Weet je even niet meer waar je alle informatie vandaan moet halen? Zijn er wrap ups waar je het antwoord gewoon niet op kan vinden? Veel te laat begonnen aan het uitwerken van de antwoorden?
Ik heb weken van mijn leven verspild om uit de donkerste grotten informatie te vinden voor deze wrap ups,...
Abdomen HK ............................................................................................................................................................................ 63
Theorievragen .............................................................................................................................................................................. 63
Toepassingsvragen ....................................................................................................................................................................... 70
Thorax HK ................................................................................................................................................................................. 83
Theorievragen .............................................................................................................................................................................. 83
Bekken achterbeen HK ............................................................................................................................................................. 85
Theorievragen .............................................................................................................................................................................. 85
Kop Herkauwers ....................................................................................................................................................................... 91
Theorievragen .............................................................................................................................................................................. 91
Toepassingsvragen ....................................................................................................................................................................... 96
Voorbeen HK ............................................................................................................................................................................ 99
Theorievragen .............................................................................................................................................................................. 99
Toepassingsvragen ....................................................................................................................................................................... 99
Voet Rund .............................................................................................................................................................................. 101
Theorievragen ............................................................................................................................................................................ 101
Toepassingsvragen ..................................................................................................................................................................... 104
(Mogelijke) opdrachten bij het praktische deel van het examen ............................................................................................ 106
NVNA Voorbeen ......................................................................................................................................................................... 107
NVNA achterbeen ....................................................................................................................................................................... 108
,Voorbeen paard
Theorievragen
1. Teken en bespreek topografie biceps brachii, en hoe hij effect uitoefent op boeg, elleboog en
carpus.
Origo: Zware beginpees op tuberculum supraglenoidale. Glijdt in de sulcus intertubercularis van de
humerus.
De spierbuik zit aan de craniomediale zijde van de humerus
Insertio: Bij het paard op de tuberositas radii. Bij de hond ook op de mediale processus coronoideus.
De beginpees wordt op zijn plek gehouden door de dubbele eindpees van de supraspinatus en de
eindaanhechting van de pectoralis profundus. Het distale deel van de beginpees wordt op zijn plek
gehouden door een extra beenkam in de sulcus intertubercularis van de humerus, namelijk het tuberculum
intermedium. Deze heeft een eigen slijmbeurs: de bursa intertubercularis. Deze maakt geen contact met
de gewrichtsholte. De pees is op deze plek ook fibrocartilagineus verhard en verstevigd.
Functie van de biceps brachii: Buiger van de elleboog, strekker van de schouder.
Bij het paard bevat de biceps brachii de lacertus fibrosus. Een pezige strook die distaal uit de spiekbuik
komt. Hierdoor wordt de kracht van de biceps brachii overgedragen op de m. extensor carpi radialis
(strekker van de carpus die op de strekknobbel begint).
De biceps brachii is taai doordat hij met bindweefsel is doorwoven. Dit helpt met het overdragen van
krachten.
Hierdoor heeft hij een passieve functie: als de elleboog gebogen is, buigt de schouder ook. En andersom.
Als de ene strekt, strekt de ander ook.
Deze functie is van belang in de landingsfase. De biceps helpt de impact van de landing op te vangen door
het buigen van de schouder te dempen.
,Toepassingsvragen
1. Bespreek het belang van het onderscheid tussen het landingsbeen en het afstootbeen bij
springpaarden in functie van de belasting van de pezen in de ondervoet.
Afstootbeen: 2e been dat wordt neergezet
Landingsbeen: 1e been dat wordt neergezet. Deze ontvangt de volle impact van het landen. Hij komt bijna
verticaal op de grond door hyperextensie van de kogel.
Het afstootbeen wordt verder vooruitgezet waardoor de kogel minder in hyperextensie hoeft te gaan.
Bij het landen wordt vooral de interosseus en de OB belast omdat deze de klap opvangen bij hyperextensie
van de kogel. De interosseus hangt de kogel op dus deze rekt mee bij hyperextensie. De OB vangt veel van
de impact op omdat de kogel erop duwt en hem uitrekt. De spier kan de uitrekking niet goed opvangen
doordat hij proximaal van het hoefgewricht zit vastgehecht op het kroonbeen. Normaal compenseert het
hoefgewricht in de eerste instantie de impact van het neerkomen.
