Week 3
Hoorcollege 3: Het voorkomen van faillissement
Vernietiging na faillissement
Na verzet door een schuldeiser/belanghebbende op grond van art. 10 lid 1 Fw (binnen 8 dagen na
faillietverklaring). De vraag rijst wie onder belanghebbende onder art 10 Fw kan worden verstaan en wie dus
het recht toekomt om een vernietiging van het faillissement te verzoeken via verzet. In de praktijk speelt al
lange tijd de vraag speelt of ook de curator in het faillissement onder een belanghebbende in de zin van artikel
10 kon worden geschaard. Deze vraag hangt samen met de in Nederland heersende lege-boedel problematiek.
Het merendeel van de faillissementen wordt in Nederland opgeheven wegens een gebrek aan baten. Voor de
curator is dat slecht nieuws want zijn salaris wordt betaald uit de boedel, zit er niet genoeg in de boedel dan
kan ook niet het gehele salaris van de curator worden voldaan. De wetgever laat al jaren na om deze
legboedelproblematiek op te lossen. Daarom zijn curatoren in de praktijk op zoek gegaan naar een oplossing
welke lijkt te zijn gevonden in artikel 10, namelijk verzet aantekenen tegen de faillietverklaring wanneer zij
worden benoemd in een faillissement met een lege of vrijwel lege boedel.
Legeboedel-problematiek
De vraag of turboliquidatie wel mag worden toegepast indien er nog schulden bestaan hangt samen met de
NL heersende legeboedel-problemattiek. Veel faillissementen worden opgeheven wegens een gebrek aan
baten, vaak zullen er dan niet genoeg baten zijn om het salaris van de curator volledig te voldoen
Oplossing: de curator kan in verzet gaan (art. 10 Fw). Niet door de wetgever een oplossing geboden, de
curatoren zijn zelf naar een oplossing in de praktijk gegaan
Curatorenverzet-arrest:
Mogelijke bezwaren om een curator als belanghebbende aan te merken in de zin van artikel 10 FW
o Het is de taak van de curator om neutraal te rapporteren over (de stand van) de boedel. Met
doen van het verzet heeft hij de vernietiging van het faillissement voor ogen
o Het instellen van verzet tegen faillissement met lege boedels behoort niet tot de taak van de
curator als omschreven in artikel 68 FW
o Het is de vraag of de curator ten tijde van faillissement wel al is aan te merken als schuldeiser
of belanghebbende. De rechtbank dacht dat de curator pas in het lopende faillissement een
boedelschuldeiser of belanghebbende wordt en nog niet op het punt van faillissement
De curator heeft verzet aangetekend tegen de op eigen aangifte van de bestuur failliet verklaarde BV,
hij stelde zich in het arrest op het standpunt dat de DGA van de BV misbruik van bevoegdheid had
gemaakt nu in de vennootschap geen baten meer aanwezig waren en ook niet te verwachten waren,
daarmee had het faillissement volgens de curator totaal geen nut en had de DGA dus ook geen belang
bij het doen van aangifte tot faillietverklaring, het belang van faillissement is immers het verdelen van
de baten over de gezamenlijke schuldeisers, als er geen baten meer zijn is er ook niks te verdelen. De
curator had wel een belang om verschoond te blijven van een faillissement waarin op voorhand al
vaststond dat de kosten voor zijn rekening zouden blijven
Stanpunt curator: Geen belang bij aanvragen faillissement
o Verwachting: opheffing faillissement wegens gebrek aan baten
o Schuldenlast stijgt als gevolg van werkzaamheden curator. Wanneer het faillissement wordt
opgeheven door de curator gebeurt dat doorgaans na 6 tot 9 maanden waardoor de curator
toch wel al redelijk wat werkzaamheden zal hebben verricht, waarvoor de curator zal moeten
worden betaald. Het salaris is een boedelschuld en de schuldenlast stijgt dus
, o Misbruik van bevoegdheid. Er is een scheve belangenverhouding tussen het belang van de
curator en het belang van de curator bij het uitspreken van het bealng anderzijds
Er werden twee prejudiciële vragen gesteld:
o Kan de curator q.q. worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van art. 10 Fw?
o Kan de curator q.q. gelet op zijn neutrale en onafhankelijke rol in verzetkomen tegen een
faillissementsvonnis, waarbij hij constateert dat er geen actief is of geen actief te verwachten
valt?
HR beantwoord beide vragen bevestigend
1: De curator als belanghebbende?
Q.Q. Pro se
A-G Timmerman v v
ECLI:NL:PHR:2015:2336 De curator kan er belang bij hebben in Doorgetrokken naar privé de
rechte op te komen tegen en beslissing curator ervaart de gevolgen van
die er mogelijk toe leidt dat hij het niet betaald krijgen zelf
werkzaamheden moet verrichten
zonder daarvoor een vergoeding te
ontvangen waar hij recht op heeft. Het
belang van de curator (het verrichten
van werkzaamheden zonder daarvoor
een vergoeding te ontvangen) is nauw
verbonden met zijn aanstelling
HR ? v
ECLI:NL:HR:2015:3636 Het is niet aan twijfel onderhevig
dat de curator een belang heeft
bij het verzet en wijst daarbij
naar de overweging van
Timmerman. De curator komt
van het moment dat hij is
benoemd en met zijn
werkzaamheden aanvangt in een
rechtsbetrekking curator &
failliet te staan. Dus de curator
pro se is belanghebbende in de
zin van 10 Fw. De vraag van de
rechtbank wordt dus niet
beantwoord, deze zag immers op
de curator qq en niet pro-se
2: De neutrale en onafhankelijke rol van de curator q.q.
