Een uitgebreide samenvatting van wat zuren en basen zijn en hoe je ermee rekent. Bevat: | Algemene informatie | De PH van een oplossing | Zuren in water | Formules van zuren | PH-berekeningen | Basen in water | Formules van basen | PH berekenen van basen | Zuur-basereacties | Bijbehorende BINAS-tab...
Algemeen
-Atoom is het kleinere deeltje (O, H, Li, Br, etc.). Molecuul is het grotere deeltje, het bestaat
uit meerdere atomen (O2, NaCl, etc.). “O” is een zuurstofatoom en “O2” is een
zuurstofmolecuul. Getekend is “O2”: O = O.
-Vergeet niet signi cante cijfers!
-Vergeet niet dat je cijfer vóór de moleculen (coë ciënten) in de reactievergelijking kan
stoppen om het kloppend te maken (HI + 2 H2O —> I- + H3O+).
-Bij een zout is de structuur van de reactievergelijking: “NaH2PO4 —> Na+ + H2PO42-”. NIET:
“Na + H2PO4 —> NaH2PO4-”. Om te zien welke ionlading (- of +) de stof heeft kijk je in Binas
tabel 40A.
-Bij de pH rondt je alleen het laatste decimalige getal af: 2,1938 —> 2,19. Dus niet het een
na laatste getal: 2,1938 —> 2,20.
-Als een zuur al een - heeft wordt het 2- als hij zijn “H” afstaat. Dit geldt uiteraard ook met +
en 2+.
-Als je een gehydrateerd ionzuur moet oplossen in water laat je de haakjes staan.
Hoofdstuk 8
8.1 De pH van een oplossing
Een oplossing kan zuur, basisch of neutraal zijn. Zuurgraad wordt weergegeven met pH.
- pH < 7 = zure oplossing. Hoe lager hoe zuurder.
- pH > 7 = basische oplossing. Hoe hoger hoe basischer.
- pH = 7 = neutrale oplossing.
Indicatoren krijgen een andere kleur in een zure oplossing dan in een neutrale of basische
oplossing. Voorbeelden van zuur-base indicatoren zijn:
- Lakmoes (papier): komt voor in blauwe en rode papiertjes. In zuur wordt het blauwe
papier —> rood, in base wordt het rode papier —> blauw.
- Universeel indicatorpapier: papiertje met mengsel van verschillende indicatoren.
Het papiertje kleurt een bepaalde kleur waar een speci eke pH bij hoort.
- Oplossingen: er zijn oplossingen van kleursto en die de pH aangeven. Zie
binastabel 52A, daar je je welke kleuren welke stof wordt bij een bepaalde pH. Het
pH-gebied waarin de indicator van kleur verandert heet het omslagtraject.
fi ff ffi fi
, 8.2 Zuren in water
Een zuur geeft een een H+-ion af aan een H2O-molecuul. Dan ontstaat daaruit een H₃O⁺-
ion, wat een oxoniumion heet.
Een zuur is een deeltje dat H+ kan afstaan. Een zure oplossing is een oplossing van een
zuur met water waardoor H₃O⁺ in de reactievergelijking komt.
Er zijn sterke zuren en zwakke zuren:
- Sterke zuren: a opende reactie, splitsen volledig in ionen (⟶). Notatie sterk zuur:
“ NO3- + H₃O⁺ ” (Dit is het alles van ná de pijl in de reactievergelijking!).
- Zwakke zuren: evenwichtsreactie, splitsen niet volledig in ionen (⇄). Notatie zwak
zuur: “ CH3COOH ” (Dit is het zuur van vóór de pijl in de reactievergelijking!).
In de reactievergelijking bij zowel zwakke- als sterke zuren vormt de “H” van het zuur
samen met “H2O” achter de pijl “H₃O⁺”. Het zuur (dat nu een “H” heeft verloren) krijgt na de
pijl een - erbij:
HNO3 + H2O —> NO3- + H₃O⁺
8.3 Formules van zuren
Organische zuren zijn sto en waarvan de moleculen een koolstofskelet hebben. Deze stof
is zuur en kan dus een H⁺ ion afstaan. Dit kan niet bij de waterstofatomen die direct aan een
koolstofatoom vast zitten. Er ontstaat naast een H₃O⁺-ion ook een negatief geladen ion, dit
is het zuurrestion. Zuren die meer dan één H⁺ ion kunnen afstaan, heten meerwaardige
zuren.
Zuren zonder koolstofskelet heten anorganische zuren. De belangrijkste anorganische
zuren vindt je in Binas 66B. Koolzuur, =“CO2 + H2O (H2CO3)”, en zwaveligzuur, =“SO2 + H2O
(H2SO3)”, zijn instabiele zuren; als je deze als zuur in een reactievergelijking oplost dan
krijg je niet “+ H2O” maar “+ 2 H2O”, omdat bij deze instabiele zuren al een H2O staat.
Bij het oplossen van een zout in water kan een zuur ontstaan. Voordat de zout reageert
moet je hem eerst “ontleden”. In een reactie met een zout reageert de molecuul die een H⁺-
ion kan afstaan:
NH4Cl —> NH4+ + Cl-
NH4+ + H2O ⇄ H3O+ + NH3
Hoeveel H⁺-ionen een zuur kan afgeven bepaald of het een eenwaardig zuur, tweewaardig
zuur, etcetera is. Zuren die meer dan één H⁺-ion kan afgeven heten meerwaardige zuren.
In Binas tabel 49 vindt je of een zuur een sterk- of zwak zuur is. Theoretische zuren geven
geen reactie met water.
fl ff
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ValentijnVatSamen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.