In dit document heb ik alle literatuur en de colleges van week 1-3 samengevat. Het betreft stof over de geschiedenis van de forensische psychologie, klinische forensische psychologie, risicotaxatie en zedendelinquentie. Alle stof is voor de master klinische forensische psychologie
Week 1: Introductie en geschiedenis van forensische psychologie
History of forensic psychology Helfgott &Wallenborn hoofdstuk 1
De historische afkomst van de forensische psychologie begint bij de oude Grieken en in India,
hierbij werd een krankzinnigheidsverdediging gebruikt voor individuen met een intellectuele
achterstand. In de 18e/19e eeuw kwam de forensische psychologie ook in Europa, hierbij lag
de focus van de verdediging van het individu eerst op de krankzinnigheid en pas later op de
psychologie.
Voorbeeld: James Hadfield schoot een koning dood. James Hadfield kreeg een
krankzinnigheidsverklaring, doordat hij kampte met hoofdletsel dit was nieuw,
omdat om in aanmerking te komen met de krankzinnigheidsverdediging je buiten
contact met de realiteit beschouwd moest worden (dit was bij hem niet het geval).
In 1800 kwam de criminal lunatic wet = een wet waarbij je standaard voor onbepaalde tijd
opsluiting kon krijgen bij krankzinnigheid.
Philippe Pinel kwam met de ‘manie sans délire’ (manie zonder waanvoorstellingen)
in de 18e eeuw. Dit werd ook wel de krankzinnigheidswet/ moral insanity genoemd.
Dit hield in dat krankzinnigheid werd gezien als een morele aandoening in plaats van
een intellectuele aandoening.
1843 Mc Naughten rule: Mc Naughten werd beoordeeld als krankzinnig op moment
van aanval door de jury. Het oordeel van de jury was niet schuldig wegens
kranzinnigheid. Deze regel zorgde voor een wettelijke norm voor krankzinnigheid,
wanneer is iemand in feite krankzinnig.
1895 Mc Keen Cattell: deed onderzoek naar ooggetuigenisverklaringen. Hij stelde
dat ooggetuigenissen onbetrouwbaar zijn
1900 Journal of forensic psychology practice
20e eeuw Freud en Munsterberg: kwamen met het belang van de praktische
toepassing van psychologie in het rechtsgebied.
De integratie van psychologie bleef lastig tot de getuigenissen van de
psycholoog toelaatbaar waren in de rechtszaken.
1969 American psychology-law society: deze wet promoot de bijdrage van
psychologie aan het begrip van recht en juridische instellingen.
Psychologische theorieën over misdrijven
Psychopathie = een klinische aandoening gekenmerkt door affectieve interpersoonlijke
eigenschappen in combinatie met antisociaal gedrag.
Psychopathie bestaat uit persoonlijkheidskenmerken en gedragskenmerken
1. Persoonlijkheidskenmerken: oppervlakkige charme, grootsheid, pathologisch
liegen en gebrek aan wroeging
2. Gedragskenmerken: slechte gedragscontrole, impulsiviteit,
onverantwoordelijkheden en criminele veelzijdigheid.
Maria Verschoor- Tilburg University
Master forensische psychologie (KPF)
,Biologische/neurologische theorieën
Adrian Raine: crimineel gedrag is een klinische aandoening die te zien is op
hersenscans. De hersenscans laten tekortkomingen zien in de activiteit van de
prefrontale cortex (impulsbeheersing). Ook kan crimineel gedrag komen door
overgeërfde genen.
Gedragstheorieën
Conditionering: gedrag wordt gevormd door het koppelen van prikkels (klassieke
conditionering) of door het bestraffen of belonen van gedrag (operante conditionering)
Leertheorie: gedrag wordt gevormd door het gedrag van andere te observeren, sociaal
leren en door associaties.
College week 1: forensische psychologie introductie college – Jelle Sijtsema
Verschillende dadergroepen:
Jeugddelinquenten
Patiënten met psychopathie
Patiënten met een ontwikkelingsstoornis
Zedendelinquenten
Plegers van huiselijk geweld
Geschiedenis van de forensische psychologie
De oorsprong
- Begon rond 460-377 V.C, Hippocrates stelde dat er rekening gehouden moest
worden met geestesziektes in de rechtszaal.
