Fysiologie En Endocrinologie Van Seksualiteit En Voortplanting
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
Ellennnn
Reviews received
Content preview
Fysiologie en endocrinologie
Examen: 4 vragen
Leermateriaal :
1. Open vraag (verdeeld in … vragen)
• Cursus : op toledo
2. Open vraag
3. Meerkeuze (met giscorrectie) • Notities van de les
4. Begrippen (5) (Getallen exact niet kennen)
Hoofdstuk 1. Niet zwangere vrouw
1. Gonadotropinen
= 2 hormonen ® Stimuleren gonaden/geslachtsklieren (=eierstokken of ovaria bij vrouwen)
Gevolg: vrouw wordt vruchtbaar
Zie figuur 1
• LH= luteiniserend hotmoon ® lu. De follikel
• FSH= follikelstimulerend hormoon
® Worden gevormd in de ‘gonadotrope cellen’
- Liggen in de hypothalmamus (HT)
- “ in de adeno hypofyse (AH) (hersendeel)
® AH krijgt bloed van HT
Figuur 1
Bloedvaten
GNRH neuron
Axon loopt nr
Haarvaten bloedvaten
Gonadotrope cel
• GNRH= stimuleert vrijgave
- = Gonadotropine releasing hormoon
o GnRH wordt gesecreerd door GnRH neuronen (liggen in HT)
- Wordt aangemaakt in cellichaam en getransporteerd door axon ® Secretie in bloed
o Bloed stroomt via bloedvat naar AH
o Die gonadotr. cellen hebben receptor voor GnRH
® Gevolg: LH en FSH worden gesecreerd
- GnRH secretie wordt gestimuleerd door Kisspeptine
o KNDy-neuron (=candy-neuron) secreert 2 stoffen
§ K= Kisspeptine
§ N= Neurokenine B
§ D= Dynorfine
o Secretie van Kisspeptine:
§ Verloop pulsatieel (=inpulsen) 6min, daarna 1-4uur geen secretie
• NKB stimuleert de frequentie: ®
• Dynorfine verlaagt de frequentie:
1
, § Puls van Kisspeptine leidt tot puls van GnRH ® dus GnRH wordt dus ook
pulsatieel gesecreteerd ® GnRH stimuleren gonadotrope cellen ® dus
ook die cellen worden pulsatieel gestimuleerd
§ Belangrijk: wij hebben maar 1 celtype gonadotrope hormonen, welke
hormonen worden vrijgezet is afhankelijk vd frequentie v stimulering
• Hoog (1puls/h) ® vnl. LH
• Laag (1puls/4h) ® vnl. FSH
Hoe worden de gonadotropine geregeld?
1. Door de ovaria
• Ovaria secreren 3 factoren die regelend inwerken
o E= oestrogeen
o P= progesteron
o …= …
® Producten van ovaria werken:
1. Onderdrukkend= negatieve feedback
2. Stimulerend= positieve feedback
2. Door de stress
• Stress onderdrukt GnRH secretie
o Rechtstreeks onderdrukken van GnRH secretie
o Onrechtstreeks door Kisspeptine te onderdrukken
• Gevolg: LH en FSH worden onderdrukt (normaliter wnr niet onderdrukt vruchtbaarheid stimuleren)
® vruchtbaarheid w onderdrukt (door stress)
• 2 soorten stress:
1. Negatieve energiebalans
• =Meer energie verbruiken dan binnenkrijgen
• Bv. Anorexia® menstruaties stoppen door ¯vruchtbaarheid
• Bv. Topatleten geraken moeilijker zwanger
2. Psychische stress
• Vrouw met regelmatige cyclus ® Stressperiode ® Langere
of kortere cyclus
• Bv. Koppels die niet zwanger geraken en veel behandelingen
ondergaan (=stress) ® niet zwanger ® behandeling stopt ®
plots spontane zwangerschap (stress valt weg)
3. Geven van borstvoeding
• Vermindert vruchtbaarheid (rechtstreeks en onrechtstreeks zoals bij stress)
2. Follikels
= bolvormige structuren in de ovaria
Oöcyt/eicel
1. Primordiale follikel Granulosacel
• Vorming bij ongeboren meisjes rond 20 weken zwangerschap
• Blijft ganse periode onveranderd in ovaria (duur verschillend van follikel tot follikel)
• Plots beslist follikel om verder te groeien (verschilt van follikel tot follikel)
• De meeste follikels die beginnen te ontwikkelen gaan kapot (=atresie)
Oöcyt 2. Preantrale follikel
Zona • FSH concentratie stijgt ® Groeit verder
pellucida • FSH concentratie daalt/stijgt niet ® Gaat kapot
= Atresie= het kapot gaan/afsterven ve follikel (examen)
=Granulosacellen gaan vermenigvuldigen
2
=Thecacellen
,Gevolg van atresie= vrouw verliest follikel en eicel
1. In zwangerschap: 7 miljoen follikels
2. Geboorte: 2 miljoen follikel
3. Puberteit: 300.000 follikel
4. Menopauze: allemaal kapot (oorzaak)
3. Ovulatoire cyclus
= cyclus met eisprong
3.1 Folliculaire fase
a. Rekrutering (dag 1-5)
LH in het begin van de cyclus is het verder zetten van de stijging van LH van de vorige cyclus
FSH in het begin van de fase
Dag 1= dag van de cyclus waar de menstruatie begint
Preantale follikel eenmaal gevormd en FSH kan deze beginnen met groeien (20 follikels)
® Antrale follikel: Er is nu een holte (= antrum), waar follikelvocht in zit, ontstaan in de preantale
follikel
1) Delen ® Follikel
groeit
Waarom rekrutering? omdat ze zo van atresie worden gered 2) Inhibine aan
3 ) Androgenen
b. Selectie (dag 6-10) opnemen ®
Omvormen tot E2
Vd 20 antrale follikels is er 1 groter dan de 19 andere
® Wordt geselecteerd= Dominante follikel Androgenen=A
® Maakt Oestradiol en Inhibine aan
(negatieve feedback op FSH secretie) Cholesterol=C
• LH in concentratie: hierdoor Tecacellen meer Androgenen aanmaken
• FSH ¯
® Follikels komen onder meer mannelijke invloed terecht (kunnen hier niet tegen) en gaan
daardoor kapot (atresie), buiten de dominante follikel
Dominante follikel verliest FSH receptoren (worden LH-receptoren) ter hoogte van de G-cellen.
