Samenvatting Psychologie
Inleiding
Psychologie: een palet vol theorieën
Definitie Psychologie
• Geen overeenstemming over de definitie
• Extern: de psychologie kent van oudsher veel raakvlakken met andere mens- of
sociale wetenschappen
• Intern: veel meningsverschillen tussen psychologen
Functies van theorieën
• Systematiseren of ordenen
• Wetenschappelijke kennisverwerving geschiedt volgens duidelijke
regels: controleerbaar en herhaalbaar
• Verklaren en voorspellen van gedrag
Kenmerken psychologische stromingen
• Een stroming heeft een geschiedenis
• Een stroming heeft een mensbeeld
Geschiedenis van stromingen
• Altijd een historische ontwikkeling
• Altijd invloed van cultuur en tijdstip van ontstaan
• Stromingen reageerden op elkaar
• Er is vaak sprake van wisselende modes; slingerbeweging
• Stromingen maken gebruik van elkaars inzichten
Nieuwe eis aan wetenschap
• Nadruk op effectiviteit van een methode
• Een theorie moet bewijzen dat ze een juist inzicht biedt, dus dat ze werkt
• Het nieuwe begrip is: evidence based
• afkomstig uit de medische wetenschap
Hoe gebruik je mensbeelden en theorieën?
• Met een bril zie je beter. Zo werkt een theorie ook
• En theorie is als een zoeklicht. Sommige aspecten worden belicht en andere juist
onderbelicht
1
,H1 – Cognitieve psychologie
Inleiding
• Cognitieve therapieën concentreren zich op het ter discussie stellen en vervangen
van slecht aangepaste overtuigingen die cliënten hebben
• Cognitieve therapeuten spannen zich in om hun cliënten strategieën aan te leren
zodat zij de problemen in hun leven beter aankunnen
• De cognitieve psychologie is vooral een reactie op het behaviorisme. De
basisuitgangspunten ervan zijn dan ook grotendeels tegengesteld.
• Goed te combineren met het biopsychosociale model (zie gezondheidspsychologie)
• Goed te combineren met de algemene systeemtheorie
- Wij denken ons ziek, bv wanneer je triestig, wanhopig voelde, deze rigring zegt
“het is niet de gebeurtenis dat maakt dat wij ons slecht voelen, hoe wij denken
over die gebeurtenis maakt dat wij ons zo voelen”
- Strategieën aanleren om anders naar hun leven te kijken
- Reactie op behaviorisme, mens is robot, iets komt binnen en je reageert daarop,
deze theorie zegt dat mensen een computer zijn, prikkel komt binnen;
verwerken; dan pas reageren
Uitgangspunten
• Centralisme:
De mens is geen robot, de mens in een informatiebewerker en verwerker.
Het is belangrijk wat er in het psychisme is, wat er in die persoon gebeurd
bepaald de persoonlijkheid
”Wij worden gedreven door driften,” NEE, zij zeggen “geen driften, cognitief
drijft ons –> onze gedachten drijft ons”
• Begrijpen hoe gedrag tot stand komt:
• Informatieverwerking staat centraal
Bv denken “ik kan dat niet” en dan komt de voorspelling uit
• De mens is een actief en creatief wezen:
Je hebt zelf een rol in hoe je omgaat met hetgeen dat je wordt toebedeeld
• Er is een essentieel verschil tussen mens en dier:
Wat is het verschil → mensen denken na en dieren hebben een instinct.
Mensen kunnen nadenken doormiddel van taal – kennis waardoor we kunnen
nadenken – enkel mogelijk door taal → anders dan bij dieren – mensen hun
geweten is via of door taal
• Kinderen verschillen wezenlijk van volwassenen
Deze richting heeft ook iets weg van ontwikkelingspsychologie; zij zien hoe
kennis zich over het leven heen construeert
Cognitieve theorieën
• Cognitie = Bewerking en ontwikkeling van kennis en informatie
2
, • Bij informatieverwerking spelen veel functies een rol
Waarneming, concentratie, geheugen, orientatie, intiligentie, zintuigen, focus,
• Doelbewuste cognitieve processen en automatische cognitieve processen:
Heel moeilijk zicht, het meeste wordt automatisch geleerd, leren les geven
maar je leert door het doen
Veel gebeurd onbewust; doelbewust
Bv voor het examen studeren
Heel veel gebeurd automatisch, zonder bewuste aandacht bv prikkels
verwerken tijdens het autorijden
• Onderscheid tussen proces en resultaat:
Bv verliefdheid – hoe is dat gekomen of waarom → moeilijk uit te leggen
1. Cognitieve theorieën over de waarneming
• Waarnemen is een cyclisch proces:
aan een stuk door
• Zorgt voor: Vorming van kennisstructuren = schema’s: geheugenschema’s:
Innerlijke weergaves van een object op situaties bv verjaardag, onszelf,
zelfbeeld,.. → bij iedereen is dat schema anders
Bv als je aan een hond denkt aan wat denk je dan: dan komt automatisch je
kennisschema van een hond naar boven
• De inhoud verschilt van persoon tot persoon op basis van Individuele ervaringen en
cultuur
Voorbeelden hond;
een schema word altijd opgesplits in uiterlijke kenmerken, sociale
kenmerken en ervaringskenmerken
schattig, angst (omdat ik gebeten ben) ervarinskenmerken
blaffen, 4 poten,.. → uiterlijke kenmerken,
sociale kenmerken (een hond die sociaal is), een hond doet mij denken
aan mijn vriend,..
Vierde kenmerk is culturele kenmerken: in.. Land.. Denken bij de hond
“lekker” – in een andere cultuur is een hond helemaal geen huisdier
Bedenk een eigen voorbeeld op het examen!
Bv kerstmis, verjaardag,..
Waarneming
• = een wisselwerking tussen cognitieve schema’s en info uit de omgeving
3
, • Cyclisch proces met drie fasen
De hypothesefase: bepaalde verwachting
De informatiefase
De confirmatiefase
Voorbeeld hond:
- Hypothese verwachting “ik heb schrik van een hond” → zit in psyche/
geheugenschema
- Kleine schattige honden → hypothese en gedrag aanpassen
- Contact met de angst opwekkende prikkel is een oplossing!
- Soms werkt het niet zo: (cognitieve disonantie)
Als je rookt en je bent zwanger; ik leer dat het slecht is en ik pas mijn gedrag aan
en stop met roken; gebeurt niet altijd want veel makkelijker dan stoppen met
roken is nieuwe informatie aannemen bv roken is wel goe voor stress
Als je rookt en je weet dat het slecht is, beseft dat het wringt, onevenwicht in
dat schema kun je je gedrag aanpassen, gebeurd vaak niet: dan gaan wij nieuwe
informatie (valse informatie) inbrengen om van dat ambetant gevoel af te
graken bv als ik stop met roken ga ik bijkomen, heb ik meer stress,.. boekje
waarom roken goed voor je is (maar mijn grootvader dronk, rookte veel meer en
is toch eind de 90 geworden)
Kenmerken vd waarnemingscyclus:
• De waarnemingscyclus werkt permanent
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnedelaet12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.