Not entirely in line with the test template and in terms of the order of sources, it is no longer entirely in line with the 2020-2023 teaching year.
By: egul61 • 1 year ago
By: isisb99 • 1 year ago
By: basvos86 • 1 year ago
By: daniek123 • 1 year ago
By: mohamedidriri • 1 year ago
By: Marijn860 • 1 year ago
Seller
Follow
studentcriminologie1
Reviews received
Content preview
Toetsmatrijs Grondslagen 1
2021/2022
1. Basis sociaal werk
Bron 1: Kennisclip 1 landelijk opleidingsprofiel – H1 landelijk opleidingsdocument als naslag
Sociale kwaliteit = in hoeverre de mate van sociale samenhang, sociale inclusiviteit
(mate van erbij mogen horen), participatie, welzijn en welbevinden aanwezig is.
Sociaal functioneren = deelnemen van mensen aan het maatschappelijk leven
Inclusiviteit = toestand waarbij er geen sprake is van uitsluiting, vaak vanuit het
gedachtegoed dat iedereen gelijkwaardig is en gelijke rechten heeft.
Discretionaire ruimte = de ruimte die jij als professional kan pakken voor eigen
meningen en beslissingen: de vrijheid die jezelf hebt om te oordelen en om eigen
beslissingen te nemen
Interventies = methodes om het gedrag van de cliënt te kunnen veranderen.
"Kwaliteit" is niet voor iedereen hetzelfde
Bron 2: Kennisclip 2 landelijk opleidingsprofiel – H1 landelijk opleidingsprofiel als naslag
De drie contexten in het sociaal werk
1. Primaire leefomgeving (= de dagelijkse thuisomgeving van mensen)
Voorbeeld: je maakt deel uit van een gezin, je woont alleenstaand, je woont op een
woongroep
2. Netwerken (= verschillende formele en informele netwerken van mensen)
Voorbeeld: vrienden, familie, sportvereniging, school, subculturen.
Een netwerk is een groep met een gezamenlijk doel
3. Gemeenschappen
Voorbeeld: de straat, de wijk, de buurt, de gemeente, provincie of land
Gemeenschappen hebben geen gezamenlijk doel
In gemeenschappen kunnen onveiligheid, discriminatie, burgerinitiatieven etc een rol spelen
Bron 3: Kennisclip 3 landelijk opleidingsprofiel – H2 landelijk opleidingsdocument als naslag
Ontwikkelingen in het sociaal werk
Participatie en thuis wonen zo lang mogelijk
Het bevorderen van eigen kracht
Empowerment: een actieve houding van de cliënt stimuleren
Civil society = de burgermaatschappij, ook wel het society of het maatschappelijk
middelveld genoemd, is het geheel van particuliere organisaties in de samenleving, die
verschillende groepen, meningen en belangen vertegenwoordigen
Kostenbewustzijn en link naar toename aandacht voor preventie
Invloed lokale speelveld: gemeente
Sociale technologie: sociale media, buurtapps, digitale community 's
Positionering als sociaal werker
Verdiepende focus
Goed kunnen samenwerken
Reflecteren
, Duurzame oplossingen
Werken met andere professionals (zo kan je ook feedback ontvangen van hen).
Bron 4: Kennisclip 4 landelijk opleidingsprofiel – H2 landelijk opleidingsdocument als naslag
Drie landelijke kerntaken sociaal werker
1. Bevorderen van het sociaal functioneren van mensen in hun sociale context;
2. Versterken van de organisatorische verbanden waarbinnen sociaal werk
plaatsvindt;
3. Bevorderen van de eigen professionaliteit en de ontwikkeling van het beroep.
Tien vereiste kwalificaties sociaal werker
1. Benaderen en benaderbaar zijn
2. Bevorderen van sociaal functioneren van mensen in primaire omgeving: methodisch,
gebaseerd op werkzame methodieken, in samenspraak met betrokkenen, gericht op
zelfregie en participatie
3. Idem voor netwerken en groepen
4. Bevorderen van sociaal functioneren van gemeenschappen: methodisch, gericht op
sociale cohesie, rechtvaardigheid en veiligheid
5. Beïnvloeden van sociaal beleid
6. Effectief en efficiënt werken. Transparant zijn, rekening houdend met kosten en
baten
7. Samenwerken
8. Actief en ondernemend werken: binnen een organisatie of als zelfstandige
9. Leren en reflecteren voortdurend aan kunnen sluiten en aanpassen aan
ontwikkelingen
10. Onderzoeken: houding, onderzoek doen, kennis uit onderzoek van anderen
toepassen
Bron 5: de maatschappelijke context van het sociaal werk: Hoofstuk 1
Het competentieprofiel van de sociaal werker
Het werk van de sociaal werker speelt zich af op 3 niveaus:
1. De directe /primaire leefomgeving = dagelijkse thuisomgeving: alleenstaand, met
partner, gezin, residentiele instelling, zelfregie, zelfredzaamheid, zingeving.
