Zeer uitgebreide samenvatting van het vak Bestuursrecht 1 van de opleiding Vastgoed en Makelaardij. De samenvatting is gebaseerd op het boek Omgevingsrecht / Publiekrecht en de hoorcolleges en vormt een zeer goede voorbereiding voor het tentamen.
De samenvatting behandelt niet alleen de belangri...
College 1: de Algemene Wet Bestuursrecht
Inleiding
Vroeger bestond het bestuursrecht uit allerlei wetten met verschillende regels, opbouw en
procedures. Om uniformering en standaardisering te creëren werd de Algemene Wet
Bestuursrecht opgesteld. Daarin zijn de standaardprocedures met betrekking tot besluiten
van de overheid vastgelegd maar ook de wijze waarop handhaving plaatsvindt en op welke
manier burgers zich kunnen verweren. Ondanks de Awb zijn er nog steeds veel bijzondere
wetten die afwijken. Wanneer in de betreffende wet geen afwijkende procedure staat, of
wanneer verwezen wordt naar de Awb, dan gelden de standaardprocedures van de Awb.
Belangrijke begrippen
In hoofdstuk 1 Awb staat aangegeven voor welke procedures de Awb wél en niet van
toepassing is, dit aan de hand van drie belangrijke begrippen.
Een bestuursorgaan (art. 1:1 Awb) is een organisatie of rechtspersoon met de bevoegdheid
besluiten te nemen. Het gaat hier om besluiten die particuliere organisaties of (rechts)
personen niet kunnen nemen, dus bijvoorbeeld de afgifte van vergunningen of oplegging van
een verkeersboete. Om te bepalen of iets een bestuursorgaan is moet gekeken worden of
iemand een overheidstaak uitvoert, dit kunnen ook particuliere organisaties zijn zoals het
CBS of CBR: ze maken geen deel uit van de overheid maar zijn wel bestuursorgaan. Om
ervoor te zorgen dat niet alle overheidsorganen bestuursorgaan zijn staan in lid 2
uitzonderingen. (onderscheid a- en b-organen, staat in artikel)
Een besluit (art. 1:3 Awb) is een verzamelbegrip, zo kan het voor veel of slechts enkele
personen gelden. Een besluit dat geld voor een grote groep mensen, zoals een
bestemmingsplan of onderwijsregelgeving, worden besluiten van algemene strekking
genoemd. Besluiten die betrekking hebben op één of een paar mensen, zoals een
omgevingsvergunning of het toekennen van subsidie, heet een beschikking. Volgens de
Awb moet een besluit schriftelijk gebeuren en moet het niet gaan om feitelijke handelingen,
zoals het ontruimen van een kraakpand. Meestal is het wel zo dat er een besluit voorafgaat
aan een feitelijke handeling, zoals de vergunning voor het omhakken van een boom. Er moet
dus een beoogd rechtsgevolg zijn: er komt verandering in iemands rechtspositie. Een laatste
eis is dat het besluit afkomstig moet zijn van een bestuursorgaan.
Wanneer een besluit is genomen kan daartegen worden opgekomen door mensen wiens
belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken: belanghebbenden. De aanvrager van een
beschikking is altijd belanghebbende. Daarnaast zijn er derde-belanghebbenden: anderen
dan de aanvrager met belangen. Ook bestuursorganen zoals het college van B&W kunnen
bezwaar maken of in beroep komen tegen besluiten van andere bestuursorganen.
De begrippen besluit, beschikking, a.v.v. en b.a.s.
Besluiten kunnen dus van algemene strekking zijn of niet, dan spreekt men van
beschikkingen. Besluiten van algemene strekking vallen uiteen in:
• A.v.v. = algemeen verbindende voorschriften, vooral materiële wetgeving zoals
AMvB’s en gemeentelijke verordeningen die burgers bindende voorschriften
bevatten.
• Beleidsregels = geven aan hoe bestuursorgaan gebruik zal maken van bevoegdheid
om bijvoorbeeld zelf te beoordelen hoe met vergunningaanvragen wordt omgegaan.
• Plannen = ontwikkeling van toekomstig beleid, bijvoorbeeld ziekenhuis- of
rioleringsplannen.