Bij het landen heeft de DB minder last omdat deze distaal van het hoefgewricht zit vastgehecht op de
facies flexoria van het hoefbeen.
Bij de afstootfase wordt het hoefgewricht gestrekt. Nu valt de spanning op de interosseus en OB meer
weg, en is er meer tractie op de diepe buiger. Omdat de DB vast zit op het straalbeen krijgt deze ook veel
te verduren.
m. Interosseus: Palmair bij elke teen. Ook wel
suspensory ligament. Volledig ligamenteus.
Origo: lig. Carpi palmare. Insertio: sesamsbeentjes.
Hangt de kogel op. Verhindert hyperextensie van de
kogel.
Beiderzijds heeft hij 2 accesoire schenkels naar dorsaal,
versmelt met de m. extensor digitalis communis.
Oppervlakkige buiger: m. flexor digitorum superficialis.
Origo: buigknobbel. Insertio: tuberositas flexoria. Heeft
een proximaal check ligament om krachten op te
vangen.
Dus bij het landingsbeen: kogel, Inteross, OB en sesamsbeentjes van de kogel maximaal belast.
Bij het afstootbeen: Hoefgewricht, straalbeen, bursa podotrochlearis en de DB maximaal belast.
Als een springpaard pijn heeft van een van beide benen kan het zijn dat het dier wisselt van landings- of
afstootbeen.
, 2. Bespreek passief sta apparaat bij voorbeen
Door het passieve sta apparaat kan het paard zijn lichaamsgewicht dragen zonder inspanning.
Alle meehelpende structuren zijn: serratus ventralis, triceps caput laterale, biceps brachii, collateraalband
van het ellebooggewricht, extensor carpi radialis met lacertus fibrosus, m. interosseus, checkligamenten
van de OB en DB, ligamenten en banden t.h.v de voet
m. serratus ventralis zal het voorbeen aan de romp ophangen.
De m. triceps caput laterale houdt de elleboog open en wanneer de elleboog opengetrokken wordt door
de triceps, volgt de m. biceps brachii automatisch. Deze spier zal het proximale gewricht
(schoudergewricht) openhouden.
De volgende speler is de collateraalband op het ellebooggewricht. Dit is volgens het principe van het
verend scharniergewricht. (Zie rechtste afbeelding).
De collateraalband staat niet centraal ingepland dus moet kracht voorzien om over het centrale punt te
raken. Wanneer er dus geen kracht is, blijft het ellebooggewricht gewoon in positie staan.
Als we verder naar de carpus kijken, staat deze eigenlijk al in een ideale positie (180 graden). Toch hebben
we garantie nodig dat hij gestrekt blijft. Dit wordt door middel van de m. ext carpi radialis gegarandeerd.
Deze spier is verbonden met de biceps brachii door middel van de lacertus fibrosus en zo kan de biceps zijn
kracht doorgeven op de extensor carpi radialis.
Wanneer we dan verder naar de kogel kijken, zien we dat deze van nature al overstrekt is. Er zijn
buigpezen nodig om deze overstrekking niet nog meer te laten overstrekken en die dus gaan
‘tegentrekken’.
Ten eerste is er de m. interosseus (= suspensory ligament) die de kogel ophoudt. Daarna heb je nog de
diepe en oppervlakkige buiger die telkens via hun checkligament (= ligamenta accessoria) hun kracht
afgeven, waardoor er geen spieren belast worden.
De opp buiger geeft zijn proximale checkligament af, de diepe buiger geeft zijn distale checkligament af.
De OB en DB worden op hun plek gehouden door de ringbanden: palmair, proximaal en distaal.
Ten laatste zijn er thv van de voeten ook nog heel wat aanhechtingen die de hoef niet laten doorzakken.
Een samenspel van al deze structuren maken het passief sta-apparaat mogelijk.
, Voeten en hoef paard
Theorievragen
1. Teken een dwarse doorsnede doorheen de linker carpus van het paard op het niveau van de
proximale rij carpaalbeenderen en benoem.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller iris14. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.84. You're not tied to anything after your purchase.