Deze samenvatting bevat alle slides (ook de Engelse PPT's, deze zijn vertaald naar Nederlands), notities van alle college's + gastcollege's en is aangevuld met informatie uit de te kennen literatuur. Ik behaalde met het studeren van deze samenvatting een 15/20.
Samenvatting criminologische psychologie
COLLEGE 1
Criminologische psychologie
- Onderzoek naar psychologische fenomenen die relevant zijn in de criminologie, rechtbank,
forensische context
- Zeer divers
- Verdachten, getuigen, en slachtoffers
- Professionals (bijv. politie, rechters, advocatuur, etc.)
- Crimineel gedrag
- Verklaringen van getuigen, slachtoffers, en verdachten
- De relatie tussen ”psychology and crime” kent meerdere namen:
o Rechtspsychologie
o Forensische psychologie
o Criminologische psychologie
- Tak van psychologie die links heeft met verschillende andere disciplines
→ Rechtspsychologie vs. forensische psychologie
RECHTSPSYCHOLOGIE FORENSISCHE PSYCHOLOGIE
O.b.v. experimentele psychologie (bv. geheugen) O.b.v. klinische psychologie (bv. psychopathie)
o.b.v. empirisch en veldonderzoek O.b.v. empirisch en veldonderzoek
Vb.: geheugen, ooggetuigenidentificatie, Vb.: persoonlijkheid van verdachte, PTSS,
leugendetectie recidivisme, behandeling
→ Criminologische psychologie kan gezien worden als een veldnaam van verschillende disciplines
Experimenteel onderzoek
- Onafhankelijke variabele: dat wat je manipuleert (politie die suggestie geeft of niet)
- Afhankelijke variabele: dat wat je meet (prestatie op de lineup)
- Verschillende designs: between vs. within
o Between-subjects design
o Within-subjects design
1
,Geschiedenis van de criminologische psychologie
- Er is niet 1 duidelijke geschiedenis van deze tak van psychologie
- Komt omdat de geschiedenis hiervan overlapt met de geschiedenis van bijvoorbeeld de
rechtspsychologie en forensische psychologie
- (Onvolledig) overzicht van een aantal “keyplayers”
- Vaak begonnen als de psychologie van verklaringen (Psychology of Testimony)
- Al in de 5e eeuw voor Christus zei de Griekse historicus Thucydides het volgende hierover:
“Coincidence between accounts of the same occurrences by different eyewitnesses, arising
sometimes from imperfect memory, sometimes from undue partiality for one side or the other”
- Oostenrijkse jurist Hans Gross’ tekstboek (KriminalPsychologie) in 1889 ging grotendeels over
de psychologie van ooggetuigenverklaringen
- Amerikaanse psycholoog Münsterberg (1908)’s boek ”On the Witness Stand” wordt vaak
gezien als het belangrijkste werk over psychologie en recht (en de toegepaste psychologie)
- Het geschreven werk van Münsterberg was niet onomstreden (schreef o.a. dat vrouwen niet
geschikt waren als juryleden)
- Duitse psycholoog Stern introduceerde in 1901 de “Psychologie der Aussage” (verklaringen,
suggestibiliteit, geheugen)
- Introduceerde als een van de eerste het drama experiment/reality experiment (staged event)
- Zulke experimenten werden ook uitgevoerd door de Duitse criminoloog van Listzt (1902)
- Stern’s werk was vaak experimenteel en nog steeds actueel: “The children (juveniles) should
be questioned, if at all possible, only once, in an anxiety-free atmosphere, as soon as possible
after the experience in question, and only by a particularly apt personality”
- De Franse psycholoog Binet (1900) schreef La Suggestibilité dat gelinked was aan het werk van
Stern
- Psychologen zoals Stern waren Joods en hadden door de oorlogen het moeilijk om verder les
te geven
- Lange tijd stil in het werk rond psychologie en verklaringen (rond 1970-1980 weer een
toename in dit onderzoek)
- Amerikaanse psycholoog Hans Toch was de redacteur op een van de eerste overzichtsboeken
getiteld “Legal and Criminal Psychology” (1961)
- Britse psycholoog Eysenck schreef als een van de eerste over ‘Crime and Personality’
(1964/1979)
- De psychiater Cleckley (1941/1964) was een van de eerste die schreef over psychopathie
(Robert Hare is nu een van de meeste beroemde onderzoekers op dit terrein)
- → België en Nederland spelen ook een belangrijke rol
- Belgische psycholoog Varendonck benoemde al in 1911 de gevaren van suggestie op
verklaringen van kinderen
- Van Geuns verdedigde in 1914 in Amsterdam welke factoren verklaringen kunnen aantasten
(bv. drugs)
2
,Stellingen
- Memory is capable of unconsciously ‘blocking out’ memories of traumatic events (fout)
- Dissociative amnesia is caused by an overwhelming amount of stress (fout)
- Memory is like a video recording, accurately recording events as they actually occurred (fout)
