Hoofdonderwerpen van de onderwijseenheid
1.Veranderingen en constanten in de samenleving vanuit verschillende
invalshoeken.
2. Beschrijven en verklaren van verschijnselen in de samenleving vanuit
sociologische begrippen
3. Beschrijven en verklaren hoe mensen zich de cultuur eigen maken en
invloed uitoefenen op de samenleving
4. Inzicht in de samenleving vanuit verschillende theorieën o.a. Kunneman, 5
I’s, Bontekoning
5. Kennis van en inzicht in verschillende religieuze stromingen in relatie tot de
samenleving,
Deelonderwerpen
1a. Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving
1b. Transitiedenken
2a. (Historische) ontwikkelingen in de samenleving beschrijven en verklaren
2b. Verschillende groeperingen onderscheiden en omschrijven, sociale
ongelijkheid, onderlinge verbanden zien
3a. Socialisatie en cultuur
3b. Gedrag en beïnvloeding in de samenleving
4a. Moderniteit en postmoderniteit, hyper- en metamoderniteit en invloed van
de 5I’s en kan benoemen
4b. Veranderingen op micro, meso en macro niveau en de consequenties voor
het werkveld
5a. Kaart van kerkelijk Nederland’ & participatie in de samenleving van deze
stromingen
5b. Gedachtegoed verschillende religieuze stromingen.
Toetsdoelen per hoofdonderwerp of deelonderwerp
Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving
1a1. De student kan weergeven wat met het begrip
‘participatiesamenleving’ wordt bedoeld en welke (minstens twee
verschillende) interpretaties daaraan worden gegeven (coll. 1)
Een participatiesamenleving is eigenlijk een samenleving waar iedereen
verantwoordelijk is voor zichzelf en hun eigen omgeving. Mensen doen en willen
meer in de samenleving. Je hebt hierin de linksen, die bijvoorbeeld een grote
publieke sector willen, en vinden dat mensen hulp zouden moeten krijgen bij het
participeren. Je hebt ook de rechtsen, die een kleinere publieke sector wil en
vinden dat mensen meer zelf zouden moeten doen.
1a2. De student kent de drie hoofdvormen van verzorgingsstaten
(volgens Esping-anderson) (coll.1)
Liberale verzorgingsstaat: Heeft beperkte voorzieningen, verwacht veel van
eigen initiatief/risicodekking van particulieren en bedrijven; lage belastingen
Corporatistische verzorgingsstaat: Heeft per beroepsgroep verschillende
,voorzieningen, heeft per collectief premies en uitkeringen; hogere belastingen en
premies
Sociaaldemocratische verzorgingsstaat: Heeft voorzieningen voor iedereen, heeft
stimulering arbeidsparticipatie; hoge belastingen
1a3. De student weet wat er bedoeld wordt met de
‘participatiesamenleving’ volgens linkse en rechtse politieke
opvattingen (coll 1)
Je hebt hierin de linksen, die bijvoorbeeld een grote publieke sector willen, en
vinden dat mensen hulp zouden moeten krijgen bij het participeren. Linksen
hebben meer oog voor ongelijke kansen van mensen en willen de vrijwilligers en
mantelzorgers niet overbelasten. Je hebt ook de rechtsen, die een kleinere
publieke sector wil en vinden dat mensen meer zelf zouden moeten doen. Ze zijn
veel optimistischer over wat mensen zelf kunnen en over de mogelijkheden om
meer door vrijwilligers en mantelzorgers te laten doen.
1a4. De student weet wat de consequenties zijn van deze verschillende
opvattingen over het vormgeven van de samenleving voor de
verhouding tussen overheid en individuele burgers en hun verbanden,
marktpartijen en kerken (coll. 1)
- Voordelen: enorme welvaart groei, gelijke kansen (rechtvaardigheden
voorkomen onrust, opstand, oorlog), biedt veiligheid en zekerheid, ook
voor kwetsbaren, mensen hoeven niet afhankelijk te zijn van elkaar
(vrijheid, emancipatie)
- Nadelen: het kost veel geld, mensen worden er lui van, mensen hoeven
niet voor elkaar te zorgen, gemeenschapszin ondergraven en veel regels
en bureaucratie.
