HC Steden en Burgers in de Lage Landen
1.1 Steden in Vlaanderen en Artesië 1052-1302
Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk?
- De opkomst van handel en ambacht en herleving van de landbouwstedelijke
samenleving.
- De opkomst van de stedelijke burgerij en toenemende zelfstandigheid van steden.
De opkomst van de Nederlandse economie begon in de 11e eeuw door vebetering en
uitbreiding van de landbouw: toename voedselproductie
1. Meer landbouwgrond door ontginning en inpoldering
2. Technische verbeteringen zoals risterploeg
3. Overgang van tweeslagstelsel naar drieslagstelsel
De gevolgen van de hogere landbouwopbrengsten waren (opkomst handel):
1. Snelle bevolkingsgroei doordat er meer mensen gevoed konden worden
2. Specialisatie in ambacht doordat niet iedereen in de landbouw hoefden te werken
3. Overschotten werden verhandeld op markten
4. International handel groeide door verbeterde transport
5. Het ontstaan van de geldeconomie door toename van munten en wisselbrieven
6. Door jaarmarkten in handelscentra ontstond er een groot economisch netwerk
Er ontstond weer een landbouwstedelijke samenleving. De steden werden centra van
nijverheid en handel. Het omliggende platteland voorzag de steden van voedsel en
grondstoffen voor de nijverheid. De steden op hun beurt leverden het platteland van
nijverheidsproducten. Het verzorgingsgebied van steden werd uitgebreid en fijner.
De landsheer was in feite eigenaar van een stad en van de landbouwopbrengsten en de
producten van nijverheid. De inwoners van een stad moesten de landsheer gehoorzamen.
Echter, het dienen van de landsheer kwam de economische groei vaak niet ten goede. Om
hun economische belangen te beschermen, wilden de stedelingen zelfbestuur in handen
krijgen. Dat ging via stadsrechten zoals bescherming door stadsmuren, eigen bestuur en
rechtspraak. De steden betaalde belastingen aan de koningen, graven en bisschoppen en in
ruil daarvoor kregen de steden privileges. Het belastinggeld werd gebruikt om welvaart en
vrede te bevorderen door ambtenarenapparaat en een beroepsleger aan te nemen.
Steden hadden in die tijd veel werk, een goed rechterlijk systeem en de mogelijkheid om je
te laten bijscholen. Dat trok veel mensen naar de steden toe. Echter, het leven in de stad
was ongezond, waardoor er meer stedelingen stierven dan dat er geboren werden. Om niet
te krimpen hadden steden dus een constante stroom nodig. Maar voordat mensen
, burgerschap kregen in de stad, moesten zij wel bewijzen dat ze een economische (kapitaal
en/of maatschappelijke (kennis) waarde hadden voor de stad.
Sociale hiërarchie in de steden
1. Schepenen: stadsbestuur en rechtspraak
2. Patriciërs: rijke handelaren
3. Geestelijken en poorters: gewone stadsburgers (het gemeen)
4. Paupers: arme bevolking zonder burgerschap (het gemeen)
De verstedelijking ging niet overal even snel, de regio's Noord-Italië en Vlaanderen waren de
eerste meest verstedelijkte gebieden in Europa.
Vlaanderen:
1. Gunstige ligging naar achterland van Europa door rivieren die uitmonden in de
Noordzee. Daarnaast kanalen onderlinge Vlaamse steden, dus knooppunt.
2. Handelsroutes beschermen en verbeteren. Landsheren, edelen, geestelijken en
stadsbesturen merkten dat handel goed was voor hun eigen welvaart. Dus goede
infrastructuur, bescherming tegen bendes en lagere belastingen voor kooplieden.
3. Verbonden met de Hanze. Handelssamenwerking tussen steden in Noord-Europa.
In de Nederlanden was het gewest Utrecht het startpunt van de dynamiek tussen steden:
1. Atrecht was een bisschopsstad
2. Hoge landbouwproductiviteit door vruchtbare leembodem geschikt voor tarwe.
3. Belangrijke speler in de schapenhouderij op de onvruchtbare zoute gronden.
Hierdoor ontwikkelde zich tot centrum van lakennijverheid. Ook lagen de steden
dicht bij Engeland, de grootste leverancier van wol
De lakennijverheid bood een groot deel van de stadsbevolking werk. Voor het maken van
laken waren veel ambachten nodig zoals de wevers, de vollers en de ververs met
gespecialiseerde ambachtslieden. Het productieproces werd georganiseerd door
kooplieden, die de wol kochten, de ambachtslieden aan het werk zetten en het laken
verkochten.
Rijke kooplieden uit Atrecht verbeterden hun positie door zich te organiseren in gilden. Met
deze samenwerking beschermden en verzekerden leden elkaar. Ze stelde kwaliteitseisen en
hielpen de zwakkere uit de samenleving. Bovendien verstrekken deze kooplieden leningen
aan stadsbestuur en adel, in ruil voor meer stadsrechten. Op die manier kregen rijke
kooplieden steeds meer de macht van steden in handen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sjoukjekraak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.