• Het strafprocesrecht bestaat uit het geheel aan regels die betrekking hebben op de
toepassing van het strafrecht in een concreet geval.’ (Keulen/Knigge 2020, p. 1)
• ‘Het strafprocesrecht bepaalt op welke manier en door wie wordt onderzocht of een
strafbaar feit is begaan en door wie en naar welke maatstaven daarover en over de
daaraan te verbinden strafrechtelijke sancties wordt beslist.’ (Corstens/Borgers 2018,
p. 7)
• Het strafprocesrecht biedt het model waarin het materiële recht tot leven komt (het
strafproces als schakel tussen feit en reactie)
• Het strafprocesrecht heeft ook een eigen, zelfstandige dimensie
• Rechtsbescherming neemt daarbinnen een belangrijke plek in
• Twee aspecten: bevoegdheidstoedeling enerzijds en begrenzing anderzijds
Doelstellingen van het strafproces
Hoofddoel: verwezenlijking van het materiële recht
• Waarheidsvinding/instrumentaliteit
• Zoeken naar de ‘materiële’ waarheid
• Toepassing van het strafrecht op de ‘werkelijk’ schuldigen
• Rechtsbescherming
• Bescherming van de burger tegen de almacht van de staat
• Voor verdachten, maar ook voor de burger die zonder het te willen in het
strafproces wordt betrokken
**spanningsveld intrinsieke spanning
Accusatoir (proces gedomineerd door de gelijkwaardige partijen) vs. inquisitoir proces
(gedomineerd door de rechter)
• Gelijkwaardige procespartijen vs. verdachte als voorwerp van onderzoek
• Lijdelijke vs. actieve rechter
• Jury rechtspraak vs. professionele rechters
• Formele waarheid vs. materiële waarheid
• Mondelinge procedure vs. dominantie schriftelijke stukken
• Admissibility rules vs. beslis- en motiveringsregels
Nederland: wortels in inquisitoire procestraditie met contradictoire elementen
Kenmerken Nederlandse strafproces
• Beroepsrechter, geen lekeninbreng
• Zwaar accent op het vooronderzoek
• Het dossier vormt de ruggengraat van de strafrechtspleging
Gevaren
• Onderzoek ter terechtzitting vooral gericht op verificatie: je bent alleen nog maar aan
het verifiëren of het strafdossier wel klopt dus ga je als rechter dan nog wel open
minded erin? (Gevaar: confirmation bias mensen staan eerder open voor het
bevestigen i.p.v. het ontkrachten).
,Bronnen van strafprocesrecht
• Het Wetboek van Strafvordering geeft het kader waarbinnen de justitiële afdoening
van een strafzaak moet worden verricht
• Vgl. art. 1 Sv: ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.’
• Lagere regelgeving (decentrale overheden) doet niet aan strafprocesrecht, delegatie
kan wel! Bij materieel strafrecht wel zie art. 1 Sr
• Maar ook andere bronnen van strafprocesrecht
• Bijzondere wetten
• EVRM, EU-recht en (andere) internationale verdragen
• AMvB’s en beleidsregels
• Beginselen van een goede procesorde (ongeschreven recht: ne bis idem,
vertrouwensbeginsel, proportionaliteit en subsidiariteit etc. Ze bieden extra
rechtsbescherming).
• Jurisprudentie
Algemene ontwikkelingen
• Digitalisering van criminaliteit en de aanpak daarvan
• Internationalisering van criminaliteit en de aanpak daarvan
• Bezuinigingen en druk op de rechtspraak
• Afdoening buiten de rechter om
• Modernisering van het Wetboek van Strafvordering
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/modernisering-wetboek-van-
strafvordering http://www.moderniseringstrafvordering.nl/
Fasen van het strafproces
Een indeling
• Voorbereidend onderzoek art. 132 Sv grotendeels niet openbaar, alles wat vooraf
aan het hoofdonderzoek gaat
• Hoofdonderzoek/behandeling van de zaak art. 268 e.v. Sv
Voorbereidend onderzoek
Art. 132 Sv: ‘Onder het voorbereidende onderzoek wordt verstaan het onderzoek hetwelk
aan de behandeling van de terechtzitting voorafgaat’
• Verkennend onderzoek (art. 126gg Sv)
• Opsporingsonderzoek (art. 132a Sv) het belangrijkste, door opsporingsambtenaren
onder gezag van OvJ
• Onderzoek door de rechter-commissaris (onafhankelijk) (art. 181 Sv) soms wel en
soms niet toegepast
Een andere indeling van de fasen van het strafproces
• Opsporing
• Vervolging: voorleggen van de zaak aan de rechter
• Berechting: mondt uit in een vonnis
• Tenuitvoerlegging
,Opsporingsonderzoek
Art. 132a Sv: ‘Onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten
onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke
beslissingen’
• Startpunt van de opsporing?