2. Netwerken = formele en informele netwerken (school, werk, verenigingen); een groep
met een gezamenlijk doel. Sportclub, politieke partij, kerk etc. Belangengroepen.
3. Gemeenschappen = lokale gemeenschappen; wijk, gemeente, provincie, land. Je
woont bij elkaar in de buurt, maar geen gezamenlijk doel. Neutrale omgeving: geen
gezamenlijk doel. Door omstandigheden met elkaar in verbinding bv omdat ze in
dezelfde wijk wonen.
Eigenschappen van de sociaal werker 2020
1. Je bent benaderbaar en je benadert anderen
2. Je coördineert samenwerking om met anderen tot een oplossing van de situatie te komen.
3. Je bent proactief, ondernemend, onderzoekend en analyserend.
Vraagstukken binnen het sociaal werk
De sociaal werker lost sociale vraagstukken op. Het belangrijkste object is het sociaal
functioneren van mensen in de context waar ze in leven, op verschillende niveaus.
Het werk van een sociaal werker bevindt zich vooral in de categorieën:
1. Welzijn
2. Werk en inkomen
, 3. Jeugdzorg
4. Volksgezondheid (voornamelijk preventieprogramma's)
Beroepen binnen het sociale domein
Onderscheid tussen generalisten en specialisten. Generalisten is iemand die van alles
een beetje weet, een specialist is iemand die op een onderdeel gespecialiseerd is.
Het sociale domein is onder te verdelen in verschillende categorieën:
1. Het maatschappelijke werk
Het maatschappelijke werk is vaak het eerste aanspreekpunt bij problemen die zich niet
direct kunnen oplossen zoals problemen door scheiding, verlies, werk of woning.
2. De geestelijke gezondheidszorg
In de ggz werken voornamelijk mensen met een achtergrond in de
psychologie/psychiatrie.
3. De gehandicaptenzorg
Zorg voor mensen met een verstandelijke of fysieke beperking, kan zowel intramuraal
(binnen de muren van een instelling) of extramuraal plaatsvinden, afhankelijk van de
ernst van de beperking.
4. Jeugdzorg
Binnen deze categorie is er grote diversiteit: opgroei en opvoedingsondersteuning, jeugd
met verstandelijke beperking, jeugdpsychiatrie.
Geschiedenis van het sociaal werk in vogelvlucht
In de loop van de geschiedenis heeft het sociaal werk een ontwikkeling doorgemaakt.
Vroeger was het heel paternalistisch en gericht op de heropvoeding van armen. Later heeft
zich dit ontwikkeld tot een meer vraaggerichte benadering en het uitgaan van wat de
cliënt/burger wel kan en zelf kan oplossen, al dan niet met behulp van het eigen netwerk.
Bron 6: de maatschappelijke context van het sociaal werk: Hoofdstuk 2
Actoren in het sociaal domein
Op landelijk niveau zijn de ministeries betrokken bij het maken en bijstellen van beleid.
Verschillende organisaties die toezicht houden. Zorgverzekeraars zorgen voor de
organisatie van de verplichte basiszorg
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beleid en de financiering van de jeugdzorg, de
maatschappelijke zorg en de participatiewet. Hiertoe contracteren zij organisaties in het
sociale domein om afspraken te maken over o.a. de kwantiteit en de kwaliteit van de
geleverde zorg
De wijkteams en de welzijns- en zorginstellingen ondersteunen burgers en bevorderen
burgers in sociaal functioneren.
Belangenorganisaties: vormen belangrijke spil tussen micro en macroniveau omdat zij
kwesties die spelen bij burgers aankaarten bij politiek en veranderen teweeg kunnen
brengen.
Burgerinitiatieven: burgers die zelf de handen ineenslaan.
Kennisinstellingen hebben als doel om onderzoek te doen naar fenomenen binnen
sociale domein.
Het web van actoren in het sociale domein op drie niveaus
1. De Rijksoverheid en overheidsinstanties
- ministeries: werken op hun ‘eigen’ gebied aan het beleid, om ervoor te zorgen dat
Nederland steeds beter georganiseerd wordt
- zorgverzekeraars: zijn de uitvoerders van de Zorgverzekeringswet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentcriminologie1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.70. You're not tied to anything after your purchase.