100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Blok 2 Criminalistiek Colleges $3.77   Add to cart

Class notes

Blok 2 Criminalistiek Colleges

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

1) Probabilistisch redeneren: bewijsevaluatie: likelihood ratio; 2) Forensische rapportage, conclusieschalen, drogredenen; 3) Oefeningen met drogredenen, waarschijnlijkheidsverhouding; 4) Lezen: boek hoofdstuk 2, 3 (dit is literatuur en NIET aanwezig in dit document)

Preview 3 out of 21  pages

  • September 3, 2022
  • 21
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Berger
  • All classes
avatar-seller
Blok 2 - College 1 - Probabilistisch redeneren: bewijsevaluatie: likelihood ratio
_________________________________________________________________________
Dit blok:
1) Probabilistisch redeneren: bewijsevaluatie: likelihood ratio;
2) Forensische rapportage, conclusieschalen, drogredenen;
3) Oefeningen met drogredenen, waarschijnlijkheidsverhouding;
4) Lezen: boek hoofdstuk 2, 3

Deel artikel Aristoteles
Het strafproces is gegrond op het uitgangspunt dat de waarheid de facto niet alleen als
zodanig bestaat, maar ook daadwerkelijk kan worden gevonden. Er moet binnen het
strafproces in elk geval naar worden gezocht en er moet vervolgens een eindbeslissing
worden genomen. Dit betekent dat in het justitiële onderzoek relevante gegevens moeten
worden verzameld, waarna het selecteren en waarderen ervan een taak van de rechter is.

Er zijn een aantal verschillen tussen de rechters en wetenschappers:
- Wetenschappers hebben hun bedenkingen bij ‘de waarheid’. Wetenschappelijk
onderzoek is gebaseerd op het verzamelen van empirische gegevens en het
formuleren en testen van hypothesen, aan de hand van die gegevens. De
wetenschapper moet een keuze maken voor een hypothese, maar deze hypothese
kan altijd nog verworpen worden door het doen van nieuwe waarnemingen.
- Rechters moeten recht doen en op enig moment een beslissing nemen die is
gegoten in een oordeel dat is verwoord in absolute termen. Het misdrijf is bewezen of
niet. De rechter kan zich niet onttrekken aan het redeneren met gegevens waarvan
de juistheid inherent onzeker is. Een kernpunt is dat rechters in hun zoektocht naar
de waarheid wel degelijk gebruik maken van hypothesen en waarschijnlijkheden,
namelijk in de vorm van scenario’s.

Aristoteles schreef over de forensische retorica → gericht op het overtuigen van een jurylid
dat een oordeel moest vellen over gebeurtenissen uit het verleden.
- Hij schreef daarbij: conclusies die in de meeste gevallen of mogelijk opgaan moeten
getrokken worden uit premissen waarvoor hetzelfde geldt, net zoals noodzakelijke
conclusies getrokken moeten worden uit noodzakelijke premissen.

Aristotle’s logic (384-322 BC)
Deductie
- Belangrijk uitgangspunt;
- Klein uitgangspunt;
- Conclusie.
De noodzakelijke correcte conclusies ervan hadden zo’n aantrekkingskracht op forensisch
wetenschappers, dat ze het toepasten waar het niet kon worden toegepast.
- Voorbeeld: All men are mortal Socrates is a man Therefore Socrates is mortal.

Aristoteles wist dat er een andere vorm van redeneren moest zijn dan deze simpele harde,
zwart-witte logica. Om de logica van Aristoteles uit te breiden, van zekere naar onzekere
gebeurtenissen, had hij de waarschijnlijkheidsleer nodig. De ontwikkeling daarvan liet maar
liefst twee millennia op zich wachten. Tot die tijd moesten logische redeneringen beperkt
blijven tot de dichotome redeneringen.

, - Hij schrijft over hoe “de meeste dingen waarover we beslissingen nemen, ons
alternatieve mogelijkheden bieden“ en “bijna geen enkele wordt bepaald door
noodzaak“.
- Hij legt uit dat in deductie “noodzakelijke“ conclusies moeten worden getrokken uit
“noodzakelijke premissen“.
- En dat “conclusies die stellen wat gewoon is of wat mogelijk is moet worden
getrokken uit premissen die hetzelfde doen“.
- Terwijl de hele tekst over onzekerheid gaat, noemt Aristoteles het woord
‘waarschijnlijkheid’ nooit!

Er zijn drie vormen van redeneren:
1) Abductie → hiermee worden creatief hypothesen gegenereerd, die de
initiële waarnemingen het best verklaren. Abductie creëert een startpunt
voor de volgende twee vormen van redenatie.
2) Deductie → dit is een type redenering waarmee men tot harde, zekere
conclusies kunt komen (categorische conclusies), die noodzakelijk juist
zijn. Dit is de soort van redenering die men toepast wanneer een
hypothese uitgesloten kan worden, zoals wanneer onze waarnemingen
absoluut onmogelijk zijn wanneer de hypothese juist zou zijn (bv. alibi).
3) Inductie → wanneer er waarnemingen worden gedaan die meer steun voor
de ene hypothese vormen dan voor de andere, maar geen van beide
hypothesen uitsluiten, wordt inductie gebruikt. Bij dit type redenering
geven de waarnemingen steun aan een hypothese, maar kunnen deze
met zekerheid bewezen worden.