1a5. De student weet wat de consequenties zijn van een linkse c.q. een
rechtste politieke opvatting over de inrichting van de samenleving voor
de rol van professionals (coll. 1)
Bij rechtse opvattingen doen de professionals veel minder in de maatschappij
dan bij de linkse opvattingen, waar ze juist een veel grotere rol hebben. Bij rechts
laat je juist veel initiatief over aan de burger, samen organiseren burgers alles.
Transitiedenken
1b1. De student kan het effect van de drievoudige kanteling op het
denken, organiseren en sturen in de samenleving beschrijven en
verklaren.
Kanteling: verandering van regels, weten, ideeën, organisaties, denkbeelden,
over hoe we de samenleving indelen, de zorg organiseren en financieren.
Effect van drievoudige kanteling:
1. Denken: niet meer gericht op meer maar beter
- richten op samenwerken: creëren, gericht op middellange termijn van bezit
naar gebruik, van
zelfredzaamheid naar ego.
- transformatie nodig, cultuur omslag: van systeemdenken (efficiency,
rendement, controle), naar
menselijke waarden (ruimte, aandacht, keuzevrijheid, vertrouwen, kwaliteit)
2. Organiseren: meer in gemeenschappen en netwerken
Bottom-up: van onderuit groeien
, 3. Sturen: meer decentraal (zonder aanwijsbaar centrum, verspreid over een
aantal punten) en
faciliterend (vergemakkelijken).
Het plaatsvinden van drievoudige kanteling is volgens Jan Rotmans de voorbode
van een Nieuw Tijdperk. “We leven niet in een tijdperk van veranderingen, maar
in een verandering van tijdperk.”
1b2. De student kan voorbeelden noemen binnen het domein
zorg/welzijn die tekenend zijn voor de transitie van de oude orde naar
de nieuwe orde en deze verklaren .
Voorheen geïnstitutionaliseerde solidariteit-> door belasting, betalen zorg voor
ieder.
Door transitie: meer nadruk zelfredzaamheid door bijv. particuliere
bedrijven/initiatieven en netwerken.
- verschuiven burgerinitiatief richting sociaal ondernemerschap (zzp’ers)
De overheid verwacht (participatiesamenleving) meer invulling in de samenleving
door burgers. Burgers wachten niet totdat de overheid vraagt om mee te doen.
1b3. Kan verklaren waarom er zoveel burgerinitiatieven opkomen in de
afgelopen 10 jaar en er voorbeelden van geven.
- Zelf de veiligheid in de wijk bewaken
- Opvang asielzoekers op willen nemen
Trigger bij mensen om iets te veranderen, raakt persoonlijk-> ‘dit moet anders’
1b4. De student kan Habermas classificatie in systeem- een leefwereld
beschrijven en toepassen.
Jurgen Habermas – Duitse filosoof
- “’De systeemwereld’ koloniseert de leefwereld van mensen”
-> leefwereld: de wereld/werkelijkheid van mensen hun eigen leefomgeving. Hoe
je bent opgevoed
(gesocialiseerd) en je cultuur. De wereld wordt vormgegeven door continu
communicatief handelen
met je omgeving
-> systeemwereld: systemen als markt, bureaucratie (organisatie gericht op
regels, procedures,
checklists), de overheid. Hier staat rationaliteit en doelgericht handelen
centraal (efficiëntie)
- Achterliggende visie marktdenken (systeem): zorgverleners concurreren met
elkaar om de gunsten
van cliënt en de zorgverzekeraars -> zo goed mogelijke zorgbieden, voor zo
laag mogelijke prijs.
- De cliënt is zelf in staat zelfstandig te zijn, kansen te benutten en beste zorg te
zoeken. Gebeurt dit
niet? Dan ligt het aan de cliënt zelf.
Meritocratie : ieder heeft gelijke kansen, je verdient wat je er zelf mee doet.
Eigen kracht. Gedachte heersend dat je succes in je leven puur afhankelijk is van
jezelf. Iedereen heeft kansen die je zelf moet ondernemen.
1b5. De student heeft kennis van en inzicht in de voor- en nadelen van
meritocratie en marktdenken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller estherdenooijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.29. You're not tied to anything after your purchase.