Uitgebreide samenvatting voor het blok Stofwisseling en Water- en zouthuishouding 1 (5O102) voor de studie geneeskunde aan de RU. Tevens te gebruiken als samenvatting voor de onderdelen MDL en nefrologie voor de studie geneeskunde. Deze samenvatting omvat alle onderdelen van het blok: hoorcolleges...
Samenvatting Stofwisseling & Water-
en zouthuishouding
Deel 1 Morfologie/Anatomie Tractus
Digestivus
Morfologie Tractus Digestivus
Het spijsverteringskanaal bezit een algemeen bouwpatroon:
Mucosa (=slijmvlies);
Submucosa
(=bindweefsellaag);
Muscularis
(=spierlaag);
Serosa (=peritoneum,
onderliggend
bindweefsel en laagje
mesotheel).
De mucosa bestaat ook uit
delen:
- Epitheel (+lamina
basalis): eenlagig, alleen
in de slokdarm
meerlagig.
- Lamina propria: losmazig bindweefsel met vaten en soms klieren en glad
spierweefsel.
- Muscularis mucosea: dun laagje glad spier op de grens.
De mucosa krijgt na de pylorus villi/darmvlokken, welke aan het einde van het
ileum korter worden en ontbreken in het colon. De functie van het darmepitheel
is: resorptie, verteren, transporteren, barrière en productie van (entro-
endocriene) hormonen. Muscularis mucosae heeft eigen bewegelijkheid, welke
perforatie tegen gaat en het contact tussen het darmepitheel en darminhoud
bevordert. Wordt aangestuurd via plexus submucosus.
De submucosae is losmazig bindweefsel waarin veel bloed- en lymfevaten
voorkomen en de plexus submucosus/van Meissner. Er liggen hier ook
klieren.
Muscularis bestaat uit een dikke circulaire laag gladde spiercellen en daaromheen
een dunnere longitudinale laag. Tussen de lagen ligt de zenuwplexus van
Auerbach. De muscularis zorgt voor peristaltiek.
Klieren in de tractus dragen bij tot de smering van voedselbrij door het
afscheiden van mucus of leveren een aandeel in de vertering door toevoeging
van spijsverteringsenzymen.
- Unincellulaire in bedekkend epitheel laag.
- Meercellige samengestelde klieren in mucosa/submucosa of zelfs buiten
tractus (als pancreas)
,Oesophagus
Je hebt hier meerlagig niet-verhoornd plaveiselepitheel, dit voor bescherming.
Muscularis mucosae is matig ontwikkeld. Hoog bij de farynx bestaat de
muscularis nog uit skaletspierweefsel verderop wordt het volledig glad. Het
bevat twee soorten klieren:
I. Glandula propriae glandula oesophageae. In submucosa welke muceus(
water?) product maken en afvoergang door muscularis mucoasea gaat.
II. Cardiaklieren dicht bij maag in lamina propria en korte afvoergang. Deze
ook bij bifurcatie farynx en trachea. Bevat slijmvormende en wandcel.
Bij de maagingang heb je abrupte overgang van meerlagig plaveiselepitheel in
eenlagig cilinderepitheel van maag.
Maag
Hier wordt voedsel met hoeveelheid vocht gemengd zodat de bolus(spijsbrok)
overgaat in half vloeibare chymus. Ook wordt het er enige tijd bewaard zodat het
verteringsproces kan beginnen.
De mucosa en de submucosa liggen in plooien(rugae), die bij vulling verstrijken.
De plooien verdeelt maag in veldjes: areae gastrica. De klieren van de mucosa
monden uit op dit oppervlak met afvoergangen, foveola/gastric pits, welke
worden gescheiden door areola gastricae. Het oppervlakte epitheel is eenlagig
cylindrisch en bestaat uit slijmnapcellen:
- Worden alleen in maag gevonden;
- Slijm produceren wat in granula ophoopt;
- Slijm verschillende typen mucinen (glycoproteïnen);
- Via occludensverbinding met elkaar verbonden.
- Ovale kern en ligt in basale deel;
- Slijm beschermt tegen zure omgeving;
- Leven 3 tot 5 dagen;
- Uitscheiden HCO3- beschermende barrière maagsap.
Naar aard van de klieren die in foveolae uitmonden, kan de maagmucosae in drie
zones worden ingedeeld:
1.) Cardiagebied;
2.) Corpusgebied;
3.) Pylorusgebied.
Het corpusgebied heeft anatomisch nog een fundus deel, maar histologisch
gezien verschilt het niet van elkaar. Het bevat foveolae die ondiep zijn en
waaronder twee tot drie rechte klierbuizen uitmonden uit een
verbindinsstuk(isthmus). Je hebt 5 soorten cellen in het corpus gebied. In lamina
propria, heb je de volgende celtypen:
Ongedifferentieerde stamcellen: in halsgebied en verdubbelen door
mitose. Differentiëren niet allemaal. Deel wordt slijmnapcel richting de
maag en deel naar basale deel tot halscel, hoofdcel of wandcel.
Muceuze halscel: langwerpig en kleine ronde kern. Koolhydraat rijk
secreet met meer zure kenmerken.
Wandcel of pariëtale cel: het maakt zoutzuur (HCL) en intrinsieke factor
(glycoproteïne die aan vitamine B12 bindt). Omdat er veel ionen over het
membraan gaan bevat de wandcel veel mitochondriën. Uit de canialiculi
(instupling) met microvili komt het HCL. Eosinofilie.
, Zymogene cellen of hoofdcellen: maakt pepsinogeen dat door zuurheid
in pepsine wordt omgezet( vertering eiwit). Het maakt ook lipase (begin
vet vertering). Goed ontwikkeld RER en basofiel.
