100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Materieel Strafrecht (RB1302) $11.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Materieel Strafrecht (RB1302)

2 reviews
 196 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Het betreft een uitgebreide samenvatting (48 pagina's) van de voorgeschreven onderdelen uit het boek Materieel Strafrecht van De Hullu voor het vak Materieel Strafrecht aan de Open Universiteit. Belangrijke termen/passages zijn dikgedrukt en voorgeschreven jurisprudentie is in de tekst verwerkt. Vo...

[Show more]

Preview 4 out of 48  pages

  • No
  • De voorgeschreven onderdelen behorende bij de cursus materieel strafrecht
  • September 28, 2022
  • 48
  • 2022/2023
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: benniekooij • 1 year ago

reply-writer-avatar

By: basdammers • 1 year ago

Translated by Google

Hello, could you tell me why you rate this summary with one star? Thanks in advance. Kind regards, Bas Dammers

review-writer-avatar

By: mikepfeifer1990 • 7 months ago

avatar-seller
Bas Dammers
9 mei 2022

Samenvatting Materieel Strafrecht
Leereenheid 1 - Strafrechtelijke aansprakelijkheid (hoofdstuk 2.1, 2.2, 2.3, 2.4.1 t/m
2.4.2.2 en 5, Koopmans hoofdstuk 3 en 4)
Strafbare feiten behoeven in een rechtsstaat een wettelijke basis, de strafwet heeft daarom een
belangrijke positie in het materiële strafrecht. Het algemeen deel van het Wetboek van Strafrecht
stamt in hoofdlijnen uit 1886. Het verving de Code Pénal en zette zich daartegen af. Het ging om een
echte codi catie: het gehele materiële strafrecht werd wettelijk geregeld. Het algemeen deel is vrij
exibel (ruimte aan wetenschap en rechtspraktijk) en kon daardoor meegroeien met veranderde
opvattingen. Het algemeen deel biedt de basis van de strafrechtelijke aansprakelijkheid, maar ook in
andere delen zijn regelingen te vinden.


Voor het materiële strafrecht zijn het algemene Wetboek van Strafrecht, vrij algemene bijzondere
wetten als de WED, WVW 1994, WWM, belastingwetten en Opiumwet van groot belang, terwijl er
daarnaast in diverse bijzondere wetten nog strafbaarstellingen voorkomen. Alleen de centrale overheid
heeft de bevoegdheid strafbaarstellingen in het leven te roepen die een misdrijf opleveren. Op basis
van delegatie in een wet in formele zin kunnen amvb strafbaarstellingen bevatten. Hetzelfde geldt voor
verordeningen van de decentrale overheid (overtredingen). Vooral gemeentelijke strafbaarstellingen
zijn van belang (bv. samenscholingsverbod, demonstratieregels, noodbevoegdheden). De strafrechter
kan slechts aansprakelijk stellen op basis van strafwetgeving die daadwerkelijk van kracht was ten tijde
van het plegen van het feit. Door toenemende internationalisering kan nationale wetgeving soms niet
in overeenstemming zijn met bv. EU-wetgeving of grondrechten. Bij lagere wetgeving staat de
verbondenheid soms ter discussie met de stelling dat buiten de (delegatie)bevoegdheid is getreden of
hogere wetgeving het onderwerp uitputtend heeft geregeld.


Een strafbepaling/strafbaar feit (art. 1 lid 1 Sr) bestaat uit een delictsomschrijving en een
sanctienorm. In de delictsomschrijving wordt beschreven welk gedrag onder welke subjectieve
(opzet, schuld of niet bepaald) en objectieve omstandigheden (wederrechtelijkheid, causaliteit,
speci eke bijzonderheden) tot strafrechtelijke aansprakelijkheid kan leiden. De vereisten uit de
delictsomschrijving zijn de bestanddelen. De delictsomschrijving kan een kwali catie bevatten (bv.
moord, doodslag, diefstal). In de sanctienorm wordt duidelijk welke sancties aan het strafbare feit
kunnen worden verbonden. Naast bestanddelen van het delict zijn er meer voorwaarden voor
strafrechtelijke aansprakelijkheid. Naast alle bestanddelen van een delictsomschrijving moeten ook de
elementen wederrechtelijkheid en schuld zijn vervuld (elementen). De onderscheiding is van
processueel belang. De vormgeving van de tenlastelegging wordt erdoor bepaald en het is belangrijk
voor wat moet worden bewezen (bestanddelen) en wat behoudens aanwijzingen voor het tegendeel
mag worden verondersteld (wederrechtelijkheid en schuld voor zover niet in bestanddelen). Ook de

