- LA 6, 7 en 20 Dialysetechniek 1/2/3 (houd voor het leren van dit onderdeel de PowerPoints van de lessen dialysetechniek aan)
- LA 11 Shuntchirurgie
- LA 14 Hemodialyse en medische problemen
- LA 16 Dieetleer
- LA 19 Shuntdiagnostiek
- LA 22 Diabeteszorg op de dialyse afdeling
- LA 23 ...
Happy with this bundle. Plenty of subject matter and clear
By: coriannehaveman • 6 months ago
By: mvr-kwidama • 9 months ago
By: newgdiamond • 1 year ago
Seller
Follow
aniekwienk
Reviews received
Content preview
Eindtoets chronisch ongecompliceerde dialyse (16-05)
- LA 6, 7 en 20 Dialysetechniek 1/2/3 (houd voor het leren van dit onderdeel de PowerPoints
van de lessen dialysetechniek aan)
- LA 11 Shuntchirurgie
- LA 14 Hemodialyse en medische problemen
- LA 16 Dieetleer
- LA 19 Shuntdiagnostiek
- LA 22 Diabeteszorg op de dialyse afdeling
- LA 23 Medicatie en dialyse
- LA 24 Dialyse effectiviteit
- LA 25 Hepatitis, HIV en BRMO
- LA 26 De oudere dialysepatiënt
Basisprincipes
- Diffusie
Gelijkmatige verdeling van stoffen. Er is geen verschil van concentratie meer van die stof
in de betreffende ruimte. Bij dialyse is dit het belangrijkste proces om het bloed te
ontdoen van ongewenste stoffen (diffusieve klaring). Het is uitwisseling op basis van
concentratie verschil middels het semipermeabele membraan. Er is beweging van delen
door het membraan van een hoge maar een lage concentratie. Van bloed naar dialysaat
en anders om (bijvoorbeeld bij bicarbonaat, hoger in dialysaat, lager in bloed waardoor
het word toegevoegd aan het bloed). Dit wordt bepaalt door de molecuulgrote, pore-
size, concentratiegradiënt, medium (oplosmiddel), de eclectische lading van het ion en
het kunstmembraan en de hydrofobiciteit van het kunstmembraan. Ook het
tegenstroomprincipe (countercurrent) werkt mee.
Door grotere dialysaatflow zijn er grotere concentratie verschillen voor de diffusie.
Verschillen in dialysaat en bloed zijn groter. Door snelle dialysaatstroom houdt het
dialysaat zijn versheid en bewerkstellig je grotere concentratie verschillen. Door grotere
bloedflow is er een effectievere dialyse. Je behandeld ten eerste meer bloed maar
wederom een verhoogde diffusie door dat er grotere concentratieverschillen zijn.
Anders word concentratie gelijk bij een lagere flow. Hogere bloed en dialysaatflow
vormen een effectievere dialyse. Wel oppassen dat het niet te snel gaat. Hierbij neemt
ook de TMP toe.
- Osmose
Wanneer twee oplossingen die zijn gescheiden door een semipermeabel membraan is
de druk van de kant met alleen het oplosmiddel groter dan die van de kant waarin een
andere stof is opgelost die niet het membraan kan passeren. De inwendige druk is daar
dus lager waardoor oplosmiddel zich verplaatst. Dit is osmose. Stroomrichting water is
altijd van laagste naar hoogste concentratie.
- Convectie
Wanneer water met daarin kleine (en middelgrote) moleculen door UF door membraan
gaan spreekt je van convectie. Het word aan het bloed onttrokken en heet dus
convectieve klaring. Het water word, beïnvloed door hydrostatische druk word
verplaatst door een membraan van een hoge naar lage druk. Zowel water als vocht
, worden verwijderd. Bij hemofiltratie is er enkel sprake van convectie. Er is geen diffusief
transport. Het transport van bestandsdelen is dan geheel afhankelijk van convectief
transport. Convectie word bepaald door de poriegrootte van het membraan, de flow van
het bloedcompartiment naar UF-compartiment en mogelijk hydrofobiciteit en lading
membraan/ion. Op basis hiervan vinden ook de principes van HDF-post/pre plaatst.
