Een samenvatting van de eerste vier weken van het vak Inleiding Privaatrecht I: Verbintenissenrecht. Bevat samenvatting van de jurisprudentie, literatuur, hoorcolleges, werkcolleges en workshops. Alles wat je nodig hebt om te slagen voor de tussentoets!
Het goederenrecht is dat deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking heeft op de
rechtsverhouding tussen een persoon en een goed. Goederenrecht is een absoluut recht.
Het verbintenissenrecht is dat deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking heeft op de
rechtsverhouding tussen een persoon en een andere persoon. Verbintenissenrecht is een relatief
recht.
De jurist verstaat onder 'vermogen'; het geheel van op geld waardeerbare - althans in de
economische sfeer liggende - rechten en verplichtingen die iemand heeft, dus het geheel van zijn
activa en passiva.
Begrippen in de zin van het vermogensrecht:
Objectief recht: alle regels met betrekking tot de subjectieve rechten en plichten die onderdeel van
een vermogen kunnen vormen.
Subjectief recht: een aan een bepaald persoon toekomend recht dat deel uitmaakt van zijn
vermogen.
Een 'verbintenis' is een vermogensrechtelijke verhouding tussen 2 partijen krachtens welke de 1 (de
schuldeiser of crediteur) is gerechtigd tot een gedraging (de prestatie) die de ander (de schuldenaar
of debiteur) verplicht is ten opzichte van hem te verrichten.
3 elementen van een verbintenis:
Actief (schuldeiser) - passief (schuldenaar)
Vorderingsrecht - schuld
Rechtsvordering - aansprakelijkheid
Executierecht – uitwinbaarheid
Een obligatoire overeenkomst roept verbintenissen in het leven, de liberatoire overeenkomst doet
verbintenissen tenietgaan.
Een verbintenis is altijd maar 1 kant op. Bij bijvoorbeeld een koopovereenkomst zijn er dus altijd 2 of
meer verbintenissen.
, Verbintenissen ontstaan uit rechtsfeiten, dus rechtsfeiten zijn de bron voor verbintenissen. Een
rechtsfeit is een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt. Rechtsfeiten zijn in veel
verschillende soorten in te delen:
Blote feiten -> een feit waar geen rechtsgevolg heeft
Rechtsfeiten -> feiten met rechtsgevolgen
o Bloot rechtsfeit -> geen gedragingen van personen
o Gedraging van persoon
Feitelijke handelingen -> niet de bedoeling een rechtsgevolg te hebben
(heeft dit wel)
Rechtmatige daad -> verzamelterm, puur voor onderscheid met
onrechtmatige daad.
Onrechtmatige daad
Rechtshandelingen (zie art. 3:33 BW) -> een handeling die bewust wordt
verricht om een rechtsgevolg in het leven roept
Eenzijdige rechtshandelingen -> rechtshandeling die alleen kan
worden verricht
Ongerichte eenzijdige rechtshandeling -> niet gericht tot
een ander (bv. testament)
Gerichte eenzijdige rechtshandeling -> gericht op een ander,
Zij moet die persoon of personen hebben bereikt, wil de
rechtshandeling geldig zijn. (bv. een aanbod bieden)
Meerzijdige rechtshandelingen -> kan alleen worden verricht door 2
of meer personen
Andere meerzijdige rechtshandelingen
(obligatoire) overeenkomst -> zie art. 6:213 BW
Wederkerige overeenkomst -> beide partijen nemen
een verplichting op zich
Eenzijdige (of; niet-wederkerige) overeenkomst ->
niet beide partijen nemen een verplichting op zich
(bv. een schenking)
Een schenking (art. 7:175 BW) is een meerzijdige rechtshandeling, omdat er een partij nodig is die
schenkt en een partij die de schenking ontvangt. Dus meerdere partijen, dus meerzijdige
rechtshandeling. Een schenking is een soort overeenkomst. Een overeenkomst is automatisch een
meerzijdige rechtshandeling.
Een natuurlijke verbintenis bestaat in de volgende 2 gevallen:
Wanneer de wet of rechtshandeling aan een verbintenis de afdwingbaarheid onthoudt
Wanneer iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft van zodanige
aard dat naleving daarvan, alhoewel rechtens niet afdwingbaar, maar maatschappelijke
opvattingen als voldoening van een aan die ander toekomende prestatie moet worden
aangemerkt.
Uitsluitend op de moraal gegronde verplichtingen leveren niet alleen geen civiele, maar ook geen
natuurlijke verbintenis op. Tenzij zij dringend zijn, dan leveren zij natuurlijke verbintenissen op
Bij een natuurlijke verbintenis is er geen vorderingsrecht. Als wel de natuurlijke verbintenis wordt
nagekomen, kan hier niet later op worden terug gekomen met de reden dat er geen vorderingsrecht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SPlaisier3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.