Algemene bepalingen met betrekking tot besluiten
Besluiten die genomen worden door bestuursorganen moeten dus goed in elkaar zitten,
betrokkenen hebben daarbij inspraak, bestuursorganen mogen geen machtsmisbruik doen
en burgers kunnen naar de rechter gaan etc. Hierover zijn enkele algemene bepalingen.
, • Ondersteuning/vertegenwoordiging: een advocaat of jurist is niet verplicht. Mensen
mogen zelfstandig bepleiten, eventueel met hulp van een adviseur of deskundige.
Het is ook mogelijk om je door iemand anders dan een advocaat te laten
vertegenwoordigen. Wanneer dan alleen de gemachtigde verschijnt mag het
bestuursorgaan om schriftelijk bewijs vragen, of de gemachtigde mag zelfs geweigerd
worden wanneer men al weet dat deze verstoring zal brengen. Dat geld niet voor
advocaten (art. 2:1 tot 2:2 Awb).
• Doorzendplicht: wanneer een brief met bezwaar verkeerd komt bij het verkeerde
bestuursorgaan dan dient deze het door te sturen naar het juiste bestuursorgaan of
indien dat niet duidelijk is terug te sturen (art. 2:3 Awb). Om misverstanden zoals dit
te voorkomen moeten bestuursorganen tegenwoordig aangeven waar mensen in
verweer kunnen komen.
Naast de wet moeten bestuursorganen zich ook houden aan de algemene beginselen van
behoorlijk bestuur (a.b.b.b.). Er zijn zowel geschreven als ongeschreven beginselen:
Geschreven:
• Zorgvuldigheidsbeginsel (art. 3:2 Awb). Voor het nemen van een besluit dient alle
benodigde informatie verzamelt te zijn en een goede afweging te zijn genomen.
• Het verbod van détournement de pouvoir (art 3:3 Awb). Bevoegdheden mogen alleen
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn. Bijvoorbeeld, gemeenten mogen wegen
verklaren tot 30-kilometer gebied etc. wanneer een bedrijf niet meewerkte met de
gemeente zorgde de gemeente dat op de weg vrachtwagens verboden werden om
het bedrijf onder drukt te zetten.
• Het evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 Awb). Bij tegengestelde belangen dienen deze
tegen elkaar worden afgewogen om te kijken wat het beste is. Soms kan strikte
naleving van algemene regels nadelig uitpakken en wordt daar dan vanaf geweken.
• Het verbod van willekeur (art. 3:4 Awb). Een rechter kan kiezen om een dient te
vernietigen wanneer nadelige gevolgen niet in verhouding zijn met de reden waarvoor
het besluit dient.
Ongeschreven:
• Het gelijkheidsbeginsel: gevallen die identiek zijn moeten gelijk worden behandeld.
Wanneer de bestuursorgaan gevallen niet identiek vind en iets anders beslist moet dit
gemotiveerd worden. Beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt vaak bij handhaving,
dus bij toepassing van bestuursdwang of dwangsom.
• Het vertrouwensbeginsel: wanneer een bestuursorgaan iets pleit, dus bijvoorbeeld
mondeling, dan kan hier aanspraak op worden gedaan indien degene die beroep
doet er vanuit mocht gaan dat de bepleiting kon kloppen. (zie blz. 83)
• Het rechtzekerheidsbeginsel: mensen moeten weten waar zij aan toe zijn. Vage
bepalingen als ‘voldoende afstand’ zorgen vaak voor onduidelijkheid.
• Het fair-playbeginsel: een soort vangnet voor situaties waarin de andere beginselen
niet voorzien.
Communicatie kan via ICT verlopen (art. 2:13 Awb) tenzij anders is bepaald. Ook kan het
bestuursorgaan weigeren om via ICT te communiceren.
Procedures rond besluiten
Procedures van b.a.s. en beschikkingen komen grotendeels overeen. Voor een beschikking
moeten een aantal zaken gegarandeerd worden: openbaarhid, termijnen, waarborgen en
rechtsbescherming. Er zijn daarnaast twee standaardprocedures voor toestandkoming/afgite
van een beschikking: de gewone en uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Bij de
gewone procedure staat het belang van de aanvrager voorop en zijn er eigenlijk geen derde-
belanghebbenden, bij de andere procedure is dit wel het geval.
