Hoofdstuk 13 – Organisatie en maatschappij
Paragraaf 1 - Omvang
Bij een absolute grootte gaat het om een meetbare omvang. Het burgerlijk
wetboek deel naamloze en besloten vennootschappen in naar grootte. Daar
gebruikt ze drie criteria voor: de waarde van de activa (het balanstotaal), de
netto-omzet (omzet na kortingen), en het gemiddeld aantal werknemers.
Een onderneming valt in een groottegroep als ze aan minimaal twee van de drie
criteria voldoet.
Indeling rechtspersonen
naar grootte
Micro Klein Middelgro Groot
ot
Waarde activa < €0,35 - €6 €6 - €20 >€ 20
€350.000 miljoen miljoen miljoen
Netto-omzet < €0,7 - €12 €12 – €40 >€ 40
€700.000 miljoen miljoen miljoen
Gemiddeld aantal < 10 10-50 50-250 >250
werknemers
Het bestuursverslag bevat een verslag over de gang van zaken in de
onderneming over het afgelopen boekjaar en de verwachte ontwikkelingen. De
overige gegevens gaan over de accountant, winstverdeling, aandelen,
zeggenschap en nevenvestigingen.
Hoe groter een onderneming is, hoe meer ze openbaar moet maken. De balans
en winst-en-verliesrekening zoals in hoofdstuk 3 is al meer dan de meeste
ondernemingen moeten publiceren.
Er zijn ook mensen en instellingen buiten de organisatie geïnteresseerd in
informatie over het bedrijf. Aandeelhouders, beleggers, banken, leveranciers of
klanten bijvoorbeeld. Een onderneming neemt dan ook maar zelden meer
gegevens op dan verplicht.
Bij een relatieve omvang bereken je de grootte van een onderneming in
verhouding tot een andere onderneming. Bij het marktaandeel van de afzet of bij
een marktaandeel van de omzet is de formule:
Afzet van de onderneming in een bepaalde regio over een bepaalde periode
x 100%
Totale afzet in een bepaalde regio over een bepaalde periode
De onderneming die het grootste marktaandeel heeft, is de marktleider. De
plaat van de onderneming in de markt ten opzichte van de concurrentie is de
marktpositie.
Kleine organisaties kunnen een groot effect hebben op de hele maatschappij.
Paragraaf 2 – Maatschappelijke behoeften
De economie en maatschappij bestaat o.a. uit de overheid, ondernemingen en
gezinnen. Daarnaast zijn er relaties met het buitenland. Ondernemingen zijn een
integraal onderdeel van de maatschappij.
,Ondernemingen produceren: zij bieden goederen en diensten aan daarvoor
hebben de ondernemingen kapitaalgoederen nodig. om deze te kunnen
financieren, moeten ondernemingen vermogen aantrekken naast
kapitaalgoederen en vermogen, zijn ook medewerkers nodig.
Economische kringloop: ondernemingen betalen medewerkers
medewerkers kunnen producten kopen van de gezinnen gaat geldstroom naar
de ondernemingen voor de aankoop van producten en er gaat een
productenstroom van de ondernemingen naar gezinnen ondernemingen
leveren producten aan de gezinnen gezinnen leveren hun product -arbeid- aan
de ondernemingen.
De niet-commerciële organisaties kun je in deze kringloop deels vergelijken met
commerciële organisaties. Gezinnen werken ook bij niet-commerciële
organisaties. Niet-commerciële organisaties leveren ook producten, alleen zijn
deze vaak minder tastbaar bijv. leveren van onderwijs.
Organisaties voldoen aan de volgende maatschappelijke behoeften: leveren van
producten, bieden van werkgelegenheid, innovatie, inkomen en
belastingopbrengsten.
Organisaties produceren producten, dat niet alleen goederen zijn, maar ook
diensten zoals vakantie, elektriciteit en scholing.
Personen hebben werk nodig, zowel voor inkomensverwerving als om zichzelf te
kunnen ontplooien. Inkomen producten aanschaffen.
Door innovatie (vernieuwing) blijven organisaties concurrerend van elkaar en ten
opzichte van concurrenten uit het buitenland. Innovatie kan een oplossing bieden
voor maatschappelijke problemen, bijv. mondiale vervuiling van de oceanen
vb. tablet of smartphone nieuwe producten worden verbeterd en zo ontstaan
weer nieuwe producten.
Organisaties produceren en verkopen door verkoop inkomsten inkomen van
organisaties met inkomen betalen ze medewerkers.
