Samenvatting maritieme
economie
Economische organisatie van de scheepvaartsector
(Peeters)
Executive summary
Overzicht wat van belang is voor een goed beleid van een rederij:
1. Economische indicatoren (die een rol spelen voor gevraagde prijs etc.)
a. WISSELKOERSEN zijn van belang, aangezien een groot deel van de opgestelde contracten
in de scheepvaart in dollar zijn. Men heeft hier m.a.w. een wisselrisico waar men zich al
dan niet tegen kan indekken.
b. INTEREST(VOETEN): investeringen in de scheepvaartsector gaan meestal om grote
bedragen (VB. 100 miljoen euro voor een schip). Om deze investeringen te betalen moet
men vaak geld lenen, en is het van belang om de (evolutie van de) interestvoet te
bekijken.
c. INFLATIE: bij een hoge economische activiteit (en dus ook een grote vraag naar
transport?) is er druk op de prijzen. De stijging/daling van de prijzen is dus ook een
belangrijke indicator.
2. Goederen (aangezien de vraag naar transport afgeleid is, hoe meer goederen er
geproduceerd worden hoe groter de vraag naar transport ook wordt)
a. PRIJSINDICES geven hierbij weer hoe groot de vraag naar transport is en zal evolueren.
3. Bunkers (= olie/brandstofvoorziening/watervoorziening)
a. PRIJZEN/TON voor brandstof in verschillende havens zijn van belang. Op basis hiervan
kan men beslissen waar men de bunkerolie gaat inkopen. Een schip vaart op heavy fuel
(restant raffinageproces met veel sulfer), IMO heeft standaarden opgelegd low sulfer
brandstof
4. Scheepvaartsector
a. Indicatoren voor de ACTIVITEIT INDE SECTOR, VB. de lay-up, waarbij men schepen
tijdelijk uit de markt gaat halen om de bezettingsgraad van de schepen te verhogen. Een
hoge lay-up duidt er dan ook op dat het in het algemeen niet zo goed gaat in de
scheepvaartsector.
b. VRACHTPRIJZEN: hoe evolueert de prijs (Baltic Dry Index)? Dit zegt iets over de
marktverwachtingen in vraag en aanbod, en hier willen reders op inspelen voor het
opstellen van hun deals (vb. om een “juiste” prijs te kunnen vragen o.b.v. de huidige
markt)
c. TWEEDEHANDSPRIJZEN (van schepen): indien de tweedehandsprijzen stijgen betekent
dit normaal gezien een gestegen vraag naar transport, waardoor er een tekort aan
capaciteit is, of een gedaald aanbod van de capaciteit.
d. SLOOPPRIJZEN (van schepen): indien de sloopprijzen van schepen stijgen is er ook een
gestegen vraag naar transport, of een gedaald aanbod!! Dit komt omdat het aanbod op
de sloopmarkt de te slopen schepen zijn, waarvan er in dat geval minder ter beschikking
zijn. De vraag op de sloopmarkt bestaat uit de vraag naar de materialen die men uit deze
schepen recupereert.
1
,Belang van scheepvaart
85% van alle goederen worden via zee vervoerd (van ruwe grondstoffen tot half afgewerkt en
afgewerkte producten) 60% van alle waarde van goederen.
1. Indicatoren (factoren die aangeven dat de scheepvaartsector van belang is)
a. GROOTTE VAN DE INVESTERINGEN: grote investeringen in een sector betekenen
doorgaans dat deze belangrijk is, anders zou men niet zoveel investeren.
b. De TOEGEVOEGDE WAARDE die gerealiseerd wordt. Een grote toegevoegde waarde
maakt dat de sector van belang is.
c. De TEWERKSTELLING: er zijn veel jobs gemoeid met de scheepvaartsector (war for
talent).
2. Twee revoluties die aan de gang zijn in de scheepvaartsector
a. Het steeds meer gebruik maken van BULKVERVOER: de vervoerde partijen worden groter
(schaalvergroting vb. De Seaweight Giant: 550.000 DWT)
b. Men evolueert naar EENHEIDSLADINGEN: heel veel items van hetzelfde worden
tegelijkertijd vervoerd i.p.v. verschillende goederen op een vracht. Vooral containers zijn
het grootste voorbeeld van eenheidsladingen: bijna 98% van alle stukgoederen worden
in containers vervoerd (snelle afhandelingen).
3. Zeevervoer is goedkoop en blijft goedkoop
Dit is vooral te wijten aan de toename van het bulkvervoer: door dit bulkvervoer wordt
de kost van een trip uitgesmeerd over enorme tonnages, waardoor de kost per eenheid
laag is. Pre-covid kwam een container uit Azië voor 300-500 dollar voor een TEU.
