100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Boek Inleiding Recht $6.05   Add to cart

Summary

Samenvatting Boek Inleiding Recht

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting voor het vak Inleiding Recht

Preview 4 out of 31  pages

  • No
  • Unknown
  • November 14, 2022
  • 31
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Inleiding Recht

Hoofdstuk 1 Terreinverkenning

1.1 Een definitie van recht
Recht is een geheel van regels of normen dat alles in banen leidt en een oplossing geeft voor
ontstane problemen. Doel van recht is het tot stand komen van een toestand van rust en
rechtvaardigheid tussen mensen. Recht is er dus om problemen op te lossen, maar ook voor
een vreedzame omgang met elkaar.
Recht richt zich niet tot de intentie, zoals de moraal wel doet. Recht wacht eerst tot de daad
zichtbaar is geworden, dus de uiterlijke gedraging, terwijl de moraal gaat over de innerlijke
houding. Ook staat bij het recht een sanctie op een overtreding en bij de moraal niet zozeer.

1.2 Enkele onderscheidingen
Objectieve recht: recht als een geheel van regels of normen dat de samenleving ordent.
Bij het subjectieve recht gaat het meer om een bepaalde bevoegdheid. Het subjectieve recht
brengt het objectieve recht tot leven.
Mensen hebben vanuit hun menszijn natuurlijke rechten en deze gelden van nature.
Hugo de Groot:
1. Principe van mijn en dijn (geen inbreuk maken op het eigendomsrecht van anderen)
2. Principe dat we afspraken moeten nakomen
3. Principe dat schade die door schuld veroorzaakt is moet worden vergoed
4. Principe dat inbreuken op het natuurrecht en ander recht moet worden gestraft
Positief recht is het recht dat geldt omdat het volgens de staat als geldend wordt gezien.
Publiekrecht: algemeen belang, overheid en burger
Privaatrecht: particulier belang, burger en burger
Dwingend recht: regels waarvan de belanghebbenden niet mogen afwijken, ook al zouden ze
dat bij onderlinge overeenkomst afspreken (personen- en familierecht veel), openbare orde
of goede zeden.
Aanvullend/regelend recht: recht dat geldt wanneer partijen zelf niets anders zijn
overeengekomen (burgerlijk recht veel).
Materieel recht: reactie op een overtreding
Formeel recht: regeling van de procedure (procesrecht)
Tot de rechterlijke macht behoren de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad.

1.3 De rechtsgebieden
Publiekrecht: staatsrecht, strafrecht, bestuursrecht, belastingrecht, Internationaal en
Europees recht
Privaatrecht: personen- en familierecht, huwelijksrecht, vermogensrecht

Privaatrecht
Afspraken, overeenkomsten die mensen met elkaar maken. Mensen die overeenkomsten
sluiten zijn partijen of contractanten. De rechten en verplichtingen zijn verbintenissen. De
verplichte partij is de schuldenaar of debiteur en de partij die recht heeft op iets is de
schuldeiser of crediteur.

,Strafrecht
Eerste categorie strafbare feiten zijn doleuze delicten (opzet) en de tweede catergorie
strafbare feiten zijn culpoze delicten (schuld).

Staatsrecht
Bij de grondwet gaat het om een geschreven document waarin de belangrijkste bepalingen
van het staatsrecht zijn neergelegd, terwijl een constitutie ook ongeschreven recht op het
gebied van staatsinrichting kan bevatten.
Nederlandse staatsvorm is een constitutionele monarchie met parlementair stelsel: Er is een
koning, maar deze is gebonden aan een grondwet of constitutie en heeft een democratische
besluitvorming.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat: overheid trekt niet alles toe, maar ook lagere overheden
hebben bevoegdheden. Territoriale decentralisatie: binnen een gebied heeft een lagere
overheidsinstelling een aantal functies. Functionele decentralisatie: lagere
overheidsinstellingen krijgen de bevoegdheid bepaalde belangen te behartigen. Bij
autonomie worden regeling en bestuur van de eigen huishouding aan lagere instellingen
overgelaten. Bij medebewind werkt de lagere instelling mee aan een hogere regeling.

