantie
leidt
tot
intensieve
samenwerking.
2.
De
markt
voor
vastgoedmanagement
verhuurders
versus
eigenaar-‐gebruikers:
voor
het
vastgoedmanagement
is
het
van
belang
een
onderscheid
te
maken
tussen
de
vastgoedvoorraad
die
tehuur
wordt
aangeboden
en
de
vastgoedvoorraad
die
in
eigendom
is
van
de
gebruiker
zelf.
Bij
huur:
huurcontract
is
de
basis.
Vastgoedmanagement
door
eigenaar-‐
gebruikers
wordt
ook
wel
aangeduid
met
de
term
Corporate
Real
Estate
Management.
Verhuurders
vastgoedbeleggers:
• woningcorporaties
• particuliere
verhuurders
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquedenise. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.