Een onderneming die winst maakt, moet over de winst een vorm van
winstbelasting betalen. Organisaties moeten nog tal van andere belastingen
betalen: overdrachtsbelasting bij de aanschaf van een pand, de per saldo af te
dragen omzetbelasting, gemeenteheffingen, waterschaplasten enz. belasting
wordt betaald aan overheid.
Paragraaf 3 – Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) gaat verder dan de vraag hoe
ondernemingen winst maken. heeft ook betrekking op alle personen die
betrokken zijn bij de onderneming en de maatschappij.
Een onderneming onderneemt maatschappelijk verantwoord door vrijwillig bij te
dragen aan een betere samenleving en een schoner milieu. zij houden
rekening met de gevolgen voor de maatschappij en het milieu bij alle
handelingen die de onderneming verricht.
Commerciële ondernemingen streven naar winst om te blijven bestaan. MVO past
hier eigenlijk niet bij, omdat het de winst maximaliseert. MVO kost vaak geld. Uit
onderzoek blijkt dat de kosten meestal worden gecompenseerd door hogere
opbrengsten. Daarnaast stellen steeds grotere groepen klanten eisen aan
producten die zij kopen.
Door middel van wetgeving kunnen overheden ondernemingen aanzetten tot
bepaalde handelingen.
, Ondernemingen die maatschappelijk verantwoord ondernemen, richten zich op
een combinatie van drie factoren: people, planet en profit. De onderneming
streeft naar winst en helpt bij de toename van maatschappelijke welvaart.
1) People, gaat over alle personen die te maken hebben met de
onderneming, Het gaat over klanten, medewerkers, omwonenden enz.
2) Planet, gaat over de vraag hoe de onderneming met het milieu omgaat.
de onderneming probeert bijv. uitstoot van fabrieken te verminderen door
filters te plaatsen.
3) Profit (winst), gaat over de winstgevendheid van een onderneming.
Voorbeeld van MVO is het verminderen van afval en besparen op
energieverbruik.
Omwonenden van een bedrijfspand hebben minder last van licht dat ’s avonds
aan staat (people). Vervolgens wordt er minder energie verbruikt waardoor er
ook minder energie geproduceerd hoeft te worden (planet). Het betekent minder
energieverbruik, ook minder kosten en dat is goed voor de winstgevendheid van
de onderneming (profit).
Een ISO-standaard wordt internationaal gebruikt en legt een onderneming uit
hoe zij aan bepaalde voorwaarden kan voldoen.
Een onderneming moet opletten dat zij niet aan greenwashing doet. Een
onderneming doet aan greenwashing als zij naar klanten toe communiceert veel
aan MVO te doen, terwijl zij in werkelijkheid alleen maar doet voor zover de wet
haar ertoe verplicht.
MVO begon al veel jaren terug met de nadruk op het geven van eerlijke prijzen
voor eerlijke producten uit vaak minder welvarende gebieden. De kans op een
menswaardiger bestaan wordt groter en de mogelijkheden tot scholing en
zelfredzaamheid namen toe. welvaart verbeterde.
Paragraaf 4 – Accountant
Organisaties zijn verplicht een boekhouding bij te houden, te voldoen aan de
fiscale verplichtingen en aan de eventuele publicatieplicht. Deze organisaties
kunnen zelf kiezen of ze al dan niet een accountant inschakelen. Als een
onderneming ervoor kiest een accountant in te schakelen, kan deze de volgende
functies vervullen:
1) De accountant controleert de cijfers en geeft een controleverklaring af;
2) De accountant beoordeelt de cijfers en geeft een beoordelingsverklaring
af;
3) De accountant stelt de cijfers samen en geeft een samenstelverklaring af.
Van boven naar beneden geeft de accountant minder zekerheid (assurance) af, is
er ook voor de accountant meer vrijheid binnen de regels en normen en worden
de kosten lager.
Het doel van een samenstellingsopdracht is het verzamelen, verwerken,
groeperen en samenvatten van financiële informatie tot een financieel overzicht.
de accountant wordt hierbij ingeschakeld vanwege zijn deskundigheid op het
gebied van verslaggeving en niet vanwege zijn controledeskundigheid. De
werkzaamheden van de accountant worden bepaald door de mate waarin een
onderneming zelf de boekhouding al in orde heeft gemaakt. De onderneming
blijft zelf verantwoordelijk voor de juistheid en de volledigheid van de
aangeleverde stukken. Natuurlijk kijkt de accountant wel kritisch naar de
aangeleverde cijfers en stukken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ruthbakker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.