- Very vivid memories are more likely to be accurate than vague memories (fout)
- Dissociative amnesia is an essential human response to traumatic events, such as combat, crimes,
natural disasters, rape and childhood abuse (fout)
- It is possible that most of the time memories that were previously blocked resurface after
recovering from dissociative amnesia (fout)
- Early memories, from the first year of life, are accurately stored and retrievable (fout)
- Memory is not influenced by suggestion (fout)
- People suffering from dissociative amnesia can develop one or more new identities (fout)
- It is possible for a client/patient to distinguish between ‘true’ and ‘false’ memories (fout)
- Repressed memories of events that did happen can be retrieved in therapy accurately (fout)
- Hypnosis can accurately retrieve memories of events that did happen, but were previously not
known to the client/patient (fout)
- People suffering from dissociative amnesia forget how to use common objects, such as forks,
computers or cars (fout)
- People who commit severe and violent crimes can develop dissociative amnesia for those events
(fout)
- Memory can be inaccurate (juist)
- People suffering from dissociative amnesia are unaware of their amnesia (fout)
- People suffering from dissociative amnesia cannot recall their own birthday (fout)
- Memory of everything experienced is stored permanently in the brain, even if we can’t access all
of it (fout)
- Growing up in an emotionally abusive environment leads people to developing dissociative
amnesia (fout)
- It is possible for an individual to develop ‘false’ memories of non-traumatic events (juist)
- People with dissociative amnesia do not remember most of their life (fout)
- People with dissociative amnesia usually have impairment in all aspects of functioning (fout)
- A poor memory for childhood events is indicative of a traumatic childhood (fout)
- Therapy helps people with dissociative amnesia to recover their buried memories (fout)
- Some people have true ‘photographic memories’ (fout)
- Dissociative amnesia is an innate capacity of the brain to expel traumatic memories from
consciousness (fout)
- The suggestibility of memory is a problem for young children (fout)
- Dissociative amnesia can be viewed as a blocking mechanism (fout)
- Dissociative amnesia is a natural phenomenon that has been documented throughout history
(fout)
- When someone has a memory of a trauma while in hypnosis, it objectively must have occurred
(fout)
- Liars can be detected by focusing on non-verbal signals such as sweating (fout)
- A statement of a liar differs from that of a truth teller (fout)
- Unconscious memories of trauma such as abuse can lead to depressive symptoms (fout)
- Memories of traumatic events such as abuse can be inaccessible for many years waiting to be
recovered (fout)
- While talking, liars look away more than truth teller (fout)
- Memories of emotion that you felt in childhood will be accurate (fout)
- Memories of the emotions that you felt in childhood will not change over time (fout)
- Memories of emotions you felt previously can change if your appraisal of the past situation changes
(juist)
- It is possible to not feel any distress during an event, but then years later to misremember being
distressed during that event (fout)
3
,Case Vignettes
Central Park Joggers Zaak
- April 19, 1989
- Trisha Meili
- Aanranding, verkrachting
- 5 mannen
- Bekentenis
- 5-15 jaar gevangenisstraf
- Vrijspraak door
- DNA-bewijs
- Matias Reyes
- Bekende in 2002
- DNA-bewijs bevestigde zijn schuld
Stefan Kiszko
- Moord op Lesley Molseed
- Aanranding en moord
- October 5, 1975
- Stefan Kiszko
- Mentaal labiel
- Bekende na suggestieve ondervraging
- 16 jaar gevangenisstraf
- 1992 vrijgesproken
- Kon Lesley niet hebben vermoord
- Stierf in 1993
4
, COLLEGE 2
Onderzoeksmethoden in de criminologische psychologie
Mr. Big-methode: methode waarbij politie zich infiltreert in criminele organisatie en zich voordoen als
criminelen en vragen of de verdachte bij hun organisatie wil horen, maar dan moet hij wel toegeven
wat hij allemaal op zijn kerfstok heeft → niet betrouwbaar, man kan valse verklaringen geven omdat
hij zo graag bij de organisatie wil
Goed onderzoek is belangrijk:
- Als je, als criminoloog, gevraagd wordt om te assisteren in een bepaalde situatie (bijv. therapie,
ondervraging), dan wil je vaak teruggrijpen op artikelen/onderzoek
- Hoe weet je wanneer een artikel goed onderzoek beschrijft?
