100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Commerciële Contracten $11.88   Add to cart

Summary

Samenvatting Commerciële Contracten

 69 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het vak Commerciële Contracten: boek, extra voorgeschreven literatuur, jurisprudentie en collegeaantekeningen

Preview 4 out of 41  pages

  • No
  • Grotendeels, alleen de voorgeschreven literatuur
  • November 5, 2022
  • 41
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting commerciële contracten
Week 1
Commercieel contractenrecht – Tjittes
Commercieel contractenrecht: contractenrecht dat van toepassing is op een commercieel contract
gesloten tussen professionele partijen (niet-consumenten). BW kent tweedeling in contractenrecht:
particulieren en niet-particulieren. De hoedanigheid van een contractspartij is bepalend voor het
toepasselijke recht (en inkleuring in rechtspraak). Commerciële contractenrecht heeft kenmerken:
- De behoefte van ondernemers aan rechtszekerheid
- De behoefte aan eigen wijze van geschilbeslechting > rechters & arbiters met kennis
- De internationale dimensie van het commerciële contractenrecht
Een professionele partij met een zwakkere machtspositie verdient bescherming door het recht indien
een andere sterkere partij daar misbruik van maakt: mededingingsrecht. Contractenrecht heeft geen
systematische aandacht voor kleine ondernemer > invulling van open contractenrechtelijke normen.
Van iedere ondernemer wordt een zekere kennis van zaken en regelgeving verwacht > inkopen.
Ondernemers kunnen een contractueel risico afwentelen via prijs en raken vaker terecht in juridische
procedures (consument niet). Een ondernemer wil dat het contractenrecht voor het aangaan van de
ovk zoveel mogelijk zekerheid biedt over mogelijke risico’s > behoefte aan rechtszekerheid > daarom
Engels recht populair. In de praktijk bevatten contracten veel Engelstalige bedingen. Anglo-
Amerikaans recht > omvangrijke en gedetailleerde contracten door (i) afwezigheid aanvullende wet;
(ii) afwezig ongeschreven recht ex red & bil; (iii) afwezigheid mededelingsplichten; (iv) objectieve
benadering; (v) risicoaansprakelijkheid 1.1 t/m 1.5
Een ovk die voldoet aan de omschrijving van 2+ benoemde ovk is een gemengde ovk (art. 6:215 BW).
Hoofdregel: de wetsbepalingen van beide ovk zijn van toepassing (cumulatie), tenzij
- bepalingen niet verenigbaar zijn met elkaar; of
- de strekking van de betrokken bepalingen zich tegen cumulatie verzet.
Vormgeving, benaming en formulering zijn niet beslissend > materiële waarheid. 6:215 niet van
toepassing bij onbenoemde ovk, wel analogisch bij een combinatie van benoemde en onbenoemde
ovk (of twee onbenoemd). Kasteel/Staat der Nederlanden: benoemde ovk (met dwingend recht)
wordt opzij gezet omdat de onbenoemde ovk meer centraal stond. 6:215 ziet niet op gestapelde ovk.
Voor de uitleg van een overeenkomst is het volgende van belang:
- de bedoeling van partijen bij het aangaan van de ovk
- de feitelijke uitvoering van het contract na de totstandkoming (wezen gaat voor schijn) 5.4
Partijen kunnen de uitleg van contracten contractueel vormgeven door
- definitiebepalingen op te nemen in het contract
- structuur aan te brengen: hoofdstukken en paragrafen met bijlagen. Ook een collisieregeling
kan worden opgenomen: het lichaam komt het meest gewicht toe bij botsing met bijlage
- kwalificatiebepalingen op te nemen > feitelijke uitvoering desalniettemin beslissend
Een overeenkomst heeft ook rechtsgevolgen door wet, gewoonte en redelijkheid & billijkheid. In
geval van een leemte, moet eerst wet en gewoonte opvullen (bij strijdigheid wint wet), dan pas de
red & bil. De aanvullende werking (6:248) vereist dat een leemte bestaat. Dit bestaat wanneer
- partijen een bepaalde voorziening niet in het contract hebben getroffen (onbewust!)
- een bepaalde voorziening is komen te vervallen door nietigheid/vernietigbaarheid of er geen
beroep op kan worden gedaan door de beperkende werking van de red & bil
Voor toepassing van de aanvullende werking zal een belang aanwezig moeten zijn en (auteur >) het
moet noodzakelijk zijn > rechtsvergelijkend. Wanneer vertoont een contract een leemte? Als ter zake
van een onderdeel van de ovk geen wilsovereenstemming bestaat (3:33 jo. 3:35 jo Haviltex). Hoe
ruimer de reikwijdte en uitleg van een contract, des te minder spoedig sprake is van een leemte (vice
versa). Maar een commercieel contract? Een contract dat strikt uitgelegd moet worden, moet ook
strikt worden aangevuld. Literatuur: invulling aanvullende werking a.d.h.v. hypothetische partijwil.


