100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Privaatrecht KRMT SVM NIVO $8.74   Add to cart

Summary

Samenvatting Privaatrecht KRMT SVM NIVO

2 reviews
 237 views  16 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Privaatrecht vastgoed ter voorbereiding flextoets KRMT SVM NIVO

Preview 4 out of 42  pages

  • Yes
  • September 14, 2022
  • 42
  • 2022/2023
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: semwoutersvandenoudenweijer • 1 year ago

review-writer-avatar

By: michellevanderslot • 1 year ago

Translated by Google

Clear, structured, to the point

avatar-seller
Basistheorie Vastgoed /
Samenvatting Privaatrecht_K-RMT

Hoofdstuk 1. Inleiding en algemene begrippen
Recht (als instrument) is het systeem van regels volgens geldende maatschappelijke
opvattingen. Het doel is een goede en rechtvaardige ordening van de samenleving.

Indeling rechtsgebieden;
 Privaatrecht (burgerlijk recht) zijn regels over onderlinge betrekkingen tussen
(rechts)personen.
 Materiële privaatrecht, o.a. personen-, familie- en erfrecht, rechtspersonenrecht
en vermogensrecht.
 Formele privaatrecht is burgerlijk procesrecht.

 Publiekrecht; regels die specifiek voor overheidsorganen gelden, tussen
overheidsorganen onderling of tussen een overheidsorgaan en een persoon.

 Materieel recht zijn regels over rechten en plichten. De meeste regels in het
Burgerlijk Wetboek zijn materieelrechtelijk van aard.


 Formeel recht zijn de regels over hoe men zijn recht bij de rechter kan halen of
vormvoorschriften (formaliteiten). De regels in het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering zijn bv.formeelrechtelijk van aard.

 Objectief recht is alle geschreven en ongeschreven recht, zoals dat op dit moment
geldt.

 Subjectief recht is het recht dat een persoon in een concreet geval aan het objectief
recht kan ontlenen (aanspraak op te maken).

 Dwingend recht zijn rechtsregels waarvan (contractueel) niet van mag worden
afgeweken.

 Semi-dwingend recht die het belang van de economisch zwakke partij beschermen.

 Driekwart dwingend recht komt voor in arbeidsrecht. Mag alleen in het nadeel van
de werknemer van worden afgeweken als door middel van CAO overeengekomen.

 Regelend recht (aanvullend recht) zijn bindende rechtsregels waarvan partijen
contractueel wél mogen afwijken, de regeling geldt in het geval niets anders over een
onderwerp geregeld is.

Codificatie is op schrift stellen en door de overheid als exclusief geldend erkennen van
regels in wetten (overheidsvoorschriften).

Rechtsbronnen = vindplaatsen van recht voor de rechtzoekende en rechtsprekende zijn :
wetboeken, jurisprudentie, gewoonte, verdragen en rechtsleer.

Natuurlijk persoon is een mens.


1

,Rechtspersoon is een constructie, zoals een besloten vennootschap, een vereniging of een
gemeente. Maar niet een vennootschap onder firma (vof), een maatschap of eenmanszaak.

Rechtshandeling is een handeling die erop gericht is een bepaald rechtsgevolg tot stand te
brengen.
 Eenzijdige rechtshandeling komt tot stand door de wil van één persoon.
 Meerzijdige rechtshandeling de wilsverklaring van meer dan één persoon is nodig
om de rechtshandeling tot stand te brengen (bv een overeenkomst).

Handelingsbekwaam is in staat zijn om zelfstandig rechtshandelingen te verrichten.

Handelingsonbekwaam heeft een wettelijke vertegenwoordiger nodig hebben om een
rechtshandeling rechtsgeldig te verrichten (minderjarigen en onder curatele gestelde
personen). Rechtshandeling is vernietigbaar.

Handelingsbevoegd geschikt zijn om een bepaalde rechtshandeling te verrichten.

