Dit is een samenvatting van hoofdstuk 6 t.e.m. hoofdstuk 8 van de cursus bedrijfseconomie. Dit vak wordt gegeven a.d.h.v. een geschreven cursus van de docent zelf, mijn samenvatting is dan ook op dezelfde manier gestructureerd. De docent dat ik voor dit vak had is: Julie Kaizen.
→ Macro-economie:
- bestudeert de economische grootheden op het niveau v/h hele land
- alle economische “agenten” of “huishoudens” worden in samenhang
bestudeerd
- macro-economische vraagstukken over economische groei, armoede,
milieu, werkloosheid, inflatie, ...
→ Bestudeerde huishoudens:
- gezinnen → consumeren (C) en sparen (S)
- bedrijven → investeren (I)
- overheid → belast (T) en consumeert (G)
- buitenland → import (M) en export (X)
→ Economische activiteit: mensen & middelen die samenwerken om een
productie tot stand te brengen: het bbp, dat door die mensen gevraagd
wordt.
→ De economische agenten werken samen om het bbp tot stand te brengen.
→ Factoren die de grootte v/d economische activiteit bepalen:
- aanbodfactoren (supply-side)
⤷ effect op productiecapaciteit = structurele- of langetermijnfactoren
⤷ vb: bevolking, kapitaal, technologie, onderwijs
- vraagfactoren (demand-side)
⤷ conjuncturele factoren
⤷ vb: vraag van gezinnen, bedrijven, overheid, buitenland
→ Ideaal is een evenwicht tussen V&A op alle markten, ook op arbeidsmarkt
2. Bbp (Y)
→ Bbp = de waarde v/d totale stroom afgewerkte G&D die de economie v/e
land/gebied over een periode v/e jaar produceert.
→ Bbp is meest gebruikte maat voor de economische activiteit, maar heeft
ook beperkingen:
- geen rekening met verdeling over bevolking, zegt niets over vervuiling,
scholingsgraad
- ontbreken van activiteiten zoals thuisarbeid & vrijwilligerswerk
,→ Economische activiteit via bbp meten (3 manieren):
- productiebenadering (Hoeveel wordt er geproduceerd?)
= som toegevoegde waarden van alle sectoren
- consumptiebenadering (Wat wordt er verbruikt?)
= som v/d waarde van alle finale goederen
- inkomensbenadering (Wat is het inkomen?)
= som lonen, winsten en indirecte belastingen
Productiebenadering:
→ Bruto toegevoegde waarde van een bedrijf in de bedrijfskolom
= de marktprijs - aankoopprijs (grondstoffen & diensten van derden)
→ Netto toegevoegde waarde
= bruto toegevoegde waarde - afschrijvingen
Consumptiebenadering:
→ Y=C+I+G+X-M
→ Bruto investeringen = netto investeringen + vervangings investeringen
⤷ Netto investeringen = uitbreidings investeringen + voorraadinvesteringen
⤷ Vervangings-investeringen = iets dat stuk is dat vervangen moet worden
→ Uitbreidings-investeringen = breedte investeringen + diepte investeringen
⤷ Breedte investering: nieuwe machine, nieuwe werknemers
⤷ Diepte investering: nieuwe machine, minder werknemers
→ Voorraad-investeringen = investeringen in vlottende activa, kan ook
negatief zijn (champagne tijdens corona)
Inkomensbenadering:
→ som van lonen, winst en indirecte belastingen
→ Reëel vs nominaal bbp:
- jaar na jaar is er bijna altijd een toename v/h bbp (in lopende prijzen):
economische groei
- nominaal bbp = hoeveelheid * prijs van G&D in dat zelfde jaar
- reëel bbp = waarderen tegenover de prijzen v/h basisjaar
→ Correcties op bbp-groeicijfer:
- correctie voor prijsstijgingen: “defleren”
⤷ defleren kan door gebruik van kettingeuro’s
- correctie voor bevolkingstoename
⤷ betere maat voor welvaart
, 3. Economische kringlopen
→ Economische kringlopen = schematische weergave v/d goederen- en
geldstromen in een land / regio dus op macro-economisch niveau.
→ Kringloop = voorstelling v/d relaties tussen gezinnen en bedrijven in land
De vereenvoudigde kringloop:
- Y=C
- nationaal inkomen wordt volledig geconsumeerd / besteed
- geen overheid of buitenland, geen sparen of investeren
Gesloten kringloop met banken, zonder overheid:
- Y = C + S of Y = C + I want S = I
- nationaal inkomen: geconsumeerd, gespaard & geïnvesteerd
- geen overheid of buitenland
4. De economische activiteit meten
→ Economie: dynamisch gegeven met tijdsdimensie
- Ex post: na de periode
- Ex ante: wensen van economische actoren voor de periode
→ Consumptie: bepaald door beslissingen v/d consument
→ Een deel v/d consumptie is onafhankelijk v/h inkomen
= de autonome consumptie
→ C = cm * Y + C aut
→S=Y-C
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nisasen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.