Inductie
- Wat Aristotle nodig had was inductie:
- Socrates is a man.
- Socrates is mortal.
- Therefore, all men are mortal.

Bij inductie passen we niet zomaar een bepaalde regel toe, maar in plaats daarvan proberen
we een regel af te leiden uit onze waarnemingen. De conclusie is niet per se correct, maar
bij elk voorbeeld wat we zien, worden we rationeel steeds meer overtuigd van de waarheid.
- Inductie is probabilistisch.
- Aristoteles heeft waarschijnlijkheid nooit genoemd, omdat het nog niet was
uitgevonden.
- Dat zou pas 2000 jaar later gebeuren.

22 eeuwen later
De Morgan schrijft over inverse waarschijnlijkheden of inverse probabilities. Mensen waren
gewend aan gedachten-experimenten met vazen met zwarte en witte balletjes. Als je twee
keer zoveel zwarte als witte balletjes hebt, dan is de kans om willekeurig een witte te
trekken, 1/3. Het omgekeerde probleem is veel interessanter: wat kun je zeggen over het
aandeel witte balletjes als je herhaaldelijk en willekeurig een balletje pakt en deze weer
teruglegt? We proberen erachter te komen waardoor onze waarneming was wat het was. Hij
beschrijft het probleem als volgt: “Er is een gebeurtenis geweest die mogelijk is ontstaan

, door verschillende oorzaken: wat is de kans dat één bepaalde oorzaak de gebeurtenis heeft
veroorzaakt, met uitsluiting van de andere oorzaken?”
John Stuart Mill (1806-1873)
John Stuart Mill koppelde dit probleem van omgekeerde waarschijnlijkheid aan inductie. ”Bij
elke inductie gaan we van waarheden die we kenden, naar waarheden die we niet kenden:
van door waarneming gecertificeerde feiten naar feiten die we niet hebben waargenomen,
en zelfs naar feiten die nu niet kunnen worden waargenomen”. Inductie brengt ons dus van
onze waarnemingen naar dingen die we niet kunnen waarnemen. Hij verwijst naar dingen
die we niet kunnen waarnemen omdat ze in de toekomst zijn, maar het kunnen ook dingen
uit het verleden zijn. We proberen een waarneming toe te schrijven aan een oorzaak. Als we
geen voorkeur hebben voor welke oorzaak dan ook, dan moeten we de waarneming liever
toeschrijven “aan een oorzaak die, als hij er echt zou zijn, de waarneming zeer waarschijnlijk
zou voortbrengen, dan aan een oorzaak die haar hoogstwaarschijnlijk niet zal veroorzaken”.

Bij elke inductie gaan we uit van waarheden die we kenden, naar waarheden die we niet
kenden: van feiten die door waarneming zijn bevestigd, naar feiten die we niet hebben
waargenomen, en zelfs naar feiten die nu niet kunnen worden waargenomen; toekomstige
feiten, bijvoorbeeld: maar die we niet aarzelen te geloven op basis van het enige bewijs van
de inductie zelf. Het maakt hierbij niet uit of we de toekomst of het onbekende verleden
‘voorspellen’: het gaat om de bewijskracht van onze waarnemingen ten aanzien van
concurrerende hypothesen over dat wat niet rechtstreeks waargenomen kan of kon worden.
Het gezond verstand en de wetenschap schrijven zowel voor dat, als alle andere dingen
hetzelfde zijn, we het gevolg eerder moeten toeschrijven aan een oorzaak die, als ze echt
zou zijn, het zeer waarschijnlijk zou veroorzaken, dan aan een oorzaak die het zeer
onwaarschijnlijk zou veroorzaken.

Criminalistiek is terugredeneren
Het voornoemde brengt ons terug naar de zeer korte definitie van criminalistiek, namelijk
criminalistiek is terugredeneren.
- We hebben sporen geobserveerd (consequences) als een gegeven, en zijn
geïnteresseerd in de mogelijke oorzaken.
- We observeren sporen en proberen terug te redeneren naar hun oorzaken.
- Wie heeft het spoor achtergelaten? Wanneer was dat? Wat is er gebeurd?
- Terugredeneren is belangrijk en staat centraal in de hele forensische inspanning, van
plaats delict tot rechtszaal. Het gehele juridische proces dus ook.

De criminalistiek wordt in dit artikel uitgelegd als de wetenschap van het terugredeneren,
van een bekend gevolg, terug naar een oorzaak, gebruikmakend van de drie pijlers: logica,
kansberekening en methodologie.
- Gevolgen zijn er bijvoorbeeld in de vorm van sporen op een plaats delict of een
object, en mogelijke oorzaken worden voorgesteld in de vorm van hypothesen over
de wijze waarop die sporen tot stand kwamen. Het proces van het terugredeneren,
dat wil zeggen het gebruikmaken van sporen om steun te vinden voor deze
hypothesen, is een algemeen en bindend thema voor alle forensische disciplines.

Sherlock Holmes (1887)
In de fictie sprak auteur Arthur Conan Doyle over terugredeneren.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Selmaa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.77
  • (0)
  Add to cart