Handelingsonbevoegd vanwege een maatschappelijke positie beroepsmatig betrokken zijn
bij zaken en daardoor niet vrij kunnen handelen (bv. deurwaarder of notaris).
Rechtshandeling is nietig.

Beschikkingsbevoegd iemand vrij staan om over de verkoop te beschikken (eigenaar).

Rechtsfeiten feiten die voor het recht relevant zijn (een gebeurtenis met rechtsgevolg).
 Blote rechtsfeiten er komt geen menselijke handeling aan te pas (bv geboorte).
 Menselijke handelingen

Overgangsrecht zijn regels om te bepalen in welke situaties de oude wet nog geldt en in
welke situaties de nieuwe wet van toepassing is.

Eerbiedigende werking de nieuwe rechtsregels zijn van toepassing op feiten en
omstandigheden die zich vanaf de inwerkingtreding voordoen.

Onmiddellijke of exclusieve werking (hoofdregel); de nieuwe rechtsregels zijn vanaf het
moment van inwerkingtreding van toepassing (ongeacht de voorgeschiedenis) op alle
nieuwe en bestaande feiten en omstandigheden.

Terugwerkende kracht als nieuwe rechtsregels van toepassing zijn verklaard op nieuwe
feiten en omstandigheden en op bestaande situaties met een in het verleden gelegen tijdstip
(vóór de inwerkingtreding).

Schakelbepaling een wetsbepaling waarin wordt aangegeven dat een bepaalde groep
regels niet alleen van toepassing is in de gevallen x, maar ook in de gevallen y.

Goederen zijn alle zaken en vermogensrechten.
 Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.
 Vermogensrechten de rechten die ertoe dienen om de rechthebbende stoffelijk
voordeel te verschaffen (meestal overdraagbaar en het zijn geen schulden).

Vermogensrecht ontstaat uit een verbintenis.
 Absoluut vermogensrecht geldt tegenover eenieder, bv hypotheek.
 Relatief vermogensrecht geldt ten opzichte van één ander of een beperkte groep
anderen (bv loon).



2

,Verbintenis is een rechtsbetrekking tussen twee of meer personen op grond waarvan de
een rechtheeft op een prestatie waartoe de ander verplicht is. Een verbintenis kan ontstaan
uit een overeenkomst, maar ook uit gedrag (een onrechtmatige daad).

Voorderingsrecht ontstaat uit verbintenis. Is een relatief recht, persoonlijk recht.
Rechtsvoordering is een bij de rechter ingestelde vordering (verzoek) om iemands recht te
handhaven.

Hoofdstuk 2. Vermogensrecht: inleiding en de openbare
registers
Eigendomsrecht; volledig recht.

Verhouding tussen vermogensrecht en goederen- en verbintenissenrecht
Vermogensrecht regelt de rechten en plichten die onderdeel van een vermogen zijn.

Vermogensrecht bestaat uit:
 Goederenrecht – rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten en goederen;
 Verbintenissenrecht - rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten onderling.

Zaken en vermogensrechten

Zaken zijn stoffelijke objecten: boek, auto, boot of woning.
Zaken zijn onroerend zoals de grond, delftstoffen, met de grond verenigde beplantingen
(woningen, bedrijfsgebouwen, steenkool, boom) of roerend (alle andere zaken).
Onroerende zaken de grond en wat daarmee hecht is verenigd.

Roerende zaken alle andere zaken die niet onroerend zijn.

Een zaak kan uit verschillende onderdelen bestaan, de bestanddelen van een zaak.
Wanneer een zaak (bestaanddeel) onderdeel wordt van een andere zaak (hoofdzaak), wordt
dat natrekking genoemd. De eigenaar van de hoofdzaak wordt door natrekking ook eigenaar
van het bestanddeel.

Vermogensrechten zijn niet-stoffelijke objecten (zoals lucht, de zee).

Registergoederen zijn goederen waarvoor inschrijving in openbare regisres nodig is, zoals:
- Alle onroerende zaken,
- Schepen en luchtvaartuigen;
- De aandelen in en de beperkte rechten op registergoederen.
Alle andere goederen zijn niet-registergoederen.

