Prehistorie - 3000 v. Chr. Jagers en Boeren
17000 v. Chr. Steentijd. (gebruik van steen en hout)
1700 v. Chr. Bronstijd. (gebruik van brons in Europa)
800 v. Chr. IJzertijd. (gebruik van ijzer)
(Homo sapiens, jagers en verzamelaars, rendierjagers, bosjagers,
bandkeramiekers = eerste boeren in Nederland, trechterbekervolk =
hunebedbouwers)
Oudheid 3000 v. Chr. - 500 na Chr. Grieken en Romeinen
Het Griekse Rijk (stadstaat) bestond van 750 v. Chr. Tot 300 v. Chr. Een
andere stadstaat nam dit over: Rome. Achteraf bleek dat het begin te zijn
van het Romeinse Rijk. De val van het Romeinse Rijk (476 n. Chr.)
betekende het einde van de Oudheid.
Middeleeuwen 500 -1500 Monniken en Ridders (500 –
1000)
Het begin van de Monniken en de Ridders: het einde van het Romeinse
Rijk en de komst van vreemde volkeren in ons gebied. (De Franken waren
het belangrijkste) Na het jaar 1000 begon de tijd van de Steden en Staten.
Steden en Staten (1000 -
1500)
Ontwikkeling van de steden en eerste Europese staten. Geldeconomie met
handel kwam op gang. Christelijke kerk had een overheersende invloed
(Romaanse en Gotische bouwstijl). Tijd van hongersnoden,
pestepidemieën en oorlogen. Vanaf 14de eeuw bergafwaarts: mede door
Zwarte Dood.
Vroeg Moderne Tijd 1500 - 1789 Ontdekkers en
Hervormers (1500 - 1600)
Door de ontdekkingsreizen werd de wereld ‘groter’. Het begon met de
Portugezen o.l.v. Hendrik de Zeevaarder die Kaap de Goede Hoop en India
ontdekten. 1492: Columbus ontdekt Amerika. De Lage Landen werden
o.l.v. Karel de V deel van het Habsburgse Rijk. Met Amerika erbij ging in
het Rijk van Karel de V ‘de zon nooit onder’.
Op godsdienstig gebied ontstonden nieuwe ideeën. De hervormers
protesteerden tegen de misstanden in de katholieke kerk en hun
aanhangers scheidden zich af van de kerk.
Regenten en Vorsten (1600 -
1700)
Eerste ontdekkingstochten naar Indië in 1595/1596 en de oprichting van
het VOC in 1602. Gouden Eeuw 1600-1700. Maar het was ook een
‘crisiseeuw’ door de godsdienstoorlogen.
Moderne tijd 1789 - nu
, Hoofdstuk 1: De tijd van jagers en boeren
De tijd van jagers en boeren wordt Prehistorie genoemd. Deze is te
verdelen in de steentijd, de bronstijd en de ijzertijd.
Jagerssamenleving: (100.000-5000 v Chr) de jagers leefden in
stamverband in jagerskampen.
Boerensamenleving: de boeren leefden van akkerbouw en veeteelt,
aangevuld met jacht, visserij en het verzamelen van vruchten.
Er ontstond langzamerhand een zekere mate van arbeidsverdeling en een
sociale structuur.
Jagers = mensen die voor hun voedsel volledig aangewezen waren op
mammoeten, bizons, paarden en rendieren.
Wanneer er geen voedsel meer te vinden was, trokken de jagers naar een
ander gebied.
Omdat de jagers voorwerpen van steen gebruikten, wordt de tijd waarin ze
leefden de steentijd genoemd.
Toendra = een kale weidse vlakte. Het landschap waarin de jagers
leefden.
Taken van de vrouw: opvoeden van de kinderen en het verzamelen van
voedsel.
Taken van de man: gereedschap en vuur maken en jagen op groot wild.
Eens per jaar ontmoette een jagersstam andere stammen voor
voortplanting.
Creativiteit: de mythe en de wandkunst (de wandschildering van Lascaux).
Prehistorie = het verleden zonder schrift.
Rendierjagers = nomaden die op het gehele Europese continent leefden.
De natuur gaf de richting van de trek van de jagers aan. (’s winters naar
het zuiden en ’s zomers naar het noorden)
De rendierjagers woonden in een tent gemaakt van stokken en
rendierhuiden, vastgezet met stenen en botten.
Bosjagers = jagers die in het bos leefden. Zij leefden in een tijd van
overvloed. Naast alle vruchten en planten die in het bos te vinden waren,
joegen ze op wild en visten ze snoek en zalm met een visspeer.
Ze woonden in ronde koepelvormige hutten bedekt met riet. Ze woonden
in een kamp op een droge plek. Een meer of beek leverde drinkwater.
Vuurplaats = de centrale plek.
Rituelen het verjagen van boze geesten door o.a. muziek te maken.
Vanaf 5000 v. Chr. Trokken boeren de lage landen binnen. Ze kwamen uit
het oosten.
Jagers bleven jager of werden boer. Bekervolkeren = boeren.
Boeren woonden in boerderijen. Het middendeel: woon-werkgedeelte. Het
zuidoostelijk deel: opslagdeel. Het noordwestelijk deel: slaapgedeelte.
Door deze ligging scheen de zon langer op het opslaggedeelte en bleef de
voorraad droger.
De boeren bedreven akkerbouw. De akkers waren kleine open stukken in
het bos.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tara91. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.