1

,Welke omstandigheden kleur de aanvullende werking? De aard v/d ovk, de gerechtvaardigde
belangen van de partijen, het economisch doel v/h contract, toepasselijke wettelijke bepalingen. Kan
de aanvullende werking in het contract worden uitgesloten? Wissink: aanvullen is van dwingend
recht dus nee, maar wat de eisen meebrengen kunnen partijen wel bepalen. 5.8.1 t/m 5.8.4 & 5.9

Contract Law and the State of Nature – Kronman
Hobbes conceived a condition of radical insecurity: two different sorts:
1) vulnerability of possession: what you possess is subject to attack
2) transactional insecurity: any exchange which requires one party to perform first, exposes
himself to the danger after he performs, he will not get whatever he bargained for in return
Kronman’s state of nature is a broad one: includes any situation in which individuals must arrange
their transactions without the aid of an independent enforcement mechanism. Even the parties to a
legally enforceable contract remain in a state of nature and must rely for security on their own
devices. A promisee’s legal remedies for breach of contract – money damages, specific performance
– give him only limited protection and don’t eliminate the need for those security-enhancing dives
which in a state of nature provide the only substitute for the enforcement powers of the state.
However, the existence of a mechanism of enforcement increases the security of the parties.

Asser/Hijma 7-1 Koop en ruil
Koop (7:1) en ruil (7:49) delen enkele kenmerken:
- obligatoir: alleen verbintenissen worden erdoor in het leven geroepen (niet zakelijk)
- wederkerig: beide partijen nemen een verbintenis op zich (jo 6:261)
- consensueel: de ovk komt door enkele wilsovereenstemming tot stand; in de regel vormvrij
In de praktijk kan zich de vraag voordoen of de ovk een koop is, dan wel een ovk (benoemd of
onbenoemd) van andere aard, of een gemengd contract (6:215). Van koop of ruil is geen sprake als
de tegenprestatie niet bestaat uit de overdracht van een vermogensbestanddeel, maar uit het
verrichten van een rh, bijv. kwijtschelden schuld. Huurcontracten bevatten soms een optie tot koop:
huurkoop > koop met daarin een eigendomsvoorbehoud (7:84). Drie verschijningsvormen van
leasing: (i) operationalleasing: economisch risico bij de lessor (vgl. huur); (ii) financialleasing:
economisch risico bij lessee (gebruiker)(vgl. huurkoop); (iii) saleandleaseback: het in lease te geven
object behoort aanvankelijk aan de lessee toe. Een ovk kan kenmerken van koop + opdracht dragen.
Verschillen koop en aanneming van werk (7:750): opzeggingsbevoegdheid. Afgrenzingsvragen
wanneer een partij zowel een zaal levert als die zaak vervaardigt. WKV (art. 3(1)): koop. Asser/Hijma
geneigd om gemengd contract aan te nemen. Titel 7.1 bevat een aantal concretiseringen van