MATERIEEL STRAFRECHT 1

,einduitspraak die de rechter bij het ontbreken van een aansprakelijkheidsvoorwaarde (bestanddelen)
moet geven hangt ervan af (vrijspraak, OVAR). Wat is de waarde van de indeling van delicten in
verschillende rubrieken? Ten eerste is er een wetgevingstechnisch belang: er kan worden gewerkt met
algemene bepalingen per titel (legitimeringsfunctie). Ten tweede kan de titel enige richting geven aan
interpretatie van de delictsomschrijving (interpretatieve functie). Ten derde omdat het een ordening
aanbrengt in de veelheid van bijzondere delicten (groeperingsfunctie).


Er bestaan diverse indelingen in typen delicten die moeten worden onderscheiden. De werking en
invulling van algemene leerstukken kunnen verschillen per type delict. Ten eerste is er de tweedeling
tussen misdrijven en overtredingen (sinds 1886). Ernstige strafbare feiten worden als misdrijven
aangemerkt (vooral vrijheidsstraf), minder ernstige feiten worden als overtredingen aangemerkt
(geringe vermogensstraf). Het onderscheid is belangrijk door bepaalde juridische consequenties: het
gaat om strafprocessuele gevolgen (bv. mogelijkheid dwangmiddelen) en materieelrechtelijke gevolgen
(bv. poging, voorbereiding, medeplichtigheid overtreding niet strafbaar). Ten tweede is er de indeling
in krenkings- en gevaarzettingsdelicten. In het klassieke strafrecht staan krenkingsdelicten centraal:
er wordt strafrechtelijk gereageerd op daadwerkelijke schending of krenking van een rechtsgoed.
Vergelding staat centraal. Bij gevaarzettingsdelicten wordt de bedreiging van een rechtsgoed, het
gevaar voor een krenking strafbaar gesteld. Hier staat preventie op de voorgrond (bv. opruiing). Een
abstract gevaarzettingsdelict is een delict waarbij een gedraging strafbaar wordt gesteld die in
algemene, niet nader in de delictsomschrijving gespeci ceerde zin gevaar kan opleveren (bv. opruiing,
onder invloed rijden: zulk rijden kan gevaar opleveren, maar of dat in het concrete geval zo is geweest
doet er niet toe). Bij een concreet gevaarzettingsdelict wordt in de delictsomschrijving vereist dat
daadwerkelijk gevaar is ontstaan (bv. brandstichting met nader omschreven gevaren). Het
materieelrechtelijke belang van de indeling is dat strafbaarstelling van gevaarzettingsdelicten
problematischer is: de grenzen van wat zinvol kan en mag worden strafbaar gesteld komen eerder in
zicht. Ook voor het bepalen van het strafmaximum is het onderscheid zinvol (bij krenking hoger
strafmaximum). Ten derde is er de indeling in formele en materiële delicten. Bij een formeel delict
is voor strafbaarheid een bepaalde handeling voldoende. Bij materiële delicten staat meer een
bepaald gevolg centraal (bv. doodslag: een niet nader omschreven gedraging verrichten waardoor
iemand overlijdt). Het onderscheid kan diffuus zijn. Ten vierde is er de indeling in kwaliteits- en
algemene delicten. Elk rechtssubject moet zich van bepaald gedrag onthouden en ieder kan het delict
plegen: algemene delicten (bv. moord, diefstal, verkrachting). Als een delictsomschrijving zich in
directe zin slechts tot rechtssubjecten met een bepaalde hoedanigheid richt, spreekt men over een
kwaliteitsdelict (bv. incestbepaling (ouder), ambtsmisdrijf (ambtenaar)). Soms levert een bepaalde
kwaliteit een strafverzwarende omstandigheid op. Het gaat meestal om expliciete kwaliteitsdelicten: in
de delictsomschrijving is als bestanddeel een bepaalde hoedanigheid van de pleger opgenomen. Bij
impliciete kwaliteitsdelicten is op basis van bv. de wetsgeschiedenis voor het plegen een hoedanigheid
nodig, terwijl dit vereiste niet volgt uit de delictsomschrijving. Ten vijfde het onderscheid tussen
commissie- en omissiedelicten. Commissiedelicten zijn strafbare feiten die door handelen worden
begaan (bv. diefstal, verkrachting). Omissiedelicten betreft de strafbaarstelling van nalaten (bv. niets

