Kernvragen
Sommige van de kernvragen van de sociologie gaan over sociale cohesie en sociale
ongelijkheid. De vraag over sociale ongelijkheid gaat over wie wat krijgt en waarom; de vraag
over sociale cohesie gaat over wat een samenleving bij elkaar houdt.
Sociale cohesie: voorbeeld in Rotterdam van een achterstandswijk waar wordt geprobeerd
om grotere woningen te plaatsen. Grotere woningen leiden tot meer gezinnen binnen zo’n
wijk en meer gezinnen leiden tot een grotere sociale cohesie.
Historisch perspectief
2 belangrijke transities op demografisch gebied:
1. 1750-1960
2. 1960-nu: focus van deze cursus
Eerste demografische transitie
Fase 1-3 is de echte transitie, fase 4-5 zijn post-transitie. Zuigelingensterfte nam sterk af,
onder andere door betere medische voorzieningen, economische ontwikkelingen en
verbeterde hygiëne (gebruik van zeep en wassen van handen). Totale bevolking nam toe
doordat er veel meer kinderen bleven leven. Kleine piek aan het eind van de blauwe lijn komt
door vergrijzing.
In de jaren ’50 trouwden mensen jong, kregen ze jong kinderen en er was een duidelijke
taakverdeling tussen mannen en vrouwen. Op samenlevingsniveau ontstond er een duidelijk
ideaalbeeld van een traditioneel gezin: het gezin werd dan ook de hoeksteen van de
samenleving.
,Tweede demografische transitie
Nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Second Demographic Transition theory, SDT theory.
Allerlei ontwikkelingen omtrent een daling in het aantal huwelijken, de gemiddelde leeftijd
waarop mensen trouwen, toename van het aantal scheidingen, etc.
Er waren een paar voorhoedes van deze ontwikkeling:
- Binnen een land: culturele voorhoede start vaak met nieuw gedrag (bijvoorbeeld
samenwonen zonder eerst te trouwen = ongehuwd samenwonen)
- Tussen landen: Scandinavië (met name Noorwegen en Zweden) als voorloper, daarna
verspreiding over Europa en de rest van de wereld (over de laatste zijn de meningen
nog wat verdeeld). Scandinavië begon met scheiden en beperken van het
geboortecijfer.
Omdat er ook verschillen bestaan tussen landen, bestaan er dus verschillen in familiegedrag
tussen landen.
Er zijn 2 soorten verklaringen voor de SDT:
- Culturele veranderingen:
o Individualisering: minder collectief bezig zijn
o Secularisering: afname van de invloed van de kerk (normen en waarden
veranderen)
o Higher order needs van Maslow: zelfontplooiing kwam op
- Structurele veranderingen:
o Economische veranderingen: vrouwen gingen ook steeds meer werken
o Institutionele veranderingen: veranderen van beleid, wetswijzigingen.
Pensioensregelingen werden beter, dus er waren minder kinderen nodig om
op latere leeftijd voor hun ouders te zorgen
o Technologische veranderingen: anticonceptiepil is een technologische
verandering waardoor vrouwen zelf konden bepalen wanneer en hoeveel
kinderen ze wilden krijgen
De keerzijde van de SDT is dat er een toenemende ongelijkheid is tussen kinderen van hoog
en laagopgeleide ouders in levenskansen. Dit wordt ook wel Diverging Destinies genoemd
(idee van McLanahan, later verder verteld door Putnam).
Diverging Destinies
Er is sprake van een veranderende selectiviteit van familiegedrag naar aanleiding van de
opleiding van mensen. Dit betekent dat hoger opgeleide mensen een ‘positief’ familiegedrag
vertonen: deze mensen zorgen ervoor dat hun kinderen betere levenskansen krijgen.
Voorbeelden van dit gedrag zijn het uitstel van trouwen en hoge activiteit van vaders in het
gezin. Deze gezinnen ‘gain resources’. Voor lager opgeleide mensen geldt dit principe juist
andersom: zij vertonen ‘negatief’ familiegedrag, waar bijvoorbeeld scheiden onder valt. Dit
resulteert in een ‘loss of resources’.
Vroeger was er bijna geen verschil tussen alleenstaande moeders met een lage of hoge
opleiding. Tegenwoordig zijn er relatief veel meer alleenstaande laagopgeleide moeders dan
hoogopgeleide moeders.
Hoe ouder je bent als je moeder wordt, hoe meer je je kinderen kan geven qua hulpbronnen
en/of levenskansen. Dit is dus juist een positieve ontwikkeling.
, Families in context
Zwarte lijnen zijn effecten op micro-niveau. Context heeft een direct effect op familiegedrag,
maar ook een indirect effect via determinanten op familiegedrag. Familiegedrag en context
heeft een direct effect op de uitkomsten. Context kan de tijd zijn waarin je leeft, maar ook
het land/gemeente/plaats waar je leeft. De SDT is de rode lijn. Diverging Destinies is de
blauwe lijn: gaat over het effect van opleiding (determinant) en cohorten op het
familiegedrag.
Trends tussen 1950 en 2019
Het aantal echtparen dat trouwt neemt af; het aantal echtparen dat gaat scheiden neemt
juist toe.
Tussen 1997 en 2017 nam het aantal getrouwde 35-jarige mannen en vrouwen af, maar nam
het aantal samenwonende mensen en het aantal mensen in een geregistreerd partnerschap
toe. Vrouwen trouwen over het algemeen 2 jaar eerder dan mannen. De groep alleenstaande
mannen iets ietsjes toegenomen en bij de vrouwen bijna gelijk gebleven tussen 1997 en 2017.
Verschillen tussen landen
Zuid-Europese landen trouwen minder snel, maar in Oost-Europese landen trouwen juist
relatief meer mensen. Echter vinden er in Oost-Europa ook veel schei dingen plaats.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliettekuiper1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.