Termen in het vermogensrecht
Rechthebbende = eigenaar
Beperkt recht – afgesplitst van het eigendomsrecht zoals: vruchtgebruik, pand en hypotheek,
erfdienstbaarheid, erfpacht en opstal.
Beperkt recht - recht dat is afgeleid van een meer omvattend recht dat met het beperkte
recht is bezwaard (bv vruchtgebruik, pand en hypotheek). Beperkte rechten kunnen op
zaken en op rechten rusten.

Beperkte rechten kunnen verdeeld worden in genotsrechten of zekerheidsrechten.
Genotsrechten zijn rechten van vruchtgebruik.
Zekerheidsrechten zijn gevestigd op een goed al zekerheid nakoming overeenkomst.



3

, Bestanddeel hetgeen volgens algemeen geldende opvattingen onderdeel van een zaak
uitmaakt en losmaken zonder wezenlijke schade niet mogelijk is.

Afhankelijk of accessoir recht een recht dat niet op zichzelf kan bestaan, maar afhankelijk
is van een ander recht (bv erfdienstbaarheid, is afhankelijk van het eigendom van het erf van
de ander).
Afhankelijke rechten (accesoire rechten) zijn rechten zo verbonden met een ander recht, dat
zonder dat andere recht niet kan bestaan. Het recht van pand en hypotheek is verbonden
met het vorderingsrecht, erfdienstbaarheid is afhankelijk van de eigendom grond, enz

Registergoed is een goed dat men alleen kan overdragen door een notariële akte en
inschrijving ervan in openbare registers. Er zijn openbare registers voor onroerende
goederen, grotere schepen en luchtvaartuigen.

Inschrijfbare feiten in de openbare registers (zie ook hoofdstuk 25):
- Rechtshandelingen van belang voor de rechtstoestand van een registergoed;
- Erfopvolging;
- Rechterlijke uitspraak over de rechtstoestand registergoed;
- Verjaring;
- Executoriaal en conservatoir beslag;
- Overheidsbeschikking.

Negatieve stelsel van openbare registers gedeeltelijke onbetrouwbaarheid door
bijvoorbeeld overlijden of echtscheiding. Het garandeert geen juistheid.

Negatief stelsel – de inhoud van de openbare registers hoeft niet te kloppen met de
werkelijkheid.
Bescherming tegen onjuistheid openbare registers – de verkrijger te goeder trouw wordt
tegen deze onjuistheden beschermd.

Lijdelijk de bewaarder van het openbaar register is lijdelijk, dit betekent dat hij zich geheel
neutraal opstelt en geen partij is. Blijkt iets niet te kloppen, dan opmerkzaam maken.

Lijdelijkheid van de bewaarder / kadaster bemoeit zich zo min mogelijk met de stukken die
voor inschrijving worden aangeboden.

Volgorde inschrijving naar volgorde van ontvangst. Worden twee inschrijvingen tegelijk
aangeboden, dan geldt het tijdstip van het opmaken van de akte.

Derdenbescherming tegen een feit dat ten onrechte niet is ingeschreven in het openbaar
register of ten onrechte wél is ingeschreven in het openbaar register. Beroep doen op goede
trouw, tenzij door tegenpartij wordt bewezen dat je meer wist.

Hoofdstuk 3. Vermogensrecht: rechtshandeling en
vertegenwoordiging

Vermogen alle op geld waardeerbare rechten en plichten toebehorend aan een persoon.

Rechtshandeling is een handeling die erop gericht is een bepaald rechtsgevolg tot stand te
brengen.
 Eenzijdige rechtshandeling komt tot stand door de wil van één persoon.
 Meerzijdige rechtshandeling de wilsverklaring van meer dan één persoon is nodig
om de rechtshandeling tot stand te brengen (bv een overeenkomst).

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller asja21. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82215 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.74  16x  sold
  • (2)
  Add to cart