100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Memo Geschiedenis H6/7 vwo $5.85   Add to cart

Summary

Samenvatting Memo Geschiedenis H6/7 vwo

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Dit document bevat een samenvatting van hoofdstuk 6 en 7 van de methode Memo voor vwo bovenbouw. Met o.a. als onderwerpen het ontstaan van de Nederlandse Republiek, het begin van de Gouden Eeuw, absolutisme en de wetenschappelijke revolutie.

Preview 2 out of 6  pages

  • September 8, 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
6.2 Een bijzondere bestuursvorm
Een land zonder vorst

- 1581: Filips II werd afgezworen  streven naar bestuurlijke centralisatie afgewend
- Soevereiniteit kwam te liggen bij de Gewestelijke Staten; besturen van afzonderlijke
gewesten die hun eigen privileges en politieke bevoegdheden hielden
- Statenvergadering  vergadering van Gewestelijke Staten waar ze hun eigen zaken
afhandelden

Bestuurlijke structuur

- Staten-Generaal is een bestuursorgaan waar vertegenwoordigers van gewesten
samenkomen voor overleg over buitenlandse politiek, defensie, bepaalde belastingen en
geschillen tussen de gewesten onderling en over het bestuur van Generaliteitslanden
- Generaliteitslanden waren gebieden die tijdens de oorlog op de Spanjaarden waren
veroverd, maar die geen volwaardig lid mochten worden van de Republiek
- Holland had als gewest de meeste invloed  grootste gewest en verzamelde meer dan de
helft van totale belastinginkomsten
- Steden hadden in Holland de grootste invloed  adel had officieel een bevoorrechte positie,
maar in de praktijk regeerden de regenten (stedelijke elite)

Verschillen met andere landen

- In den Nederlanden ging met het stelsel met veel macht voor steden en provincies steeds
meer waarderen
- In Frankrijk slaagde centralisatie wel  adel werd van koning afhankelijk gemaakt
- In Engeland konden koningen wel regeren maar voor beslissingen waren ze afhankelijk van
parlement

Stadhouder en raadpensionaris

- 2 centrale machtsfuncties: stadhouder en Hollandse raadpensionaris
- Raadpensionaris  juridisch geschoolde ambtenaar die de Staten bijstaat bij alle
werkzaamheden; voorzitter van Staten, voerde correspondentie met binnen- en buitenland
en vertegenwoordigde Holland
- Stadhouder  overblijfsel uit de tijd van Habsburgse vorsten; aanvoerder van legers
- Raadspensionaris handelde in het belang van machtige Hollandse regentenfamilies en de
stadhouder handelde in eigen belang
- Volk steunde meestal de stadhouder door zijn vorstelijke uitstraling

Rivaliteit

- Stadhouders streefden naar erfelijke monarchie, regenten wilden stadhouder als een
ambtenaar zien  Oranjes waren in het voordeel  staatsgezinde werden monddood
gemaakt
- Maurits en Frederik Hendrik boekten belangrijke militaire overwinningen  lieten
prestigieuze paleizen bouwen en trouwden met buitenlandse vrouwen van hoge adel
- 1650: Willem II viel Amsterdam aan  hij overleed en er werd geen nieuwe stadhouder
benoemt
- Johan de Witt werd raadpensionaris  ware vrijheid: machtsevenwicht republikeinse
staatsvorm beschermde burgers tegen machtsmisbruik en wanbestuur door verdeelde macht
- Beleid was gericht op vrede bewaren  beste voor de handel
- Buitenlandse diplomaten zagen de Witt als hoofd van de Republiek

, Einde van een stadhouderloos tijdperk

- 1670: verdeeldheid over de positie van Willem II en versterking verdedigingswerken
- 1667: Eeuwig Edict  Staten van Holland schaffen ambt van stadhouder af  prinsgezinden
vonden dat stadhouderschap een erfelijk privilege was en dat Willem III hier recht op had
- 1672: oorlog met Frankrijk, Engeland en Duitse steden  Willem III werd kapitein-generaal
van het leger benoemd  burgers vonden dat de Witt verantwoordelijk was voor benauwde
situatie en hij werd samen met zijn broer vermoord

6.3 Internationale handel
Handel en immigratie

- 1585: Antwerpen werd door Spanjaarden veroverd en vluchtelingen brachten kennis,
kapitaal en handelsnetwerken mee naar de Republiek

Oorzaken economische bloei

1. Graanhandel, houthandel  schepenbouw, zouthandel  productie export gezouten haring
2. Uitvinding van het fluitschip, houtzaagmolen en haringbuis (vissersschip)  toename
arbeidsproductiviteit
- Fluitschip kan met kleine bemanning veel vracht vervoeren
- Haringbuis was een drijvende fabriek voor het kaken en zouten van haring
- Houtzaagmolen voor het zagen van bomen  windmolens voor andere industriële
bewerkingen
3. Hoge specialisatiegraad  Hollandse veenlandschap werd gebruikt voor veeteelt

VOC

- 1602: oprichting Oost-Indische Compagnie
- Monopolie op handel in specerijen, textiel etc. met Azië
- VOC trok veel aandacht:
 Grootste handelsorganisatie van de 17e en 18e eeuw
 Werd gefinancierd met verhandelbare aandelen  veel vertrouwen in onderneming
 Had recht om oorlog te voeren  VOC moest handelsmonopolies afdwingen, de
Aziatische bevolking dwingen tot levering van productie en binnendringen in het
Aziatische handelsnetwerk
- Jan Pieterszoon Coen nam Jayakarta in en maakte een kopie van een Hollands handelsstadje
 Batavia

WIC

- 1621: oprichting West-Indische Compagnie
- Handelsmonopolie op handel in goud, ivoor en slaven met Afrika en Noord- en Zuid-Amerika
- Hielden zich in eerste instantie bezig met kaapvaart  beroven van Spaanse schepen

Portugal en Spanje

- Bezaten handelsmonopolies in Afrika, Azië en Amerika in de eerste helft van de 16 e eeuw
- Handelsmonopolies werden ondermijnd door Fransen, Engelsen en Nederlanders

Engeland

- 1600: oprichting East India Company  handel in specerijen, textiel en Indigo
- Verloor strijd met VOC en richtte zich op kusten van India
- Ontwikkelde tot zelfstandige natie vasteland van India  eigen legers en eigen munt
- Overkoepelde eind 17e eeuw de Nederlandse handel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller matheavanputten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.85
  • (0)
  Add to cart