MATERIEEL STRAFRECHT 2

,doen als men hulp moet verlenen). Bij de eigenlijke (zuivere) omissiedelicten blijkt uit de wettelijke
omschrijving van de gedraging dat het om een omissiedelict gaat. De delictsomschrijving maakt
duidelijk wie niet mag nalaten (kwaliteitsdelict). Bij een oneigenlijk (onzuiver) omissiedelict gaat het om
een commissiedelict dat toch ook door een nalaten kan worden begaan. Het gaat om materieel
omschrijven delicten, waarbij het gevolg door niets doen wordt veroorzaakt (bv. ouders die hun kind
niet verzorgen waardoor het overlijdt). Ten zesde de indeling in doleuze en culpoze delicten. Bij
doleuze delicten is een opzetvereiste in de delictsomschrijving te vinden, bij culpoze delicten is
een vorm van schuld in de delictsomschrijving te vinden. Hoofdregel is dat bij misdrijven opzet of
schuld als bestanddeel wordt vereist. Bij overtredingen komen meestal geen subjectieve bestanddelen
in de delictsomschrijving voor, dit vergemakkelijkt de bewijsbaarheid. Ten zevende de gekwali ceerde
en geprivilegieerde delicten. Gekwali ceerde delicten zijn met zwaardere straffen bedreigd dan de
grondvorm van die delicten, omdat het strafbare feit is gepleegd onder bijzondere omstandigheden
(bv. met voorbedachte raad, roekeloos, in dienstbetrekking, met braak, met terroristisch oogmerk).
Wettelijke strafverzwaringsgronden kunnen worden onderscheiden in die van objectieve of subjectieve
aard. Bij de objectieve gronden staat het feit voorop. Vaak leiden ook bepaalde gevolgen tot wettelijke
strafverzwaring (dood, letsel, schade). Het aantonen van de causaliteit is voldoende. Subjectieve
strafverzwaringsgronden houden verband met de persoon van de dader. Het gaat dan om een functie,
hoedanigheid of gemoedsgesteldheid (voorbedachte raad, terroristisch oogmerk, roekeloosheid).
Gepriviligeerde delicten zijn met een lager strafmaximum bedreigd dan de grondvorm van die
delicten (bv. kindermoord/doodslag, euthanasie, stroperij). Ten achtste het onderscheid in a opende
en voortdurende delicten. A opende delicten vinden plaats binnen een bepaald tijdsbestek en zijn
op een gegeven moment voltooid en afgelopen. Voortdurende delicten (strafbaarstelling van een
verboden toestand) zijn het tegenovergestelde (bv. voorhanden/aanwezig hebben bepaalde zaken als
drugs, kinderpornogra e, heling, witwassen). In bijzondere strafwetgeving komt dit type delict voor
waarbij men binnen een bepaalde termijn aan een verplichting moet voldoen. Voldoet men hier niet
aan, dan is sprake van een voortdurend delict (bv. binnen bepaalde tijd aangifte van geboorte doen).
Ten negende de klachtdelicten. Klachtdelicten kennen de bijzondere voorwaarde dat voor
vervolgbaarheid is vereist dat door een klachtgerechtigde rechtsgeldig een aangifte met verzoek tot
vervolging is gedaan. Klachtgerechtigd is doorgaans het slachtoffer. Er is een onderscheid tussen het
absoluut klachtdelict (het feit kan niet worden vervolgd zonder rechtsgeldige klacht, bv. belediging,
belaging, schending geheimhouding) en het relatief klachtdelict (alleen een bepaalde verdachte kan
niet worden vervolgd zonder een tegen hem gerichte klacht). Het klachtdelict wordt niet altijd
doordacht toegepast: veel strafbare feiten hebben in directe zin geen slachtoffer, het delict past minder
in het idee van beleidsmatige opsporing/vervolging en het toenemend belang van het slachtoffer. Als
tiende de terroristische misdrijven. Het vindt toepassing in de Wet terroristische misdrijven. Art.
83 Sr somt de terroristische misdrijven op, bepalend voor de indeling als terroristisch misdrijf is dat is
gehandeld met een bijzonder opzetvereiste: het terroristisch oogmerk (art. 83a Sr). In andere delicten
is een terroristisch oogmerk als strafverzwarende omstandigheid opgenomen. Ten elfde de
onderscheiding tussen commune delicten en delicten uit bijzondere strafwetgeving.
Tegenwoordig zijn steeds meer belangrijke strafbaarstellingen in bijzondere strafwetgeving opgenomen

MATERIEEL STRAFRECHT 3

, (economische/milieudelicten WED, verkeersdelicten WVW, Opiumwet, WWM). Zulke
strafbaarstellingen kennen soms een eigen regime van dwangmiddelen, rechtsmiddelen en sancties,
hetgeen tot veranderingen van het commune strafrecht kan leiden. Het Sr regelt voor de hoofdmoot
van strafrechtelijke aansprakelijkheid de algemene leerstukken in hoofdlijnen, maar voor concrete
delicten is dit minder het geval.