- Vandaag worden verschillende onderzoeksmethoden in de criminologische psychologie
besproken
→ Voorbeeld: Cees B. – De Schiedammer Parkmoord:
- Een v/d grootste gerechtelijk dwalingen ooit in Nederland, ook in België veel invloed gehad
- Hij heeft 2 kindjes in de bosjes genomen en misbruikt en 1 v/d 2 vermoord, de andere kon
ontsnappen en werd verhoord → Cees B. werd verdacht en werd hard verhoord, ook ‘s nachts;
dus uiteindelijk bekende hij en werd hij veroordeeld, ook al matchte zijn DNA niet – jaren later
heeft de echte dader bekend
- Het is mogelijks dat deze man door te weinig slaap bekend heeft
Valse bekentenissen
Onderzoek:
- 1) Proefpersonen
- 2) Wel slaap vs. geen slaap
- 3) Valse bekentenissen
o Manipulatie: slaap
o Meting: valse bekentenissen
→ Groep die mag slapen en groep die niet mag slapen
→ Kijken wie meer valse bekentenissen zouden afleggen
→ Conclusie: slaap kan een rol spelen in valse bekentenissen
Waarom is onderzoeksmethodologie relevant?
- 1) Effectiviteit interventie
- 2) Werkt een interventie?
Een korte geschiedenis
- Man had 9 studies gedaan en hieruit bleek dat wij later in de toekomst kunnen kijken en
paranormale gaven zouden hebben
o Onderzoekers hebben dit onderzoek gerepliceerd (overgedaan) en niemand kon tot
dezelfde bevindingen komen → komt omdat de onderzoekers vrijheid hebben (hij kon
900 onderzoeken hebben gedaan waarvan 9 positieve resulaten geven, en enkel over
deze 9 hebben geschreven)
- Een onderzoeker vond een relatie tussen grafitti en racisme
5
, o → Hij deed helemaal geen onderzoek: hij ging met vragenlijsten naar een school
(zogezegd) maar deed dit in werkelijkheid niet, en voerde zelf in wat hij wou → hij
pleegde dus fraude en publiceerde dus onechte bevindingen in artikels
- Een grootschalig onderzoek waarbij 100 studies opnieuw werden gedaan → maar in 63% v/d
replicaties vonden ze hetzelfde resultaat, de andere 37% v/d studies bleken niet te kloppen…
o → Werd de ‘replicatie crisis’ genoemd
→ De vrijheid die wij hebben als wetenschapper is zo groot waarbij we een verhaal kunnen schrijven
dat heel interessant en relevant lijkt (selective reporting), maar in werkelijkheid helemaal niet zo is
→ Wij zijn vaak er niet bewust van dat die vrijheden het onderzoek kunnen schaden
Onderzoek verbeteren:
→ Problemen:
- File drawer problem
o = er komt niets geks uit hun onderzoek, dus stoppen ze het maar in de lade van hun
bureau, terwijl het ook heel interessant kan zijn om deze wel te publiceren
- Selective reporting
o alleen maar dat rapporteren wat interessant voor je is, en wat niet interessant is
achterwege laten
- HARKing
o = Hypothisising After Results Are Known: je maakt een hypothese, je doet onderzoek
en ziet dat het resultaat anders is dan je hypothese, dus ga je deze veranderen
- Cherry picking
o = beetje hetzelfde als selective reporting, alleen ga je hier alleen maar dat kiezen wat
je interessant vindt
- Data peeking
o = je gaat 100 mensen testen/onderzoeken maar na 20 mensen vind je al een
interessant resultaat, dus je gaat die andere 20 al niet meer testen
➔ Kunnen allemaal leiden tot een vertekend beeld v/d werkelijkheid
Soorten onderzoek:
1) Kwantitatief (hoeveelheden): experimenteel, survey
o Je gaat iets manipuleren
o Vb.: ene groep krijgt cannabis, andere groep krijgt placebo → je gaat het hebben van
cannabis manipuleren
2) Kwalitatief (bepaalde interessante aspecten in onderzoek): interview, focusgroepen
Onderzoek doen:
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marjoleinvanbesien. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.