algemene regels, afwijkingen daarvan en – voor consumentenkoop – intensivering tot dwingend
recht. Primaire bron van rechtsgevolgen is de ovk zelf met uitdrukkelijke en stilzwijgende afspraken.
Bij de uitleg komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer van
elkaar mochten verwachten (Haviltex). Werd een beding door één partij ingebracht en blijkt de tekst
onvoldoende duidelijk, dan ligt het voor de hand de voor de wederpartij gunstige uitleg te kiezen
(uitleg contra proferentem)(consument 6:238 lid 2). De wettelijke bepalingen bij koop zijn (behalve
consumentenkoop) niet van dwingend recht; partijen kunnen afwijken: contractsvrijheid (niet
onbeperkt ex 3:40). In de commerciële overnamepraktijk wordt soms de toepasselijkheid van de
gehele kooptitel uitgesloten > ontkomen aan conformiteitsvereiste (7:17) en klachtplicht (7:23).
Aanvullende bronnen: wet, gewoonte en red & bil (6:248) > geen vaste rangorde. Gewoonte: partijen
moeten zich gedragen overeenkomstig de gedragslijnen die in de relevante kring van personen ten
aanzien van de bewuste soort overeenkomsten algemeen worden gevolgd. Het bestendig
gebruikelijke beding; clausule die in een bepaalde kring gewoonlijk wordt opgenomen > niet
opgenomen? Dan kan het stilzwijgend alsnog onderdeel zijn (ook ex 3:33-3:35). De klachtplicht is een
uitwerking van de rechtsverwerking, een toepassing van de derogerende werking van de red & bil
(6:248 lid 2). De onbenoemde kooptypen kunnen in vier groepen worden onderverdeeld:
1) bijzondere partij: consumentenverkoop, koop of verkoop door overheid

2

, 2) bijzonder object: dierenkoop, fabricatenkoop (industrieel vervaardigde producten, met de
bijzonderheid dat de knowhow en service van grote betekenis zijn), kunstkoop
3) bijzonder beding: cashbackkoop (recht op terugbetaling van (deel) koopsom, circakoop (t.a.v.
cijfers bestaat tolerantiemarge), compensatiekoop, specificatiekoop (7:31), transportkoop
4) bijzondere context: executoriale verkoop (7:19), veilingkoop
Zowel een zaak (3:1 jo. 3:2) als een vermogensrecht (3:6) kunnen voorwerp van een koopovk zijn
(7:47 (analogie)). Er zijn veel verschillende vermogensrechten: vorderingsrechten, rechten op
voortbrengselen van de geest, beperkte rechten (3:8), appartementsrechten, deelnemings- of
lidmaatschapsrechten, effecten en aandelen, vergunningen, quota, wilsrechten. Waar bestaat twijfel
of het een vermogensrecht is: bitcoins, domeinnaam, goodwill, software (kan wel als voorwerp van
koopovk in aanmerking komen), tickets. Wat is geen vermogensrecht: eigendom(srecht), knowhow.
7:47 ziet op koop, niet op ruil. Op een ruilovk waarbij een vermogensrecht is betrokken dienen de
koopbepalingen via een dubbele analogie toegepast te worden: wettelijke analogie voor het
ruilaspect (7:50) en een rechterlijke voor het niet-zaak-aspect (7:47).

