4 – 2 – 2015 Suzanne Oosterwijk
Emotie (PDF’s Oosterwijk & Oosterwijk & Barrett)
Wat is een emotie?
Emotie: reactie/ervaring met een bepaalde valentie t.o.v. een interne of externe gebeurtenis die
gepaard gaat met veranderingen in:
- fysiologie, bv activiteit van het sympatisch zenuwstelsel
- gedrag, bv wegrennen
- subjectieve beleving, bv gevoel van schaamte
3 manieren om emoties te bekijken:
Basic emotion view
Emoties hebben biologische basis. Aan emoties liggen evolutionair voorgeprogrammeerde
reacties ten grondslag, genetisch overdraagbaar. Vinden in dieren op gelijke manier plaats.
Functie van emotie ligt in het omgaan met ecologische uitdagingen (overleving, voortplanting,
voedsel).
Dus: event emotion module action, body, feeling.
Appraisal view
Belang van gebeurtenis wordt onbewust geëvalueerd (appraised) met emotie als gevolg. Door
interpretatie wordt emotie gegenereerd. Vaak genoemde appraisal dimensies: novelty (wel/niet),
valence (+ of -), certainty, goal conduciveness (gaat het met doelen mee), agency, control.
Dus: event appraisal emotion action, body, feeling.
Constructivist view
Emoties zijn complexe toestanden die ontstaan uit interactie tussen basale componenten. Je hebt
ideeën over wat een emotie is, je kunt er voorspellingen over doen. Belang van sociale omgeving,
culturele en individuele heterogeniteit.
Dus: event action, body, feeling, concepts emotion.
Begrippen in emotie literatuur
Emotie: discrete reactie, bv. angst, boosheid, trots.
Affect: non-discrete positieve of negatieve reactie. Constructionist: basale representatie in brein,
zelfde bij dieren. Maar discreet vereist extra stapje wat alleen mensen hebben.
Stemming: langdurige, minder discrete toestand.
Valentie: positief – negatief dimensie.
Arousal: dimensie in termen van lichamelijke activatie of intensiteit.
Emoties zijn 2dimensionaal te presenteren: arousa en valantie.
Hoe worden emoties gemanipuleerd?
Films, afbeeldingen, taal, muziek, autobiografisch geheugen, imagery, fysieke stimuli (elektrische
schokken), gedrag van anderen, lichamelijke feedback.
Hoe worden emoties gemeten?
- subjectieve rapportage: wat voel je nu? label, beoordeling
- observatie van gedrag: aanrakingen bijhouden
- meten van gedrag: actie tendens, reactietijd
- fysiologie: EMG (meting van elektrische spanning in spieren), cortisol, hartslag
- neurale correlaten: fMRI, EEG
- cognitie: aandacht, herkenning
1
,Belangrijke onderzoeksthema’s:
Hoe reageren mensen op emotionele stimuli?
Hoe reguleren mensen hun emoties?
Hoe onthouden mensen emotionele gebeurtenissen?
Hoe verwerken mensen de emoties van anderen?
Hoe beïnvloeden emoties beslissingen en attitudes?
Hoe ontwikkelen emoties zich tijdens de levensduur?
Hoe interacteren emoties met gezondheid en welzijn?
Wat gebeurt er al emoties verstoord raken?
Welke individuele verschillen zijn relevant?
Welke functies hebben emoties in sociale situaties?
Onderzoek met dieren: vaak muizen/ratten of primaten. O.a. onderzoek naar:
- effecten van breinmanipulaties op emotionele reactiviteit
- emotie en (sociaal) gedrag
- emotionele ontwikkeling
- aandacht/geheugen
Dus:
- emoties zijn complexe fenomenen die een brede invloed hebben op andere psychologische
processen
- er bestaan vele verschillende visies over wat emoties zijn, en hoe ze het beste kunnen worden
onderzocht
- naar emoties wordt zowel fundamenteel als toegepast onderzoek gedaan
- emotie onderzoek is zeer interdiciplinair van aard
2
,4 – 2 – 2015 Suzanne Oosterwijk
Emotie beleving
Hoe produceert het brein emoties?