Entero-endocriene cel: scheiden producten aan basale deel uit zodat ze
via extracellulaire ruimte effect kunnen hebben op naburige cellen
(paracrien) of door capillairen kunnen worden afgevoerd (endocrien).
Liggen tussen basale delen van andere epitheelcellen en kunnen open of
gesloten zijn. Je hebt verschillende soorten enterochromafiene cel (kleur),
APUD-cel (metabool), DNES-cel (neuro diffusie) .
Het cardiagebied vormt een brede zone maagslijmvlies. Cardiaklieren komen
overen met oesofageale cardiaklieren welke onder andere lysozym produceren.
Klieren liggen in de lamina propria.
Bij het pylorus gebied zijn foveola dieper en klierbuizen meer vertakt dan in
corpus. Cellen in pylorusklieren lijken op mukeuze cellen in cardia, bevatten
lysozymen. Bevat ook entero-endocriene cel die gastrine afscheidt. Heeft geen
wand- en hoofcellen. Muscularis mucosae bevat twee tot drie lagen. Tunica
muscularis externa bestaat uit drie lagen (binnenste diagonaal). De middelste
(circulair) vertakt tot sphincter pylori. In submucosa plexus van Meissner.
Dunne darm
Hier wordt verteringsproces voltooid en worden er producten geresorbeerd. Het
bestaat uit drie delen:
- Duodenum (onderscheiden door klieren van Brunner die bicarbonaat
maken);
- Jejunum;
- Ileum (hier platen van Peyer).
Je hebt op drie manieren oppervlakte vergroting in de darm.
1.) Plicae (plooien van Kercking): permanente dwarse plooien van mucosa,
meest in duodenum. 3X
2.) Darmvlokken/villi: uitstulpingen van lamina propria bekleed met
(eenlagig)epitheel. Zijn in duodenum bladvormig en in jejunum
vingervormig en ileum steeds korter. 10X
3.) Microvilli: vormen samen staafjeszoom/borstelzoom. 20X
De mucosa bevat tussen de villi instulpingen: crypten ofwel kliertjes van
lieberkühn.
Het darmepitheel bevat 5 soorten cellen:
Op villi:
Enterocyt: cilindrische epitheelcel met op apicale deel
staafjeszoom(microvilli). Hier op zit glycocalix en werkt als filter. Microvilli
bestaan uit actinefilamenten die verbonden zijn met terminaal web.
Enterocyt bezit veel verspreide mitochondriën. Laterale membraan kan via
laterale interdigitaties en gap junctions met naburig celmembraan
verbonden zijn.
Slijmbekercel: komen verspreid voor tussen enterocyten en nemen
gaandeweg dunnen darm toe. Maken slijm die wrijving cellen en
darminhoud vermindert.
In crypten:
, Entero-endocriene cellen: driehoekige vorm met secretiegranula in basale
deel, secretie richting lamina propria. Deze cellen hebben weinig RER.
Liggen vooral in onderste deel crypte.
Panethcellen: heeft grote apicaal gelegen acidofiele secretiegranula. Ze
bevatten lysozymen. Cellen worden om 30 dagen vervangen.
Stamcellen: voor vervanging darmepitheel. In de bovenste helft
differentiëren ze tot enterocyt of slijmbekercel, waarna ze opschuiven en
aan de bovenkant de oude eraf vallen (shedding).
Darmepitheel heeft levensduur van twee tot vier dagen.
Lamina propria bestaat uit losmazig bindweefel met vaten zenuwen en gladde
spiervezels. De gladde spiervezels hebben functie bij contractie villi. In top van
elke villus begint een lymfecapillair of lacteaal.
Inervatie van maagdarmkanaal via miljoenen neuronen geregeld: enterische
zenuwstelsel. Het bestaat uit een inwendige en uitwendige component.
Inwendige: interstitiële cel van Cajal, gemodifeerde spiercellen die vermogen
hebben tot prikkelgeneratie en geleiding. Vergelijkbaar met de sinusknoop. De
cellen functioneren min of meer als pacemaker.
De uitwendige component wordt gevormd door uit het ruggenmerg afkomstige
zenuwbanen. Je hebt de efferente banen postgnanglionaire orthosympatische en
preganglionaire parasympatische. Je hebt ook afferente banen. Ook zijn er twee
soorten plexussen in de darm:
- Plexus submucosus van Meissner in de submucosa (hier ook interstitiële
cellen van Cajel)
- Plexus mysentericus van Auerbach gelgen tussen de twee spierlagen.
In ileum platen van Peyer die in submucosa liggen waar lymfefollikels tot grotere
eenheden zijn samengevoegd (lumphonoduli aggregati).
M-Cellen zijn gespecialiseerde epitheelcellen in ileum, ze bevatten openingen
voor macrofagen, plooien en kunnnan opgenomen antigenen presenteren aan
lymfocyt.
Dikke darm bestaat uit caecum, colon en rectum:
- Ontbreek villi;
- Follikels in submucosa en lamina propria;
- Eenlagig cylindrisch;
- Veel crypten;
- Anus: meerlagig plaveisel;
- Rijk aan slijmbekercellen:
- Taeniae coli: longitudinale laag tot drie van deze gebundelt;
- Slijm voor glijfunctie;
- Aan eind geen muscularis mucosae, muscularis externa hier verdikt dot
sphincter ani internus (glad) waarna externus (skelet) volgt.
Speekselklieren
Je hebt glandula sublingualis (onder de tong), glandula submandibularis
(onder kaak) en glanula parotis. Ze komen gepaard voor. Ze zijn samengesteld
uit:
Secretoire deel uit sereuze, muceuze of gemengde acinus;
Schakelstuk waarop acinu uitmonden;
Speelselbuis/duct.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LWenting. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.42. You're not tied to anything after your purchase.