Een duidelijke samenvatting van alles wat je nodig hebt voor verworven taalstoornissen 1. inclusief duidelijke tabellen en begrippen. O.a. over afasie.
Gegeven door Roel Jonkers taalwetenschap jaar 1 RUG.
Afasie; Een taalstoornis ten gevolge van focaal hersenletsel ontstaan nadat de taal verworven is.
Belangrijkste kenmerken;
>Taalstoornis dus geen spraakstoornis.
- Taal is alles wat in je hersenen gebeurt om te kunnen spreken en lezen etc. Spraak is wat je
uiteindelijk moet doen om alles wat in je hersenen gebeurt naar buiten te brengen.
Stotteren is dus geen afasie want dat heeft met spraak te maken.
> Verschillende taaldomeinen/modaliteiten kunnen aangetast zijn.
> Niet aangeboren, geen taalontwikkelingsstoornis
- Als je als volwassenen een hersengebied kapot krijgt dan kan dat nooit meer goed worden,
terwijl het bij kinderen nog aangepast kan worden omdat hier nog ontwikkeling in zit.
> Je moet een beschadiging kunnen aantonen (met een scan etc.) anders heb je geen afasie.
- Focaal hersenletsel; het moet op 1 (of 2) plek(ken) in de hersenen zitten, niet zoals bij
dementie dat het over het hele brein zit (diffuus letsel) die hebben veel meer problemen dan
alleen taalproblemen.
Oorzaken van afasie;
- Beroerte/CVA (cerebrovasculair accident)
- Trauma
- Tumor
- Ontsteking
1. Beroerte/CVA; hersenen worden van bloed voorzien door 3 slagaders (arteriën)
Een deel van de hersenen krijgt geen zuurstof en voeding meer.
Wordt veroorzaakt door verstoring van de bloedstoevoer (roken, drinken etc.)
- Hersenbloeding
- Herseninfarct; 2 soorten
trombose/bloedprop
Embolie
Hersenbloeding; vaak niet te redden, ader knapt en overal komt bloed. Komt bij afasie minder vaak
voor.
Trombose/bloedpop; prop direct uit het brein.
Embolie; trombose in het brein. Een prop begint in bijv. in een arm maar kan er nog net door en wordt
verplaatst en uit komt in het brein waar hij alles vast zet. Dus bij embolie komt de prop ergens anders
vandaan.
Valt niet te onderzoeken welk van beide (trombose/embolie) het is.
Als je afasie krijgt na hersenletsel ben je vaak eerst helemaal stom, maar er is spontaan herstel van
ongeveer 3 maand waarin er uit jezelf al wat herstel komt. De grootte van dit herstel hangt af van
verschillende factoren.
2. Trauma; oorzaak van buitenaf (bijv. verkeersongeval, val van grote hoogte, geweld,
schotwond etc.)
- Verschil open en gesloten letsel; bij open heb je echt een wond (kan ook iets in je wond
terecht gekomen zijn) bij gesloten heb je wel hersenbeschadiging maar geen wonden zoals
schedel kapot etc.
- Veel bijkomende problemen.
3. Tumor; drukt op hersenweefsel waardoor afasie kan ontstaan.
, 4. Ontsteking; vaak moeite met bepaalde categorieën woorden.
Meningitis; hersenvliesontsteking
Encefalitis; hersenontsteking, hierbij is het brein zelf ontstoken
Taal en hersenen;
Hersenen bestaan uit 3 delen;
- Grote hersenen (cerebrum)
- Kleine hersenen (cerebellum)
- Hersenstam
Hersenstam; reguleert zuurstof en temperatuur etc. als je hier wat krijgt is de kans van overleven heel
klein.
Hemisferen; twee (min of meer symmetrische) hersenhelften, gescheiden door diepe groeve (fissura
sagittalis)
- Hersenhelften verantwoordelijk voor contralaterale lichaamshelft; Linkerkant wordt
aangestuurd door rechterhersenhelft en andersom.
- Bij 95-98% van de rechtshandige is taal links gepresenteerd. Bij linkshandige ook circa 70%,
maar bij sommige ook helemaal rechts of in beide hersenhelften een deel.
- Afasie ontstaat dus ook meestal na letsel in de linkerhersenhelft.
Patiënten met een taalprobleem hebben vaak een verlamming aan rechterkant (die vaak het meest
gebruikt wordt) omdat taal links zit en je rechterkant ook vanaf links aangestuurd wordt.
Hersenhelften zijn verbonden door de corpus callosum (hersenbalk), deze zorgt ervoor dat de twee
hersenhelften communiceren.
Fisuur van sylvius (fissura lateralis); tussen frontale en temporale kwab
Groeve van Rolando; tussen frontale en pariëtale kwab
Frontaalkwab; zorgt voor motoriek/motorische ontwikkeling
- Voor de groeve van Rolano ligt de precentale winding, de motorische cortex.
- Representatie van de contralaterale lichaamskant (links zorgt voor rechts en andersom)
- Motorische homonculus; hoeveel van ons brein is er voor wat er nodig is voor bijvoorbeeld
je voeten en voor je spraak etc. Voor je tenen is maar heel weinig nodig, hoeft alleen te
bewegen. Voor dingen die samenhangen met wat er in je gezicht gebeurt is er veel meer
nodig. (plaatje hieronder)
- Gebied van broca; onderste deel van de derde frontaalwinding aan de linkerzijde. Is nodig
voor de grammaticale verwerking.
, Temporaalkwab; horen van geluiden
- Auditieve analyse (middelste delen van de bovenste windingen van de temporaalkwab)
- Gebied van Wernicke; achterste gedeelte van de bovenste temporaalwinding.
~ Woordvormen (belangrijk voor begrip en productie)
~ Mentale lexicon.
~ staat ook in verbinding met gebied van broca
Occipitaalkwab; nodig om te zien.
- Visus, de kwab interpreteert wat de ogen waarnemen.
- Visuele velden, laesie kan leiden tot verlies van rechter- of linker gezichtsveld. Een stukje van
je oogveld wordt niet meer gebruikt.
- Hemianopsie; je brein ziet aan een kant niet meer wat er is, je ziet het wel, maar je brein doet
er niets meer mee
- Hemineglect; Je negeert alles aan een kant van je gezicht, je vraagt een klok te tekenen en
alleen de ene helft wordt getekend, of bij aankleden je linker sokken etc. vergeten
- Visuele agnosie; je ziet nog wel, maar je zoekt er geen plaatje bij, je doet er niets mee in
woorden.
Pariëtaalkwab; oriëntatie in tijd/ruimte, je weet waar je bent en hoe laat het is.
- Praxis; programmeren van motorische handelingen (band plakken etc.) Je hebt iets aangeleerd
en kan dit vaker doen.
- Sensorische cortex; achter de groeve Rolando, tegenover motorische strip
- Sensorische homunculus; interpretatie van dingen, je weet dat je bijvoorbeeld je tong hebt
gebruikt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erpit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.