Modulaire perspectief: gaat uit van modules in het brein. Bv. amygdala produceert angst.
Module produceert een specifieke discrete (afgebakend van andere) emotie.
Domein specifiek perspectief: brein heeft allerlei
losse faculteiten zoals bv. emotie, cognitie en
geheugen. Netwerk van allerlei breingebieden,
tezamen creëeren ze emoties.
Domein generiek perspectief: constructivist.
Verschillende breinnetwerken die elk iets heel breeds
doen, gaat naar verschillende bredere processen toe.
Geen faculteiten, want cognitie en emotie zijn niet
gescheiden, maar bestaan uit verschillende
bouwstenen.
Emotion meta-analysis
Welke gebieden in het brein spelen een rol in emotionele ervaring en emotie perceptie? (234
studies)
- weinig evidentie voor specifieke locaties, dus weinig discretie
amygdala: bijna bij elke emotie actief, dus basale functie: detecteren van saillantie
(opvallende dingen) in omgeving
anterior insula: herrepresenteren van lichamelijke sensaties, zorgt voor subjectieve
beleving, bv. bij het focussen op iemand anders zijn pijn, ga je zelf pijn voelen
- misschien wel functionele selectiviteit
3
,- een neural reference space voor emotie: verzameling aan breingebieden die allemaal iets doen
bij emotie perceptie en beleving
mPFC, aTP (temporal pole), oribitofrontal cortex,
IFG
erg gedistribueerd patroon
Aantal netwerken terug te zien:
Default netwerk: actief tijdens rust, maar doet wel iets. mPFC, precuneus, STS, IFG, TPJ.
Maar ook actief bij het genereren van interne informatie: empathie, moraliteit, hoge perceptie,
semantiek.
- zelf-relevantie
- interne processen (denken, mijmeren)
- herinneren, plannen: nadenken over toekomst
- mentalizing: theory of mind, dus inbeelding in iemand anders
Salience netwerk: genereren en representeren van lichaam en lichamelijke reacties. Anterior
insula, anterior TPJ, dACC, vlPFC.
- genereren en representeren van fysiologische reacties
- genereren van bodily feelings in emotionele situaties
- insula actief tijdens focussen op eigen hartslag
- stress tijdens het bekijken van films
Het voorspellen van emotie o.b.v. breinpatronen
Patronen in brein konden onderscheid maken tussen discrete emoties: ppn’s waren acteur, lieten
ze emoties in scanner voelen. Deel van trials pakken en een programmatje dit laten analyseren
om emoties te voorspellen, en dit toepassen op overige trials. Classificatie vond plaats o.b.v.
gedistribueerde patronen, die werden geïnterpreteerd als valentie, social, arousal en lust. Veel
binnen ppn’s kijken, maar tussen ppn’s lukte het ook.
Dus: waarschijnlijk zijn er gedistribueerde patronen in het brein die specifieke patronen hebben.
Emotie regulatie
In scanner meten: veelal aan mensen vragen om naar plaatjes te kijken, om impact van afbeelding
te vergroten (erg emotioneel), om impact van afbeelding te onderdrukken, of afbeelding te
herinterpreteren zodat het niet meer emotioneel is (reappraisal).
Breingebieden actief bij reappraisal: dmPFC, temporal lobe, insula.
Dus: overeenkomstige breingebieden met genereren van emoties ook actief bij reappraisel.
Top-down en bottom-up processen
Bottom-up: nare afbeeldingen laten zien waar een reactie op kwam.
Top-down: neutrale afbeelding die iemand zo naar en negatief mogelijk moest maken.
Alleen op affect richten, niet op discrete emoties.
Top-down: mPFC, géén amygdala.
Bottom-up: amygdala, meer activiteit bij negatiever plaatje.
4
,Overlap met neural reference space? Emotionele beleving + appraisal + top-down = erg
overeenkomstig, dus misschien niet afzonderlijke processen.