, Voor de gewone procedure geldt dat men begint met het indienen van een aanvraag. Het
bestuursorgaan neemt daarop een besluit. Wanneer de aanvrager het hier niet mee eens is
kan hij in bezwaar gaan bij dit bestuursorgaan of administratief beroep indienen bij een ander
bestuursorgaan dan degene die het besluit heeft genomen. Wanneer de aanvrager dan
alsnog niet tevreden is kan hij in beroep gaan bij de rechtbank en daarna eventueel in hoger
beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS).
De procedure rond de aanvraag staat in hoofdstuk 4 van de Awb. Een korte samenvatting is
als volgt:
• Indienen aanvraag, schriftelijk en bij bevoegd bestuursorgaan. Er zijn weinig eisen,
slechts naam en adres van aanvrager etc. (art. 4:1 en 4:2 Awb). Soms wordt een
standaardformulier gebruikt om gegevens efficiënt te verstrekken (art. 4:3 Awb).
• Ontvankelijkheid aanvraag: een bestuursorgaan kan weigeren een aanvraag verder
in behandeling te nemen wanneer de aanvraag niet compleet is of onterecht
elektronisch is gedaan. Ook aanvragen in vreemde talen of ingewikkelde aanvragen
kunnen geweigerd worden. De aanvrager krijgt hiervan een schriftelijke mededeling
en kan vervolgens de aanvraag in orde maken (art. 4:5 en 4:6 Awb)
• Wanneer de aanvraag compleet is neemt het bestuursorgaan een besluit. Bij gehele
of gedeeltelijke weigering kan de aanvrager zijn zienswijze bekend maken. Ook
derde-belanghebbenden mogen hun zienswijze bekendmaken wanneer vermoedt
wordt dat zij hun bedenkingen zullen hebben (art. 4:7 tot 4:9 Awb). Soms wordt de
zienswijze niet verplicht (art. 4:11 en 4:12 Awb).
De inhoud van een besluit dient te voldoen aan de algemene beginselen van bestuur zoals
de motiveringsplicht en het evenredigheidsbeginsel. De beslistermijn is soms genoemd in
een wet, zoals acht weken bij de Wabo, anders geldt een termijn van maximaal acht weken
(art. 4:13 Awb). Bestuursorganen kunnen deze termijn uitbreiden (art. 4:14 lid 1 en 3 Awb).
Per wet of beschikking verschilt het wanneer deze in werking treed, zo is dat in de Wabo (art.
6:1) de dag na bekendmaking. In de Awb staat alleen dat een besluit niet van kracht wordt
voordat het bekend is gemaakt (art. 3:40 Awb). De klassieke manier van bekendmaken van
algemene besluiten is via huis-aan-huisbladen (art. 3:42 Awb), daarnaast is tegenwoordig
het internet een belangrijke plek.
De gewone procedure na aangifte van de beschikking
Wanneer de aanvrager of een derde-belanghebbende het niet eens is met de afgegeven
beschikking dan kan deze een bezwaarschrift indienen of in administratief gaan binnen 6
weken nadat het besluit bekend is gemaakt (art. 6:7 en 6:8 Awb). Het bezwaar of beroep
heeft geen schorsende werking (art. 6:16 Awb). Echter is het wel zo dat wanneer
bijvoorbeeld een vergunning nog niet onherroepelijk is, het geheel op eigen risico is om
gebruik te maken van die vergunning.
Bezwaarschriftprocedure
De bezwaarschriftprocedure wordt altijd ingediend bij het bestuursorgaan dat het besluit
heeft genomen binnen de gestelde termijn, dus maximaal 6 weken. Wanneer er iets
ontbreekt in een besluit waardoor bijvoorbeeld niet duidelijk is waar bezwaar gemaakt moet
worden etc. mag de termijn met maximaal 2 weken worden overschreven. Wordt in een huis-
aan-huisblad een verkeerde datum genoemd, dan mag men van die datum uitgaan tenzij het
overduidelijk is dat er een fout is gemaakt. Wanneer een bezwaarschrift juist te vroeg is
verzonden wordt deze meestal wel geaccepteerd (art. 6:10 Awb). Bezwaarschriften welke
naar het verkeerde bestuursorgaan of naar de verkeerde rechter zijn gestuurd moeten
doorgezonden worden (doorzendplicht) naar het juiste adres. Overige eisen waaraan het
bezwaarschrift moet voldoen zijn NAW-gegevens en de gronden van bezwaar (art. 6:5 en
6:6 Awb).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bvd2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.