LH in dominante follikel stimuleert deling (1), aanmaak inhibine (2) en E2/oestradiol productie (3)
(Behoud dus wel functie van FSH).
c. Preovulatoire folikkel (dag 11-14)
Deze wordt heel groot ® secreert heel veel E2 en inhibine. (Zie figuur 1)
a. Een grote E, hoge oetsrogeen concentratie, die 50h aanhoudt: stimuleert de LH secretie
(positieve feedback)
b. GnRH stimuleert GnRH receptoren ® LH vrijgezet/secretie
® LH stijgt sterk in zijn concentratie
® FSH zal omwille van dezelfde redenen stijgen (minder sterk, omdat de pulsfrequentie is)
®® Deze combinatie zorgt voor ‘Luteinisatie’: leidt tot 3 veranderingen
1. G- en T-cellen stapelen luteine op
• = Gele kleurstof (kunnen we niet via lichaam aanmaken, enkel via eten. De
kleurstof w opgeslagen/opgestapend in de cellen® Cellen krijgen gele kleur)
2. G-cellen stoppen met delen
3. G-cellen maken en secreren progesteron
3
, Laatste wat gebeurd: concentratie van een # hormonen dalen en Progesteron stijgt (0 naar 5)
• E en inhibine ¯: er ontstaat dus een piek, 30h voor de eisprong
• FSH ¯: 8 naar 3 Onduidelijke redenen
20h voor eisprong
• LH ¯: ? naar 10
Ovulatie/eisprong: LH die boven raster uitkomt zorgt voor 3 veranderingen
1. Meiose vd oöcyt
2. Loskomen van granuloza cellen
3. LH stimuleert kapotgaan van de wand van de eierstokken en de follikelwand
Centrale holte is
3.2 Luteale fase verdwenen
a. Corpus Luteum (CL) (dag 15-21)
Juist hetzelfde als preovulatoire follikel
Progesteron (5 naar 21, want CL secreert voornamelijk progesteron.)
• Stimuleert aanmaak dynorfine door de KNDy-neuronen
• Vertraagt de frequentie van Kisspeptine pulsen van 1puls/h naar 1puls/4H, wat leidt tot
de vertraging van de GnRH pulsen.
LH daalt in secretie van 10 naar 5
FSH daalt in secretie van 8 naar 4, want E en inhibine beinvloeden onrechtstreeks de secretie
b. Luteolyse (dag 22-28)
= Kapot gaan van Corpus Luteum ® Corpus Albicoms
G-cellen secreren Prostagladine F2a (PGF2a) ® Inhibeert sterk de T- en G-cellen
(De stimulering is miner uitgesproken dan de inhibitie van PGF2a)
® Gevolg: Corpus Luteum gaat kapot
® Geen progesteron meer aangemaakt (van 21 naar 0)
Doordat P en dynorfine ¯: Kisspeptine pulsen ® GnRH pulsen ® LH door GnRH cellen
(de stijging van LH (5 naar 8) gaat door tot dag 10 vd volgende cyclus)
Inhibine en E ¯ (van 11 naar 1), waardoor FSH niet meer wordt geinhibeert en stijgt van 5 naar 8
(de stijging van FSH gaat door tot dag 5 vd volgende cyclus)
4. Androgenen (Zie figuur 5)
a) Productie: 5 mannelijke hormonen in bloed van de vrouw (Sommige ♀hier problemen mee kunnen hebben)
1. DHEA-S = Dehydroepiandrosteronsulfaat
2. DHEA = Dehydroepiandrosteron (zonder de sulfaat)
3. A4 = Androstenedious
4. T = Testosteron
5. DHT = Dihydrotestosteron
Plaatsen aanmaak:
• Bijnier vormen de eerste 4: DHEA-S, DHEA, A4 en T
• Gonade (=ovaria) vormen DHEA, A4 en T
• Perifere weefsels (= voorn. huid en vetweefsel) vormen T en DHT
Bijnier en gonade maken de androgenen aan obv cholesterol. De perifere weefsels maken T
en DHT obv DHEA-S, DHEA en A4.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ellennnn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.