De Middeleeuwen
- De familie van de geesteszieke droeg zorg voor deze persoon en had ook
verantwoordelijkheid over deze persoon (onder curatele stellen). De familie werd
ook gestraft wanneer deze persoon iets verkeerd deed, doordat zij die
verantwoordelijkheid hadden. Ook had de familie het recht om diegene op te sluiten.
15 – 17e eeuw
e
- 15e eeuw: mensen die niet goed paste binnen de maatschappij werden opgesloten in
‘dolhuizen’ (huizen voor delinquenten die geestesziek waren)
- In de 16e- 17e eeuw werd er ook vaak gedacht dat iemand die geestesziek was, bezeten
door de duivel was, hierdoor ontstonden er heksenvervolgingen/bedevaartstochten
- Johannes Wier (1515-1588) was een van de eerste die een link legde dat er iets in het
hoofd kon zijn wat de oorzaak was van het gedrag van de delinquenten.
- Er kwam meer oog voor de verklaringen van de daden
De Verlichting
- 18e eeuw: het verlicht denken kwam op, mensen hadden een vrije wil en dus ook een
vrije wil voor delinquent gedrag
- Code pénal: wetboek van strafrecht geïntroduceerd door Napoleon. In dit wetboek
stond dat er regels waren waar rechters zich aan moesten houden, ook stond er in dat
niet alle daders gelijk zijn er kwam meer nuance
- Er kwam meer aandacht voor psychische afwijkingen
Maria Verschoor- Tilburg University
Master forensische psychologie (KPF)
, 19e eeuw
- Pinel: manie sans délire: het is niet zo dat alle delinquenten minder begaafd waren.
Delinquenten zijn gezonde mensen met tekorten op het gebied van omgaan met
emoties. Het ligt dus niet per se aan IQ!
o Er kwamen meer gevallen waarin delinquenten niet werden gestraft vanwege
mentale problematiek
- 1841 krankzinnigheidswet: mensen kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden
gehouden voor hun daden, maar hebben ook zorg nodig.
o Mensen hebben minder aan een zware straf, maar hebben meer baat bij zorg
dit werd later de TBS
Strafrecht jeugdigen 19e en 20e eeuw
- Eerder werd er geen onderscheid gemaakt in straf tussen kind en volwassene
- Tijdens de code pénal: zonder oordeel des onderscheids er was een mogelijkheid dat
kinderen/jongeren het onderscheid tussen goed en kwaad nog niet wisten
- 1905 invoering kinderwetten
- Van straffen en wreking naar verbetering
- Verschuiving van belang daad naar belang dader
o Meer gericht op herstel en rechtvaardige straffen
20 eeuw
e
- Voorstel van Van Hamel: onderscheid in vergrijpen en de daar bijhorende straf
o Lichte vergrijpen: maatregel of straf ter afschrikking
o Zwaardere vergrijpen: behandeling en verpleging van lange duur
o Zeer zware vergrijpen: terbeschikkingstelling van de regering en behandeling
van 10 jaar
- 1928 psychopatenwetten: opname strafrecht: TBS van de regering en verpleging
dit zorgde er eigenlijk voor dat bijna iedereen in de TBS terechtkwam daardoor
kwam er in 1933 een stopwet hiervoor.
Ontwikkeling na de 2e wereldoorlog:
- Commissie naoorlogs strafrecht: de aandacht lag meer op het verlenen van zorg
binnen de zorginstellingen (voor veteranen na de oorlog)
- Betere zorg voor gevangenen en speciale zorg voor gedetineerde met een psychische
stoornis
- Jaren ’60: toename duur tbs-maatregel vanaf nu TBS alleen voor mensen met zeer
ernstige daden
- 1995 introductie van de longstay-afdelingen: dit was voor gedetineerde die speciale
zorg nodig hadden, wat niet gegeven kon worden in de reguliere gevangenis/TBS
Achtergrond NLse forensische context: TBS
Wanneer straffen of behandelen?
- Waar wordt iemand van verdacht?
- Welke indruk maakt diegene (ziek/gestoord)
- Wat staat voorop: noodzaak behandelen of noodzaak straffen?
Wanneer TBS?
Er moet een delict gepleegd zijn waarvoor minstens 4 jaar gevangenis kan worden opgelegd
(de ernst is hier een criterium). De dader moet niet (helemaal) verantwoordelijk te houden zijn
als gevolg van psychische ziekte/stoornis. En wanneer er niet behandeld wordt moet dit leiden
tot herhaling van delict (recidive)
Maria Verschoor- Tilburg University
Master forensische psychologie (KPF)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Maria078. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.