Bestuursrecht
Regels betreffende de overheidsbemoeienis met het maatschappelijk leven.

1.4 De rechtsbronnen
Positief recht (ius positivum, ius constitutum) is het recht dat geldt en niet zoals we het
zouden willen (ius constituendum). Natuurrecht is een soort ius constituendum, niet door
mensen gemaakt, maar geldt wel van nature.
Rechtsbronnen:
- De wet
- De gewoonte
- De rechtspraak
- Het verdrag
Hiërarchie in wetgeving: (wet in formele zin niet toetsen aan de Grondwet)
1. Hogere wet voor een lagere (lex superior derogat legi inferiori)
2. Latere wet voor een eerdere (lex posterior derogat legi priori)
3. Bijzondere wet voor een algemene (lex specialis derogat legi generali)
Belangrijke eisen aan recht zijn rechtszekerheid, rechtvaardigheid en doelmatigheid.
Vastleggen van de gehele rechtsstof in wetboeken heet codificeren.

Trias-politicaleer Montesquieu:
1. Wetgevende functie
2. Uitvoerende functie
3. Rechterlijke functie
Legisme is de stroming die leert dat de rechter recht alleen uit de wet haalt en niet anders
mag doen dan het recht mechanisch toepassen.
Onderscheid rechtsbeginselen ten opzichte van rechtsregels:
- Grotere algemeenheid van beginselen
- Ethische dimensie van beginselen

, - Beginselen niet gemaakt door wetgever, maar organisch gegroeid binnen een
bepaalde structuur.

Voorwaarden gewoonte tot recht:
1. Herhaling van gedragingen (usus)
2. Overtuiging dat men zich zo behoort te gedragen als gevolg van een rechtsplicht
(opinio necessitatis)

Verschil wettenrecht en gewoonterecht
1. Wet is een bewuste schepping
2. Wet is een product van hogere hand
3. Wet is geschreven (door een officiële instantie uitgevaardigd)
4. Herhaling is nodig

Verschil wet en rechtspraak
1. Bij wetten draait het om algemene voorschriften, de rechter velt eerst concrete
oordelen.
2. Wetten proberen situaties vooraf te regelen en bij rechtspraak is de regulering
achteraf.
3. Een vonnis geeft een oplossing voor een concreet geval.

De Hoge Raad der Nederlanden is cassatierechter en mag dus vonnissen van lagere rechters
vernietigen.
Een verdrag komt tot stand: Eerst worden onderhandeling gevoerd door
vertegenwoordigers van de staten die hiervoor volmacht krijgen. Wanner de staten tot
overeenstemming komen, gaan zij over tot het sluiten van een verdrag door de regering,
vaststellen van verdragsinhoud en het ondertekenen daarvan. Vervolgens gaat het verdrag
naar de Staten-Generaal voor goedkeuring. Bij goedkeuring kan het verbindend worden,
maar bij weigering moet de overeenkomst zo snel mogelijk worden beëindigd. Na
goedkeuring komt ratificatie of bekrachtiging. Er wordt een oorkonde gemaakt. Tenslotte
vindt bekendmaking plaats.

Dualistische opvatting: nationale rechtsorde en internationale rechtsorde zijn strikt
gescheiden grootheden.
Monistische opvatting: verhouding tussen volkenrecht en nationaal recht zien als verhouding
tussen wetgever in formele zin en lagere wetgevers.