Dus:
- geen specifieke gebieden voor emoties
- emoties worden geproduceerd door netwerken in brein die brede, algemene functies hebben
- deze netwerken kunnen ook binnen emoties verschillende functies uitvoeren (bv. reguleren van
emoties en genereren van emoties)
7 zonden in emotie onderzoek: wat je dus niet moet zeggen want is niet waar
- brein zegt niet zoveel over emotie
- emotie en cognitie zijn verschillend in het brein gerepresenteerd
- emotie/affect is alleen subcorticaal gerepresenteerd
- discrete emoties komen voort uit specifieke breingebieden
- emoties bestaan alleen in je hoofd
- emoties zijn voor mens en dier hetzelfde
- emoties zijn (alleen) bewuste toestanden
Belichaming en het begrijpen van emoties
Belichaamde cognitie: aan het begrijpen van anderen (maar bv ook geheugen en taal) liggen
simulaties van acties, lichamelijke sensaties, gevoelens, en situationele informatie ten grondslag.
Ook simulaties van waarom iemand bv een bepaalde emotie voelt.
Contructionist perspectief: beleven van emoties, en begrijpen van emoties in anderen, wordt
geproduceerd door dezelfde netwerken in het brein (default en salience netwerk).
Het begrijpen van emotie
Hoe uit deze persoon zijn/haar emoties? activatie mirror systeem.
Waarom voelt deze persoon dit? Situationele informatie activatie default netwerk, geeft ook
betekenis aan onze eigen emoties.
Kunnen we de manier waarop mensen de emoties van anderen begrijpen decoderen uit neurale
patronen die gepaard gaan met het zelf voorstellen van emoties?
D.m.v. multi voxel pattern analysis (MVPA): kijkt naar representational content (wat
breinpatroon precies betekent) van multivariate breinpatronen in relatie tot bepaalde mentale
processen. Zo wordt er een classificatie algoritme toegepast op een multi-voxel patroon van
activiteit om de informatie te decoderen die in dat patroon aanwezig is.
Methode:
Actie imagery & focus op acties van iemand anders zijn hetzelfde gerepresenteerd het ene kan
het andere voorspellen.
Interoceptie imagery & focus op lichamelijke sensaties van iemand anders zijn hetzelfde
gerepresenteerd.
Situatie imagery & focus op reden waarom iemand anders een emotie beleeft zijn hetzelfde
gerepresenteerd.
MVPA:
Iemand ziet fles of schoen. Voxels in brein selecteren die selectief zijn voor deze categorieën.
Deel van trials pakken en hierop gaan trainen, dus kijken welke multivariaten in voxels actief zijn
bij fles en welke bij schoenen. Algoritme leert o.b.v. MVPA in voxels om decision boundary te
maken van wanneer patroon geassocieerd is met schoen en wanneer met fles. Algoritme nu
5
,loslaten op overige testtrials, en kijken of algoritme correct kan classificeren of een trial een
schoen- of flestrial was. Als algoritme dit kan, dan was er in de voxels een bepaald patroon
aanwezig wat een schoen/fles representeerde.
Details: al het stimulusmateriaal is uitgebreid getest voorafgaand aan de studie. Elke taak wordt
2x uitgevoerd om zogenaamde optimisatie dataset en een validatie dataset te creëeren. MVPA
analyse wordt uitgevoerd binnen dezelfde ppn!
2 taken:
- zelf-focus taak: als 2e gedaan. Korte zinnen die acties voorstelden, lichamelijke sensaties, of
situaties. Emoties komen niet in de zinnen voor, ppn’s moesten de volgende dingen voorstellen:
hard wegrennen = actie
oppervlakkige ademhaling = interoceptie
huis staat in brand = situatie
- ander-focus taak: foto van personen zien, met rood vlak om persoon. Aangeven:
hoe iemand zijn/haar emotie uit
wat iemand in zijn/haar lichaam voelt
waarom iemand iets voelt
MVPA procedure:
Getraind op zelf-focus taak in 16 trails, getest op 4 trials.
Algoritme is hierop getraind, en toegepast op ander-
focus taak. Als het algoritme hierop werkt, dan zijn
dezelfde hersengebieden actief.
Hypotheses:
- kunnen we de neurale representaties van zelf voorgestelde emotionele acties, interoceptieve
sensaties en situaties decoderen?