Jurisprudentie
IJsseloevers/X: IJsseloevers heeft in 2001 een notarispraktijk van De Jong overgenomen voor f
800.000, waarvan f 600.000 als vergoeding voor goodwill. In 2003 heeft de FIOD onderzoek gedaan
en blijkt dat De Jong fouten heeft gemaakt. IJsseloevers merkt dat er gebreken kleven a/d praktijk.
HR: ook al wordt goodwill zelf niet aangemerkt als een zaak of vermogensrecht in de zin van
art. 7:1 of 7:47, dit staat aan toepassing van art. 7:17 niet in de weg. Goodwill is de aan een
onderneming verbonden meerwaarde, die erin tot uitdrukking komt dat partijen een waarde aan de
onderneming toekennen die meer is dan de som van activa en passiva (algemeenheid van goederen).
HR neemt de goodwill als eigenschap/onderdeel van de onderneming (r.o. 3.4.2). Ratio: de regeling
van koop krijgt ruimere reikwijdte; ook van toepassing op goodwill.
Beeldbrigade: Beeldbrigade is product van televisieprogramma’s. Zij heeft bij X computerprogramma
aangeschaft. De geleverde software bleek niet compatibel met het gebruikte computersysteem. X is
door Beeldbrigade asp gesteld i.v.m. het niet functioneren van het computerprogramma.
HR: de kooptitel heeft een ruim bereik. Ook een overeenkomst tot het aanschaffen van
computerprogrammatuur (gegevensdrager/download) valt hieronder. Dit is ook wenselijk omdat de
koopregel de positie van de koper versterkt (conformiteit, klachtplicht) (r.o. 3.5).
Portsight/De Vries: De Vries heeft een bedrijfsterrein verkocht aan Portsight. Er zijn Beleidsregels die
gelden voor dit terrein. Portsight wil de koopovk ontbinden omdat het bouwterrein niet vrij is van
alle bijzondere lasten en beperkingen.
HR: het gaat bij een last/beperking in de zin van art. 7:15 om een last/beperking die specifiek
op de desbetreffende zaak betrekking heeft. Er is geen grond voor een ruimere invulling bij
lasten/beperkingen van publiekrechtelijke aard. Lasten/beperkingen uit een beschikking zijn voor de
koper kenbaar. Er is geen grond om 7:15 van toepassing te achter indien lasten/beperkingen
voortvloeien uit publiekrechtelijke besluiten van algemene strekking (r.o. 3.6.3). Dit is anders als het
gaat om een publiekrechtelijke last (individuele besluit) die niet kenbaar is voor de koper (r.o. 3.6.4).
Kasteel/Staat der Nederlanden: De Staat heeft het Kasteel in beheer en gebruik. In 2003 is tussen de
Staat en cateraar een ovk gesloten inzake de cateringdiensten. Deze ovk is diverse malen verlengd.
De Staat zegt de ovk op, maar cateraar stelt dat dit niet kan > ovk is huurovk? Cateraar beroept zich
op huurbescherming, de Staat kan hem er niet zo uitgooien.
HR: het gaat om de gemengde overeenkomst ex art. 6:215. Het arrest is een besliskader met
drie stappen: (1) er moet worden vastgesteld of sprake is van een gemengde ovk; (2) er moet
vastgesteld worden dat de gemengde ovk niet kan worden gesplitst; (3) toepassing art. 6:215. In
beginsel geldt de regel van cumulatie en bestaan de regels van de verschillende ovk naast elkaar. Zijn
deze bepalingen onverenigbaar? Dan prevaleert er één. In dit geval de cateringovk, omdat dit
centraal stond (en niet het dwingendrechtelijk huurrecht).



3

, ‘Gratis’ toestel: Vodafone heeft met consumenten telefoonabonnementen afgesloten incl. een
toestel. Een deel v/d consumenten heeft niet betaald. Vodafone draagt de vorderingen over aan
Hoist. In andere zaak heeft de rechter beslist deze abonnementen vernietigbaar zijn omdat de
abonnementen niet voldeden aan de regels over koop op afbetaling.
HR: ook vorderingen kunnen onderdeel zijn van een koopovereenkomst. Professionele
partijen hebben in de ovk gedefinieerd wanneer de vorderingen niet aan de ovk beantwoorden. Het
beroep op non-conformiteit moet daarom beoordeeld worden a.d.h.v. de ovk. Daarbij is het
moeilijk/niet kunnen incasseren van een vordering geen bijzondere last of beperking ex art. 7:15.

