- Oorspronkelijk bacterie cellen
- Deze anaerobe bacterie cellen hebben andere aerobe bacterie opgenomen en deze is
uitgegroeid tot de mitochondriën
o Hierdoor hebben de mitochondriën ook een
dubbele wand, eigen DNA en ribosomen
- Plantencellen hebben nog een bacterie opgenomen
die aan fotosynthese deed waardoor de
chloroplasten waren ontstaan
o Hebben ook een eigen celwand en eigen
DNA en ribosomen
Plasma membraan
- Definieert een cel
- Zorgt voor vorm en sterkte van de cel (Samen met het cytoskelet)
- Belangrijk voor
o Intracellulaire communicatie
o Groei van de cel en bewegelijkheid
o Uitwisseling van stoffen (import en export)
- Bestaat uit
o Lipiden, eiwitten en sterolen
o Selectieve barriere
o Vloeibare bilaag
o Non covalente interacties
Fosfolipiden
- Opbouw
o De kop bestaat uit: 1 forfaat groep, 1 glycerol en een rest molecuul
o De staart bestaat uit twee vetzuren
- Amfifatisch
o Dit betekend dat 1 molecuul zowel hydrofoob als hydrofiel kan zijn
o Hydrofobe staart
o Hydrofiele kop
Sfingolipiden
- Heeft ook een fosfaat groep
- Heeft een sfingosine ipv glycerol
- 2 vormen
o Vetgroep
o Vetgroep en fatty chain
,Functie cholesterol
- Cholesterol stabiliseert en verstevigd het membraan
o Hierdoor kunnen fosfolipiden moeilijker bewegen
- De hydrofobe delen zoeken elkaar op
o Deze willen geen contact met water waardoor dit water weg wordt geduwd,
hierdoor wordt het membraan bijna automatisch gevormd
- Lipide bi laag is vloeibaar
o Fosfolipiden kunnen hierin bewegen
Ze kunnen verplaatsen van plek en roteren
o Deze beweging heet laterale difussie
o Doordat de fosfolipiden kunnen bewegen wordt het vloeibaar genoemd
- Hoe goed deze fosfolipiden kunnen bewegen ligt aan de samenstelling
o Als ze bestaan uit verzadigde vetzuren kunnen ze minder goed bewegen
o Als ze bestaan uit onverzadigde vetzuren kunnen ze meer en beter bewegen
Hier is meer ruimte en zijn ze dus meer vloeibaar
- Door cholesterol wordt de bilaag dikker en steviger
Membraan eiwitten
- Eiwitten geven functies aan membraan
- Transmembraan eiwitten
o Zijn amfifatisch
- Perifere eiwitten
- Vormen
o 1= Transmembraan eiwit met 1 α-helix
o 2= Transmembraan eiwit met meerdere α-helixen
o 3= Transmembraan eiwit met β- barrel
o 4= Perifeer eiwit met 1 α-helix
o 5 & 6 = Perifeer eiwit gebonden aan lipide keten
o 7 & 8 = perifeer eiwit gebonden aan ander eiwit wat aan membraan zit
, Transmembraan eiwitten
- Steekt dwars door membraan heen
- Eiwit bestaat uit aminozuren
o Midden van het transmembraan eiwit is hydrofoob omdat er
interactie met lipiden aan kan gegaan
o Het uitstekende stuk is hydrofiel
- Het middelste stuk bestaat vaak uit een α-helix
o Hier is geen water aanwezig
o Hierdoor gaan aminozuren waterstofbruggen met elkaar
vormen
α-helix is de structuur waarbij de meeste
waterstofbruggen kunnen ontstaan
- Transmembraan eiwitten bestaan uit 20 tot 30 aminozuren
o Kan een α-helix vormen en deze past precies in het
membraan
Permeaam celmembraan
- Selectief permeabel membraan
o Sommige stoffen kunnen erdoor sommige niet
- Hydrofoob en polair
o Hydrofobe stoffen kunnen makkelijk passeren
doordat ze oplossen in het hydrofobe deel
o Hydrofiel kan er niet doorheen
Kleine moleculen kunnen toch een klein
beetje passeren
Grote moleculen kunnen niet passeren ->
zeer kleine kans
o Geladen ionen kunnen nooit zonder hulp door het
membraan
o Hydrofobe moleculen kunnen zonder hulp door het
membraan andere stoffen hebben altijd hulp nodig
Transport over het membraan
- Passief transport
o Hierbij wordt geen energie gebruikt
o Simpele diffusie
o Gebeurt vanzelf dus er is geen hulp bij nodig
o Gaat van hoge naar lage concentratie omdat de cel aan beide kanten dezelfde
concentratie wil
- Simple diffusie
o Hydrofobe moleculen
o Zelf zonder hulp
- Kanalen transporter
o Stof heeft hulp nodig van eiwit om door het membraan heen te komen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller linngeubbels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.