- kunnen we o.b.v. de neurale patronen voortkomend uit de zelf-focus taak, decoderen of mensen
zich richten op de emotionele acties, interoceptieve sensaties of situatie van een ander?
Waar in het brein? Voorspelde overlap in:
- default/mentalizing netwerk: ATL, dmPFC, PCC/precuneus, TPJ
- mirror systeem: IFG, SMA, IPL
- salience netwerk: insula, ACC, vmPFC
Resultaten:
kansniveau = 0.33
in zelf-focus kon dit >0.55
in cross ook, maar minder goed
bij interoceptie niet
6
,Waar in het brein? Welke voxels deden mee? Erg veel individuele verschillen tussen mensen. Het
lukt bij iedereen, maar specifieke voxels verschilden erg onderling.
TPJ, mPFC, IFG, IPL. Dus combinatie van default / mirror / salience system, zoals verwacht.
Dus:
- we kunnen decoderen of iemand zich op de actie of op de situatie van iemand anders richt, door
de breinpatronen te gebruiken die ontstaan wanneer iemand zich voorstelt zelf een actie uit te
voeren, of zelf een emotionele situatie te beleven
- actie en interoceptie lijken erg op elkaar in hoe ze in het brein zijn gerepresenteerd
- MVPA is een mooie methode om de neural overlap tussen psychologische processen te
onderzoeken
Overlap met neural reference space? Ja, weer overlappend.
Dus: genereren van emotie en begrijpen van emotie zijn vergelijkbare neurale processen.
7
, 6 – 2 – 2015 Sandra Cornelisse
Autonoom zenuwstelsel & HPA-as (Kandel: H47)
HPA-as: belangrijk voor o.a. emoties en stress. Negatieve emoties stress negatieve emoties.
Definities stress: non-specific response of the body to any demand placed upon it.
Subjectieve ervaring dat fysiologische of psychologische balans, of homeostase, verstoord kan
worden door een (geanticipeerde) gebeurtenis of stimulus. Niet per se een gebeurtenis, maar kan
ook een gedachte in je hoofd zijn.
Vele oorzaken: prestatie, familieomstandigheden, tentamen.
Geen individu is gelijk, in zowel oorzaken van en reacties op stress, dus erg subjectief.
Stressreactie
Fysiologische, chemische en cognitieve reactie. In begin bedoeld als + respons, evolutionair goed
mechanisme. Helpt om adequaat te reageren op stressvolle situatie en goed evenwicht
(homeostase) handhaven en herstellen.
Stress is gezond mechanisme, zolang het niet doorslaat.
2 systemen geactiveerd:
- hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (HHB/HPA-as): leidt tot afgifte van
cortisol, langzame activatie dus op lange termijn
stress activeert hypothalamus laat corticotropin-releasing hormone
(CRH) los zet anterior hypofyse aan tot productie van
adenocorticotropic hormone (ACTH) zet bijnier aan om cortisol aan te
maken koppelt terug aan hele HHB-as, negatieve feedback zorgt
vanzelf dat reactie weer stopt en je herstelt van stressvolle situatie
cortisol bindt aan receptoren in brein waardoor cognitieve processen
beïnvloed worden
kan pas na half uur in bloed gemeten worden, en blijft ook heel lang
zichtbaar en actief (eiwittranscriptie) dus effecten op lange termijn
- sympatisch autonoom zenuwstelsel: leidt tot afgifte (nor)adrenaline, snelle activatie na stress
(ook angst, schrik, boosheid)
Lichamelijke repons: hart klopt sneller, ademhaling versneld en oppervlakkig, spieren gespannen,
zweten, droge mond.
Schrikken fight-or-flight respons in actie: sympathische activatie door autonoom
zenuwstelsel, hypothalamus centrale regulatie. Mindere activatie van parasympatisch
zenuwstelsel: zorgt voor rust.
Spieren spannen aan zodat lichaam in opperste staat van paraatheid komt.
Effecten van stresshormonen:
- lichamelijke repons (hartslag, ademhaling, zweten)
- reductie van pijnperceptie
- beter zicht
- verhoogd bewustzijn, alert
- brein voorbereiden om impulsieve beslissingen te maken en te zoeken naar mogelijk gevaar
8