, Hoofdstuk 2 Rechtswetenschap en rechtsvinding

2.1 Rechtswetenschap
Het standaardbeeld van wetenschap: de scheiding tussen feiten en normen. Rechtswetenschap richt
zich op normen en het onderzoek richt zich op rechtsregels en beginselen die in rechtsbronnen zijn
vastgelegd.
Normatieve regels schrijven ons voor hoe we ons moeten gedragen. Het is handig om een
rechtsregel te analyseren in voorwaarden en rechtsgevolg. Rechtswetenschappers formuleren
theorieën die de grotere verbanden en de grotere samenhang zichtbaar moeten maken. Ze zoeken
naar de structuur die vervolgens de kenmerken van de afzonderlijke onderdelen verklaart. Doordat
rechtswetenschap alleen op taalgebied vastligt, vinden natuurwetenschappers dit lang niet zo
precies als hun wetenschap. Ook moet een natuurwetenschapper een nieuwe theorie bedenken als
de eerste theorie de toets niet haalt, terwijl als rechtswetenschappelijke theorie de toets niet haalt
het recht moet worden aangepast of de theorie moet worden aangepast. Een nog groter contrast
tussen de rechtswetenschap en de exacte wetenschap ontstaat als de rechtswetenschap
hermeneutisch (interpreterend/begrijpend) naar het recht gaat kijken. De rechtsregels en
rechtsbeginselen van ons rechtssysteem vloeien voort uit het idee van de democratische rechtsstaat.

Rechtsfilosofie houdt zich bezig met de analyse en duiding van de begrippen en onderscheidingen die
in het recht worden gehanteerd en die in een moderne rechtsstaat vaak het product zijn van
rechtswetenschappelijk onderzoek. In een democratische rechtsstaat zijn individuele
vrijheidsrechten en rechtsbescherming belangrijk. Maar mensenrechten krijgen de vorm van een
politieke ideologie: presentatie van politieke ideeën en idealen als logisch geheel en dat iedere
tegenspraak dus onredelijk is. Rechtswetenschap in de zin van ideologiekritiek maakt zichtbaar wat in
ideologieën bewust of onbewust verhuld wordt.
Externe benaderingen van het recht die meer aanspraak maken op wetenschappelijkheid:
 Rechtseconomie: rechtseconomen helpen bij het maken van keuzes door de kosten en baten
van verschillende opties te berekenen en ze te vergelijken en zo leveren ze bijdrage bij de
voorbereiding en beoordeling van wetgeving en overheidsbeleid.
 Rechtssociologie: onderzoeken van de wetten van het menselijk samenleven. Juristen
bestuderen wetten die voorschrijven hoe mensen moeten handelen, maar vaak niet doen.
Sociologen onderzoeken de regelmatigheden in hoe mensen feitelijk handelen in de
samenleving en dan blijkt hoe het recht verschilt van de maatschappelijke werkelijkheid.
Rechtssociologen onderzoekt en voorspelt of rechtsnormen zoals ze in officiële rechtsbron
zijn, mensen niet iets voorschrijven dat in strijd is met de sociale normen. Dan kan de
rechtssocioloog aanbevelingen doen om rechtsnormen aan te passen of te veranderen en zo
de effectiviteit van wetgeving verbeteren. Als de wetten in werking zijn, kan de
rechtssocioloog empirisch onderzoek doen naar hoe de wet uitpakt.
 Rechtspsychologie: het kan helpen om het proces van waarheidsvinding in het recht te
verbeteren, door te laten zien hoe onze waarneming vertroebeld kan raken door menselijke
neigingen en vooroordelen.
 Rechtsantropologie: rechtsantropologen bieden inzicht in onze rechtscultuur door ons ook
alternatieve rechtssystemen voor te houden.
 Criminologie: criminologen zijn geïnteresseerd in de vraag wat crimineel gedrag veroorzaakt
en wat de gevolgen zijn van de leedtoevoeging als een verdachte gepakt of gestraft wordt.
Ook doen ze onderzoek naar wat de maatschappelijke gevolgen zijn van crimineel gedrag en
wat er gebeurt als de overheid faalt in de uitoefening van haar strafrechtelijke taken en
bevoegdheden.

2.2 Waarheidsvinding

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanhemertjulia. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.05
  • (0)
  Add to cart