Art. 1 lid 1 Sr bevat het legaliteitsbeginsel: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan
voorafgegane wettelijke strafbepaling. Het bepaalt in de eerste plaats dat voor strafrechtelijke
aansprakelijkheid een wettelijke basis is vereist en dat in de tweede plaats terugwerkende kracht van
strafbaarstellingen of van regels over strafhoogte/strafsoort niet geoorloofd is. Met ‘wettelijk’ uit art. 1
lid 1 Sr wordt de wet in materiële zin bedoeld. Gewoonterecht, rechtersrecht en in verdragen
voorkomende strafbaarstellingen vallen niet onder het begrip ‘wettelijk’. In art. 1 Sv heeft ‘wet’ de
betekenis van wet in formele zin. Het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel is op diverse overweging
gebaseerd. Belangrijk is het schuldgezichtspunt op basis waarvan niemand mag worden bestraft als hij
niet wist of kon weten dat zijn gedrag verboden was. Ook is de rechtsstaatgedachte van belang: iedere
machtsuitoefening door de overheid behoort te zijn gebaseerd op tijdig uitgevaardigde rechtsregels van
goede kwaliteit. De rechtszekerheid is een overkoepelend belang: een persoon moet kunnen voorzien
of de overheid in strafrechtelijke zin op zijn mogelijke gedrag zal reageren en welke reacties denkbaar
zijn. Het gaat om de gelegenheid tot een goede afweging. Rechtszekerheid heeft ook een andere kant:
als het legaliteitsbeginsel door de wetgever wordt nageleefd, levert dat een rechtsgrond op voor
repressieve actie tegen een rechtssubject. De waarde van het legaliteitsbeginsel blijkt vooral wanneer
men kijkt naar de daadwerkelijke consequenties van het vereiste van ten tijde van het begaan van het
feit geldende wettelijke strafbepalingen: het verbod van terugwerkende kracht van strafwetgeving.


Het verbod van terugwerkende kracht van strafwetgeving geldt voor zowel de wetgever als de
strafrechter. Veranderingen die ten gunste van de verdachte werken, kunnen wel met terugwerkende
kracht worden ingevoerd (art. 1 lid 2 Sr). Voor de wetgever is het verbod van groot belang: strafbaar is
slechts datgene dat tijdig is strafbaar gesteld (tijdig ingrijpen bij veranderingen). Op grond van het
legaliteitsbeginsel moet de wetgever ook de kwaliteit van de strafwetgeving bewaken (maatschappelijke
ontwikkelingen, opvattingen, rechtspraak). Het ijkpunt voor de rechter is het tijdstip van begaan van
het strafbare feit, daarvóór moet de wettelijke basis zijn gelegd voor strafrechtelijke
aansprakelijkstelling. Nieuwe strafbaarstellingen en veranderingen in delictsomschrijving (tenzij dit tot
beperking van aansprakelijkheid leidt) mogen niet op reeds gepleegde feiten van toepassing worden
verklaard. Dit geldt ook voor verandering in de wettelijke regeling van een algemeen leerstuk die tot
uitbreiding van strafrechtelijke aansprakelijkheid leidt. Voor regels over de vraag welke sancties tot
welke hoogte kunnen worden opgelegd, geldt het verbod ten nadele van de verdachte eveneens.
Wijziging in de jurisprudentie levert een aanvaardbaar geachte relativering van het verbod van
terugwerkende kracht op (interpretatie strafbaarstelling verandert, maar artikel niet). Als nieuwe
rechtspraak ten nadele van de verdachte een enorme invloed heeft op de materiële aansprakelijkheid
die niet voorzienbaar was op het moment van handelen heeft rechterlijk overgangsrecht de voorkeur.

MATERIEEL STRAFRECHT 4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller basdammers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.98  7x  sold
  • (2)
  Add to cart