Economie Extra Module Arbeidsmarkt - vwo
Vraag en aanbod
• Markt gaat altijd over vraag en aanbod, dus in dit geval over vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
• Vraag: Werkgevers vragen arbeid(ers)
• Aanbod: Werknemers
Verhouding vraag/aanbod
• Als de vraag sneller stijgt dan het aanbod, wordt de arbeidsmarkt krapper.
• Vacatures blijven onvervuld
• Strijd om personeel; hogere lonen, betere arbeidsvoorwaarden.
• Vertraging bij projecten, vanwege te weinig geschikt personeel
• Hogere loonkosten
• Als het aanbod sneller stijgt dan de vraag, wordt de arbeidsmarkt ruimer.
• Werkloosheid neemt toe.
• Weinig vacatures
• Kortere contracten, minder riante arbeidsvoorwaarden
Vraag naar arbeid
• De vraag naar arbeid wordt ook de werkgelegenheid genoemd.
• De werkgelegenheid is dus:
• Aantal mensen in loondienst
• Aantal zelfstandigen
• Aantal vacatures (onvervulde vraag)
• Werkgelegenheid hangt af van:
• Betalingsbereidheid
• Loonkosten per product/dienst
• Belangrijk: Bij arbeid kunnen we het hebben over personen of arbeidsjaren. Als 2 personen beiden
30 uur werken (40 uur is fulltime), dan is de werkgelegenheid in personen: 2, terwijl de
werkgelegenheid in arbeidsjaren (hoeveel fullltime banen zijn er (2*0,75= 1,5)
De vraag
• De vraag hangt altijd af van de productie. Voordat we het over de vraag kunnen hebben, moeten
we het altijd over de productie hebben.
• Korte termijn: Op korte termijn hangt de vraag naar arbeid eigenlijk alleen af van de productie.
De productie hangt af van de bestedingen. Veranderingen in de bestedingen (crisis, opleving,
handelsoorlog) leveren een verandering in de productie en dus een verandering in de vraag
naar arbeid op.
Arbeidsproductiviteit = de hoeveelheid productie per tijds eenheid per werknemer
• Afhankelijk van:
• Arbeidsvoorwaarden
• Loon!
• Arbeidsverdeling
• Scholing
• Technische ontwikkeling!
• Het goed organiseren van het productieproces
, Internationale concurrentiepositie
• Wordt bepaald door:
• Brutolonen
• Arbeidsproductiviteit
• Vergelijking NL en LL:
• loonniveau NL / loonniveau LL < / > / = arbeidsproductiviteit NL / arbeidsproductiviteit
LL
• Loonverhouding > arbeidsproductiviteitsverhouding >> onze producten zijn duurder, LL
is concurrent
• Loonverhouding < arbeidsproductiviteitsverhouding >> onze producten zijn goedkoper
Vraag (lange termijn)
• Op lange termijn is de vraag naar arbeid afhankelijk van tal van factoren. De belangrijkste:
• Loonkosten per product
• Het is zinloos om lonen met elkaar te vergelijken. We vergelijken slechts de
loonkosten per product. Immers iemand met een salaris van
2000,- pm maar die wel 100 producten per maand produceert, is
goedkoper dan iemand met een salaris van 1500, die slechts 50
producten produceert.
• De loonkosten per product zijn belangrijk, want te hoge loonkosten per product
leiden tot minder winst/ hogere prijs van het eindproduct.
Bovendien kan een machine hierdoor goedkoper zijn als
alternatief, wat verlies van werkgelegenheid oplevert.
• Daarnaast hebben bedrijven de mogelijkheid om productieprocessen uit te
besteden (outsourcing) aan goedkopere landen met lage lonen.
• Hierdoor ontstaat een open economie
• Kunnen dalen door de arbeidsproductiviteit te vergroten
• Als werknemers duurder worden dan machines, worden ze vervangen
• In concurrentiestrijd spelen zowel productiviteit als kwaliteit een rol
• Loonkosten per product = loonkosten/arbeidsproductiviteit
• verandering LKP = verandering LK (index) / verandering
arbeidsproductiviteit (index)
• Economische sectoren:
• Primaire sector >> landbouw, visserij
• Secundaire sector >> industrie (van grondstoffen worden producten gemaakt)
• Bijv. metaalindustrie, voedingsmiddelenindustrie
• Tertiaire sector >> commerciële dienstverlening (meeste mensen in NL)
• Bijv. bankieren, verzekeren, vervoer
• Quartaire sector >> niet-commerciële dienstverlening (meeste mensen in NL)
• Bijv. les geven, verplegen, rechtspreken
• Vraag afhankelijk van politieke besluitvorming
Vraag (korte termijn)
• Gevolg van veranderingen in bestedingen
• 4 groepen besteders:
• Consumenten
• Bijv. gezinnen:
• Duurzame goederen als auto’s & meubels
• Goederen als voedsel & kleding
• Diensten als verzekeringen & toerisme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmafranken16. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.