Vraag en aanbod binnen maritiem vervoer
Mechanisme van vraag en aanbod in scheepvaart:
- Aanbod: capaciteit (wereldvloot: 100.000 schepen)
o 57.000 voor koopvaardij
- Vraag: partijgrootte
o Bulkvervoer (> 2-3000 ton)
Taxi
Tankers, bulkschepen, gespecialiseerde, …
o Lijnvervoer (< 2-3000 ton)
Openbaarvervoer
Mulitpurpose, containers, ro-ro
2
,Vraag naar zeevervoer
De vraag wordt bepaald door verschillende factoren:
- Vrachtprijzen (prijsverhogingen betekenen vraagdalingen, en vice versa)
- Snelheid
o Vb. men vertraagde op de loop VS naar Azië, zodat deze goedkoper werd door
trager maar met meer schepen in de loop te varen
o Geen lineair verband met brandstofprijzen: 2 knopen sneller varen heeft het
verbruik van veel meer fuel tot gevolg – slow steaming (knopen x1,8)
- Betrouwbaarheid (van infrastructuur en personen) = de container op de afgesproken
moment op de juiste plaats krijgen. Men kan vb. compensatie bieden bij vertraging.
o VB. de vluchtmaatschappijen: als er meer dan 5u vertraging is moet men een
financiële vergoeding betalen, maar de meeste maatschappijen gokken erop dat
de meeste mensen dit niet weten (+/- 250 EUR)
o Weersomstandigheden, getijden, …
- Veiligheid (wordt steeds belangrijker!)
o Men vreest nog steeds voor aanslagen na 9/11 en dus meer screening.
o Zo heeft men bijvoorbeeld in Beirut zeer precieze apparatuur, die echter wel zeer
traag is.
o Piraterij, slechte stuwing
Deze grafiek geeft de ontwikkeling van zeehandel in
functie van tonnage weer, maar vaak wordt dit uitgedrukt
in tonmijl, omdat tonnage niet veel zegt indien men veel
korte afstanden vaart.
- Toename in alle categorieën
o Globalisering, E-commerce, toename
populatie (1,54 ton per persoon)
- Main bulks: ijzererts, graan, kolen, boxiet, aliminium en fosfaat
- Other dry cargo: containers, …
Economische ontwikkeling bij de wereldvloot
1. Scheepsdesign: betere efficiëntie (= meer of dezelfde output met minder input).
- Minder bemanning en brandstof (grootste kosten)
2. Schaalvergroting: Einde nabij?
- De grootste bulkschepen zijn gesloopt (jaren 70: ULCC) – men denkt om terug te
vergroten
- Gebrek aan kennis i.v.m. schaalvoordelen (gemiddelde kost daalt)
- Containerschepen blijven stijgen, plannen voor 34.000 TEU en 50.000 TEU
3. Verdere specialisatie (niches): gevaar is gebrek aan diversificatie
- Zeer sterk gespecialiseerd (off shore windmolens, ontmantelen olieplatformen, …)
- Gevoeligheid voor conjunctuur
4. Een revolutie in cargobehandeling: bouw grotere kranen, cargo in containers, …
5. Een vlootvernieuwing: strenge normen voor emissies – ECA zones (geen heavy fuel)
- In welke schepen nu investeren
3
, De eenheidskost-functie
De eenheidskost wordt berekend door de som van de kosten, bestaande uit
-De kapitaalkost van het schip (vb. 150 miljoen dollar)
o Financiering door oprichting aparte vennootschap per schip. Beschermen van
moederbedrijf en betere verdeling van baten.
- + de operationele kosten overheen de levensduur.
- + de behandelingskosten van de cargo
Delen door de totale hoeveelheid cargo vervoerd
Strategieën bij bulkvervoer
Als organisatie kan men:
1. Werken met een eigen vloot (zelf schepen kopen)
- Aantal schepen op basis van hoogste piek vraagniveau (nadeel: veel excescapaciteit in
mindere tijden)
- Aantal schepen op basis van 100% bezetting en de rest incharteren
o Maersk vloot van 700 schepen (60% eigendom & 40% charter)
o MSC meer charter dan eigendom
2. Een lange termijn charter afsluiten met een transporteur
- 5-15 jaar
3. Een korte termijn charter afsluiten met een transporteur
- 0,5-1 jaar
4. Single voyage werken (= voor 1 reis een charter afsluiten)
- Round-trip is schip terugbrengen naar plek van huur
5. Gespecialiseerde LT-overeenkomsten sluiten (vb. RORO: decks op schip moeten bepaalde
hoogte hebben)
De lijnvaartindustrie
De lijnvaartindustrie werkt volgens het principe dat er op elk moment zogezegd vervoer beschikbaar
is (net zoals er op verschillende uren een bus of een trein is).
Om een lijn te openen moet men een contract tekenen om alleen een bepaald traject en een
bepaalde hoeveelheid te vervoeren. Dit betekent dat men een beperktere vrijheid heeft dan bij
bulkvervoer. Concreet heeft de lijnvaart volgende nadelen:
- Papierberg (voor openen lijn, … ?)
- Vaste tarieven
- Planning van laden en lossen
- Een vast tijdsverband ( = weinig flexibiliteit ?)
- Tonnage-planning
Dit heeft verscheidene gevolgen:
- De overheadkosten zijn hoog
- Men heeft doorgaans een overcapaciteit van 15 à 20%.
o Moment afsluiten contract hoge vraag
- Gevoelig voor MK-prijszetting van anderen (zie later)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BaribalHardi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.40. You're not tied to anything after your purchase.