Summary
psychologie samenvatting van het schoolkind tot late volwassenheid en persoonlijkheid
- Course
- Institution
het is aan de lange kant maar zeer duidelijk
[Show more]
Seller
Follow
anastasiavanlooveren
Content preview
PSYCHOLOGIE: EXAMEN JUNISCHOOLKIND:
Fysieke ontwikkeling:
- sporten
- schrijven
- knutselen
- lichamelijke prestaties
Cognitieve ontwikkeling:
- logische denkhandelingen
- classificeren: schoolkinderen weten dat een categorie tot een grotere categorie kan horen.
Proef: er zijn 3 honden en 2 katten je vraagt aan een schoolkind en een kleuter zijn er meer
honden of dieren? Een kleuter zal zeggen dat er meer honden zijn en een schoolkind zal
zeggen dat er meer dieren zijn want een kat en een hond zijn allebei dieren.
- conservatie: schoolkind begrijpt dat een hoeveelheid niet veranderd als de vorm veranderd
Proef: er zijn 2 dezelfde glazen met 2 dezelfde hoeveelheid. 1 glas wordt overgegoten in een
langer glas. Een schoolkind zal zeggen dat het allebei nog steeds evenveel is en de kleuter zal
zeggen dat er in het langer glas meer zit.
-inlevingsvermogen: gedachten van een ander begrijpen, inleven in iemands anders
perspectief
Proef: bergen er zit iemand aan de ene kant en die ziet een koe een rivier en een berg en aan
de andere kant is er een weg, mensen en planten je vraagt wat is er aan mijn kant een
kleuter zal de dingen zeggen dat hij ziet en een schoolkind zal zeggen dat jou kant verschild
Socio-emotionele ontwikkeling:
-hechten aan een groep
-Ontwikkelt zelfbeeld
-vanaf 9 jaar kunnen schoolkinderen talenten en persoonlijkheidstrekken zeggen van hun
- gepest worden
5 aspecten waarop zelfbeeld gebaseerd is bij schoolkinderen
-Schoolse activiteiten (goed of slecht in talen, wiskunde,…)
- sociale aanvaarding ( populariteit, erbij horen,..)
- uiterlijk (lichaamsbouw, huidskleur,…)
- atletische prestaties ( goed in sport, sterk zijn,…)
- gedrag (wild, rustig, zelfzeker, verlegen,…)
Theorie van erikson
+ activiteit: zichzelf ziet als iemand die iets goed kan, 5 aspecten van zelfbeeld goed behaalt
- minderwaardigheid: gevoel van falen, zichzelf ziet als iemand die weinig goed kan doen,
slecht scoort op de 5 aspecten van zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen
, SOCIALISATIE:
Waarden en normen:
Waarden: algemene, abstracte richtlijnen die de samenleving wilt dat je ze goed nastreeft
( vrijgevig zijn, behulpzaam zijn,…)
Normen: concrete gedragsregels worden opgesteld
-formele normen: vastgelegde schriftelijke wetten , verbonden met sancties,
-informele normen: niet in wetten vastgelegd, meeste mensen vinden dat ze nageleefd word
Vb;
Waarde : respect
Norm: sms sturen voor geld in te zamelen voor iemand te helpen
Waarde: vrijgevigheid
Norm: mensen geld gunnen als ze het zwaar nodig hebben bv daklozen
Instituties:
Maatschappelijke systemen die niet alleen waarden realiseren maar ook doorgeven van de
ene generatie naar de andere , zorgen voor stabiliteit in maatschappij
Kenmerken:
-bepaalt doelen van die institutie en de manier waarop ze gerealiseerd kunnen worden
- bepaalt wie wat doeten hoe de onderdelige verhoudingen tussen leden van de institutie
zijn
- doelen op een voorgeschreven manier samen realiseren , ontstaan netwerken tussen
mensen die de kern van een groep uitmaken
-wie afwijkt van de regels wordt bestraft
- schept verwachtingen ten aanzien van de mensen met wie men samen doelen probeert te
realiseren
Vb; de institutie school:
Als leerling weet je hoe je je moet gedragen
Socialisatie:
Primaire socialisatie: tijdens kindertijd
Play-en game-stadium:
Volgens socioloog Herbert Mead verloopt in 2 stadia; game-stadium en play-stadium
Play-stadium:
Vanaf 3 jaar gedragingen overnemen van een ander deze figuur wordt betekenisvolle andere
Vb: kind met pop; kind speelt de mama en de pop speelt het kind bij dit wordt gebruik
gemaakt van andere stemmen bv piepstem, diepe stem,…
Game-stadium:
Vanaf 5 jaar speelt het kind meerdere rollen bv doe alsof spelletjes zoals mama en papa,
schooltje, doktertje, politie,..
Gezin
Onbewust in aanraking met tal van waarden en normen bv in een verhaaltje worden er
mensen geholpen en wordt er bedankt en zo leert het kind dat ook
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anastasiavanlooveren. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.97. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
67096 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now