Convectie is water, plasma, die onder druk wordt geplaatst waardoor er een deel water
met alles (geen albumine, rode/witte bloedcellen) wat daarin wordt opgelost, verplaatst
van de ene kant naar de andere kant. Dit doe je door negatieve/hogere drukken te
generen waarna het zich gaat verplaatsen. Er verandert hierbij niks aan de
samenstelling. Dat wat er uit is gehaald wordt aangevuld met substitutie volume
(toegevoegd in bloed, bestaande uit de ideale samenstelling van elektrolyten, enz.)
waardoor concentratieverschillen bestaan. Wanneer je geen substitutievloeistof
toevoegt en geen diffusie (hemodialyse) toepast dan heb je GUF (volgens mij wel. Even
nazoeken).
- Ultrafiltratie
Veroorzaakt TMP (moet positief zijn om verplaatsing dialysaat naar bloed te voorkomen,
0 geen transport) door het hydrostatische drukverschil over de membraan.
Filtratie is het verplaatsen van vloeistof door een filter door middel van een verschil in
druk aan beide zijden van het filter. Hoe groter het verschil hoe sneller dit gaat.
Wanneer dit gebeurt middels een semipermeabel membraan spreekt je van UF. UF is
afhankelijk van dikte en oppervlak membraan en de osmotische druk. UF word tot stand
gebracht door drukverschil tussen bloeddeel en dialysaatdeel (TMP) te vergroten
waardoor water van bloed naar dialysaat gaat.
Ook is er de optie GUF. Dit bestaat uit twee stappen UF en dialyse. Bij enkel UF blijft
osmolariteit plasma constant en is gelijk blijft aan osmolariteit in filtraat. De dialyse
daarna gebeurt met een TMP van 0 omdat er geen vocht meer onttrokken mag worden.
Nu vind er wel osmolarische verschuiving plaatst.
LA 6 dialysetechniek 1
Aan de hand van de PowerPoint
Als dialyseverpleegkundige is het van belang dat u kennis en inzicht heeft in de techniek van de
dialysebehandeling. De docent zal in deze les de basisbegrippen, de van belang zijn bij het dialyseren,
behandelen. Tevens wordt ingegaan op veiligheidsnormen van de apparatuur.
Dialyse behandelvormen
Hemodialyse
- het verwijderen van stoffen door diffusie en osmose, hierbij hoeft geen UF plaats te vinden.
Diafiltratie (hemofiltratie)
- het verwijderen van stoffen door convectie, hierbij vindt een hoge ultrafiltratie plaats
waardoor de stoffen meeliften op de waterstroom.
Hemodiafiltratie
- het verwijderen van stoffen door diffusie, osmose en convectie, enige mate van ultrafiltratie
nodig om dit te bewerkstelligen.
Hemodiafiltratie online
- Het verwijderen van stoffen door diffusie, osmose en convectie waarbij het proces wordt
ondersteund door verdunning van het bloed met grote hoeveelheden (80-150 liter per
behandeling) dialysaat wat voor of na (pre- of post-dilutie) de nier toegevoegd wordt.
Semi-permeabel membraan
Het semi-permeabel membraan functioneert als een fijne zeef, alleen stoffen die klein genoeg zijn
worden doorgelaten.
Diffusie
Diffusie is het gevolg van willekeurige bewegingen van alle moleculen, de zogenaamd
Brownbewegingen.
Osmose
Anders dan bij diffusie kunnen hier de opgeloste stoffen niet door het membraan. Om toch een
gelijkwaardige concentratie te komen zal het water naar de stoffen toe trekken. Hierdoor ontstaat
een niveauverschil aan beide kanten van membraan. Dit verschil is de osmotische druk.
Filtratie
Filters worden onderscheiden door materiaal en poriegrootte. Hieronder is een overzicht van de
verschillende typen filters en hun specificaties.
, Het werkingsprincipe van UF verschilt niet zoveel van andere technologieën, zoals omgekeerde
osmose. Als grootste verschil kan worden aangehaald dat toepassing van UF niet voldoende is om
drinkwater te maken. UF wordt, soms, als voorzuivering gebruikt bij omgekeerde osmose en is een
goede techniek om de membranen in de omgekeerde osmose te beschermen en op deze manier
zeer zuiver water te maken.
Ultrafiltratie
Door de druk aan een kant van het membraan te verhogen zal er filtratie plaatsvinden van water
(met opgeloste stoffen welke door het membraan kunnen).
Omgekeerde osmose
Door de druk aan één kant van het membraan te verhogen zal er filtratie plaatsvinden van water
(met opgeloste stoffen welke door het membraan kunnen). Het verschil tussen RO en UF is de
poriegrootte van het membraan!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aniekwienk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.18. You're not tied to anything after your purchase.