• Verhouding tot (bestuurlijk) toezicht?
Vervolging
• Het vervolgingsbegrip is door de wetgever niet duidelijk omlijnd
• Teloorgang van het gerechtelijk vooronderzoek (GVO) en de invoering van de
strafbeschikking hebben geleid tot verwatering van het klassieke vervolgingsbegrip
• Betekenis ‘vervolging’ na afschaffing GVO?
• EVRM kent autonoom vervolgingsbegrip = criminal charge
Berechting
• “Onder berechting in strikte zin wordt verstaan het op basis van het onderzoek ter
terechtzitting op de grondslag van de tenlastelegging beraadslagen en beslissen over
de vragen van artikel 348 en 350”
• Overgang van het voorbereidend onderzoek naar het onderzoek terechtzitting niet
helder geregeld.
• Modernisering WvSv: meer nadruk op voorbereidend onderzoek en contradictoire
karakter van het strafproces
Tenuitvoerlegging
Art. 6:1:1 Sv: ‘De tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en strafbeschikkingen
geschiedt door Onze Minister (van Justitie en Veiligheid) i.p.v. het OM.’
• Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Stb. 2017, 82)
• Overheveling regeling van de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen
van het WvSr naar het WvSv (boek 6)
• OvJ niet langer formeel verantwoordelijk voor tenuitvoerlegging, maar de
Minister van J&V
Hoorcollege strafprocesrecht week 2
Opsporingsambtenaren art. 141 Sv
1. Officieren van justitie en politieambtenaren (n.b. Hulp-OvJ = politieambtenaren met een
hogere rang)
2. militairen van de Koninklijke Marechaussee (mits daartoe aangewezen)
3. opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten: richten zich op bepaald
maatschappelijk domein > FIOD, ISZW-DO, BVWA-IOD en ILT-IOD.
4. buitengewone opsporingsambtenaren (Boa’s art. 142 Sv): beperkte (maar soms ook
algemene dan is het aangewezen) opsporingsbevoegdheid voor specifiek afgebakende taak.
Mogen geen geweld gebruiken! Bijv. milieupolitie.
Verdenking art. 27 lid 1 Sv
1. Voorafgaande feiten en omstandigheden (objectiveerbaar)
2. Redelijk vermoeden van schuld
, 3. Aan enig strafbaar feit
Verschil verdachte en verdenking: bij verdenking hoeft iemand (dader) nog niet gevonden te
zijn. Bij verdachte is er wel iemand gevonden.
Verdenking
Handvat:
- Objectiveerbaarheid
- Individualiseerbaarheid: een of meer personen
- Concretiseerbaarheid: waarvan verdenk je iemand
Zeer afhankelijk van de omstandigheden van het geval
Soms ook op basis van anonieme bronnen, mits voldoende concreet, volgens HR 13 juli
2010, NJ 2011/93.
Volgens het begrip ernstige bezwaren (de kracht van de verdenking), arrest Stormsteeg.
Functie verdachtenbegrip
a. Opening naar (maar ook begrenzing van) de mogelijkheid tot het uitoefenen van
bevoegdheden
b. Toekenning van rechten (recht op raadsman, zwijgrecht)
Zie ook formeel verdachtenbegrip in art. 27 lid 2 Sv: nadat vervolging is aangevangen, wordt
als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.
De IRT-affaire en de Wet BOB
IRT-affaire in de jaren ’90, leidend tot de parlementaire enquêtecommissie Van Traa >
drievoudige crisis in de opsporing: gebrek aan normering, gebrekkige organisatie, gebrek aan
gezag.
Gevolg: nadere normering van de opsporingsbevoegdheden en de invoering van de Wet
bijzondere opsporingsbevoegdheden in 2000
Kenmerk van bijzondere opsporingsbevoegdheden: het zijn allemaal stiekeme
bevoegdheden.
Daarnaast: introductie van proactieve opsporing: opsporing van strafbare feiten die nog niet
hebben plaatsgevonden.
In 2007 verdere verruiming van bevoegdheden in het kader van de opsporing en vervolging
van terroristische misdrijven.
Verdenkingscriteria
Opsporingsonderzoek vindt plaats ‘in verband met strafbare feiten’ (art. 132a Sv)
‘In verband met strafbare feiten’ maakt het mogelijk onderscheidingen te maken
Het Wetboek van Strafvordering kent thans als gezegd drie situaties waarin gelegitimeerd
een opsporingsonderzoek kan worden gestart (de zogenoemde ‘domeinen’ van opsporing
Drie situaties waarin gelegitimeerd een opsporingsonderzoek kan worden gestart:
1. Naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is begaan
(klassieke verdenking: vgl. art. 27 Sv).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marvmar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.