HR: Dat de curator zich op een neutrale en onafhankelijke wijze van zijn taak dient te kwijten,
verhindert niet dat hij tot de slotsom kan komen dat de vennootschap geen activa bezit en dat die ook
niet te verwachten zijn. De tweede prejudiciële vraag formuleert zij ook ten aanzien van de curator
pro-se en niet qq. Dit is vreemd, immers de neutrale en onafhankelijke rol van de curator heeft niks te
doen met het belang de curator pro-se, hij heeft deze rol immers alleen in zijn hoedanigheid, dus qq.
, Maar: taak curator? Heeft de HR hier niet een fout gemaakt? De curator kan niet als belanghebbende
in aanmerking komen als je kijkt naar het volgende Taak curator???
o Beheer en vereffening van de boedel (art. 68 Fw)
o Primair in het belang van de schuldeisers
o Waarbij rekening wordt gehouden met belangen van maatschappelijke aard (Maclou)
Hier valt niet goed mee te scharen dat de curator pro se verzet mag aantekenen in ieder geval niet
qq. De curator qq is immers helemaal niet toegestaan om in zijn eigen belang te handelen zou je
denken gelet op het voorgaande. Dat is anders als hij pro-se verzet aantekent dus niet als curator in
hoedanigheid maar als privépersoon die bang is dat hij financieel nadelige gevolgen zal ondervinden in
zijn privévermogen. De curator bevindt zich in een tegenstrijdig positie, in zijn hoedanigheid als
curator zijnde mag hij nooit verzet instellen gelet op zijn neutrale en onafhankelijke positie, terwijl hij
dat uit eigen hoofde wel mag. In een dergelijk geval zou de positie van de curator in zijn hoedanigheid
zwaarder te wegen en mag de curator dus geen verzet instellen tenzij het verzet in het belang van de
schuldeisers zou zijn in bepaalde omstandigheden.
Inhoudelijke beoordeling van curatorenverzet AG Timmerman: in geval van een lege boedel kan een
curatorenverzet gegrond worden verklaard “mits op basis van voldoende grondig en afgerond
onderzoek door de curator kan worden vastgesteld dat er geen baten zijn en dat er geen enkele
aanleiding is voor de verwachting dat alsnog boedelactief zal kunnen worden gegenereerd.”
Dit standpunt grond hij op 3 argumenten
o Doel van het faillissement: het faillissement verondersteld dat er vermogen is dat verdeeld
kan worden onder de schuldeisers en wanneer er sprake is van een lege boedel is daar geen
sprake van.
o Timmerman verwijst naar 2 eerder door HR gewezen arresten waarin de HR heeft overwogen
dat sprake kan zijn van misbruik van bevoegdheid van aangifte tot faillietverklaring wanneer
er geen te executeren vermogen van de schuldenaar aanwezig is of binnen afzienbare tijd te
verwachten is. Misbruik op deze gronden kan in beginsel slechts worden geconcludeerd in
een hoger beroepsprocedure omdat een dergelijke conclusie slechts kan worden getrokken
nadat een onderzoek dat dient te geschieden met de nodige grondigheid waarvoor de
summiere behandeling van het verzoek tot faillietverklaring niet de gelegenheid biedt
(ECLI:NL:HR:1974:AB4358, ECLI:NL:HR:2000:AA8256)
o Verzettermijn van 8 dagen. De curator moet zijn verzet op grond van artikel 10 aantekenen
binnen 8 daggen na faillietverklaring, het komt Timmerman niet onmogelijk voor dat ten tijde
van verzet met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat er geen baten zijn
en ook geen baten meer te verwachten zijn en de boedel dus niet meer kan worden vergroot
MAAR: Timmerman verwijst naar 2 uitspraken waarin de HR inderdaad heeft overwogen dat in een
hoger beroepsprocedure in geval van een lege boedel tot misbruik van bevoegdheid kan worden
geconcludeerd. Het gaat hier niet om een hoge beroepsprocedure maar om een verzet procedure.
o Past dit dus wel bij de strekking van het verzet? Verzet is immers een geding dat hij dezelfde
instantie wordt voortgezet dat is dus niet hetzelfde als een hoger beroepsprocedure zoals
bedoeld door de HR in de verwezen uitspraken.
o Het is goed mogelijk binnen 8 dagen met voldoende mate van zekerheid kan worden
vastgesteld dat er geen baten zijn en ook geen baten meer te verwachten zijn en er dus geen
mogelijkheden meer zijn om de boedel te vergroten en baten te verkrijgen. Dit is moeilijk
voor te stellen. Het is bovendien inconsistent met hetgeen Timmerman overweegt mbt art 16
Fw (opheffing van faillissement door een gebrek aan baten). Faillissement met lege boedel
dat niet wordt vernietigd dan is de weg opheffing, hij geeft aan dat faillissementen met
weinig/geen baten naar zijn indruk pas na 6 tot 9 maanden worden voorgedragen voor
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lawandmarketing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.