Behandeld tijdens de werkgroep
Gemengde overeenkomst (art. 6:215 BW) > gaat om de kwalificatie van de overeenkomst.
Kwalificatie is een geval van uitleggen > Haviltex. Indien sprake is van een gemengde ovk (Kasteel):
1) Voldoet de overeenkomst aan de omschrijving van twee of meer bijzondere overeenkomsten?
2) Kunnen de overeenkomsten van elkaar worden gesplitst? Dit is een afweging van alle
omstandigheden van het geval, waarbij geen enkele omstandigheid in abstracto een
doorslaggevend gewicht toekomt. Zo nee,
3) In beginsel geldt het cumulatiebeginsel, tenzij de verschillende bepalingen onverenigbaar zijn of
de strekking ervan zich gelet op de aard van de overeenkomst zich tegen toepassing verzet. In
dat geval kijk je welke overeenkomst het meest centraal staat.
IJsseloevers/X: de reikwijdte van de kooptitel wordt opgerekt. De HR zegt niet dat goodwill een zaak
in de zin van art. 3:2 of een vermogensrecht in de zin van art. 3:6 BW is > zegt hier niks over.
Beslag is een vorm van last in de zin van art. 7:15 BW > ziet in beginsel op private lasten en
beperkingen. Portsight/De Vries r.o. 3.6.3 werkt uit onder welke voorwaarden een publieke last
hieronder valt.

Week 2
Handboek Tjittes
Bij internationale onderhandelingen gaat het om (i) bevoegde rechter en (ii) toepasselijke recht.
Sub (i). Partijen kunnen een forumkeuzebeding maken (art. 25 Brussel Ibis). Als dit ontbreekt, vind je
de bevoegde rechter door toepassing IPR-regels. Hoofdregel: rechter van de woonplaats van de
gedaagde (art. 4 Brussel Ibis), tenzij het gaat om een
a) Verbintenis uit overeenkomst > plaats tenuitvoerlegging verbintenis (art. 7 lid 1)
b) Verbintenis uit onrechtmatige daad > plaats schadetoebrengende feit (art. 7 lid 2)
Dit (a en b) zijn autonome begrippen: HvJEU beperkte uitleg. Afgebroken onderhandelingen (kunnen)
vallen onder OD. Bij afgebroken onderhandelingen is bevoegd de rechter van de plaats waar de
mededeling de wederpartij heeft bereikt, tenzij dit een zuiver willekeurig adres is (je kan wederpartij
uitnodigen en dan onderhandelingen afbreken). Indien een plaats waar het schadetoebrengende feit
zich heeft voorgedaan niet kan worden vastgesteld, gaat art. 7 lid 2 niet op en geldt art. 4.
Sub (ii). De precontractuele asp is te beschouwen als een niet-contractuele verbintenis anders dan uit
OD (art. 12 Rome II): autonoom: omvat het afbreken van onderhandelingen, achterhouden van info
of verschaffen van onjuiste info. Art. 12 lid 1 Rome II: hoofdregel: niet-contractuele verbintenis wordt
beheerst door het recht dat van toepassing is op de ovk of – bij afgebroken onderhandeling – dat op
de ovk van toepassing zou zijn geweest: accessoire aanknoping. Wat is het toepassing recht?
1. Hebben partijen een rechtskeuze gemaakt > art. 14 Rome II bij precontractuele verhouding
2. Zo nee, dan is dat het recht dat op de ovk van toepassing zou zijn geweest, indien gesloten
3. Bevat die toekomstige ovk een rechtskeuze beding (art. 3 Rome I)?
a. Zo ja, dan art. 12 lid 1 Rome II: dat gekozen recht geldt ook bij precontractuele asp
wegens afgebroken onderhandelingen (art. 10 lid 2 Rome I analogische toepassing)
b. Zo nee, dan geldt art. 4 Rome I, de objectieve verwijzingsregels



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmahg2000. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.88  6x  sold
  • (0)
  Add to cart