100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Gerontologie $10.31   Add to cart

Summary

Samenvatting Gerontologie

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting over het OLOD gerontologie

Preview 3 out of 25  pages

  • December 16, 2022
  • 25
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Geronotologie
Paul Philips

Hoofdstuk 1: Algemene referentiekaders over
ouderdom
1. Modellen over ouderdom
In onze maatschappij bestaan duidelijke beelden over verschillende leeftijdsgroepen. Media,
omgeving en persoonlijke ervaring zorgen ervoor dat we een beeld krijgen van het ouder worden en
het ouder zijn. Het proces van beeldvorming begint op zeer jonge leeftijd

1.1 Impliciete en expliciete ouderenbeelden
Het impliciete ouderenbeeld (het geleefd ouderenbeeld)
 Dit beeld (een geheel van opvattingen, verwachtingen en normen) over hoe oudere mensen zijn
en zouden moeten zijn, manifesteert zich in de manier waarop mensen zich tegenover ouderen
gedragen
 Het impliciete ouderenbeeld steunt vaak op stereotypen en daaraan gekoppelde vooroordelen.
Zelden is men zich daar van bewust. Integendeel zelfs, men zal iets anders beweren wanneer
men over het ouderenbeeld wordt ondervraagd

Het expliciete gesproken ouderenbeeld
 De ideeën bij het impliciet ouderenbeeld nog latent zijn, worden nu met anderen gedeeld en
daardoor expliciet gemaakt. Wat mensen vertellen wat hun opvattingen voor ouderen zijn

Het expliciete, wetenschappelijk verantwoorde ouderenbeeld
 Dit beeld vertoont samenhang waardoor het mededeelbaar wordt en bewust als leidraad kan
gebruikt worden voor de omgang met ouderen. Dit beeld is vaak goed doordacht en coherent.
Wanneer deze ideeën bovendien via onderzoek zijn uitgelaard en getoetst dan spreekt men van
een wetenschappelijk verantwoord ouderenbeeld. Soms denken we over ouderen doordachte
uitspraken te doen, maar komt het eigenlijk neer op vooroordeel
 In onze samenleving zijn er uitgroepen en ingroepen. Tot de uitgroepen behoren “al die
anderen”, “niet wij, maar zij”. Die sterkte tendens om de wereld in ‘wij’ en ‘zij’ op te delen heeft
belangrijke gevolgen. Mensen trekken namelijk vaak hun eigen groep voor. Dit is soms te merken
aan het taalgebruik. Zo lokken persoonlijke voornaamwoorden die refereren aan ‘ingroep’-
voornaamworden (zoals ‘wij’, ‘ons’ en ‘onze’) positieve emoties uit, terwijl ‘uitgroep’-woorden
(zoals ‘zij’, ‘hun’ en ‘hen’) negatieve emoties teweegbrengen
 Het feit dat mensen vinden dat tussen de leden van uitgroepen veel minder verschillen bestaan
dan tussen de leden van hun eigen ingroepen, wordt het uitgroephomogeniteitseffect genoemd.
Met andere woorden, tussen ‘ons’ kunnen er subtiele verschillen zijn, maar ‘zij’ zijn allemaal
gelijk.

,2. Modellen over ouder worden
2.1 Ageism: de kwalijke uitwassen van een op hol geslagen economisch
model
 = Het steeds meer in de verdomhoek plaatsen van oudere mensen. In sommige beelden worden
enkele negatieve aspecten van de ouderdom zo uitvergroot dat een massief negatief beeld
ontstaat
 Vergelijkingen stellen ons in staat om de typische kenmerken van het Westers denken over
ouderdom te plaatsen naast kenmerken van andere tijdsperioden en culturen. Daarom wordt het
ageism onderverdeeld in 4 kenmerken:
 Ouderen vormen een last voor de maatschappij
 Men omschrijft ouderen in termen van zorgbehoevendheid. Dit betekent met andere
woorden dat ze voorgesteld worden als personen die hoofdzakelijk dingen vragen van de
maatschappij (zorg, pensioen, aandacht, aangepaste huisvesting)
 Oudere mensen hebben (ver)oude(rde) ideeën
 De veranderingen en vernieuwingen gaan aan veel ouderen voorbij
 Oudere werknemer leveren een geringe bijdrage tot de economie
 Het idee dat mensen binnen een beroepscarrière geleidelijk aan groeien naar een hoger
inkomen en naar meer rechtszekerheid wordt als oneerlijk beschouwd
 Sterven is het logische gevolg van niet meer zelfredzaam en autonoom te kunnen zijn.
Sterven betekent het absolute einde
 Het leven lijkt dus alleen maar zinvol wanneer men erin slaagt om zelfstandig en
onafhankelijk te blijven. Wanneer iemand in onze samenleving sterft, dan wordt dit
beleefd als het absolute einde

2.2 Zorgmodellen
 Verschillende modellen kunnen worden onderscheiden over hoe de zorg voor ouderen binnen
voorzieningen moet ingevuld worden
 Deficit-model
 Ontwikkelt als toenemende kennis en vaardigheden in de jeugd, het hoogtepunt ligt bij
de middelbare volwassenheid en dan volgt, beginnend ergens in de ouderdom,
achteruigang
 Negatief beeld -> ouderen zijn intellectueel ‘aftakelend’ en de zorg moet daarop
afgestemd zijn. Het is een pessimistische visie die de vitaliteit van oudere mensen
ondermijnt. De visie op zorg die op dit beeld aansluit, is dat de zorg in zijn geheel moet
worden overgenomen
 Rust-roestmodel (disuse model)
 Volgens dit model berust de achteruitgang op het niet gebruiken van lichamelijke,
psychische en sociale functie. Dit model steunt op waarnemingen waaruit blijkt dat een
aantal ouderen op hoge leeftijd fit bleven naar lichaam en geest. De visie op zorg die op
dit beeld aansluit, is dat zorg mensen moet activeren. Lichaamsbeweging, sociale
contacten, activiteiten om de cognitieve functies op peil te houden etc.
 Competentiemodel
 De aandacht gaat naar de manier waarop de individuele mens, gebruik makend van al
zijn capaciteiten, reageert op de uitdagingen en aanspraken die het ouder worden met
zich meebrengen

, 2.3 Het evolutieperspectief
De rol van oudere mensen in de samenleving is ronduit negatief. Bekeken vanuit de evolutietheorie
zijn mensen niet meer dan het zoveelste diersoort op deze planeet. Hun doen en laten wordt door
dezelfde wegmatigheden bepaald als bij elk ander levend wezen. De individuele beleving krijgt bij
Darwin geen aandacht

Waarom komt hoge leeftijd met gebreken?
 De kern van iedere theorie over veroudering is dat we overleven om ons succesvol voort te
planten. Als we dat eenmaal hebben volbracht, vindt ‘de natuur’ het niet nuttig om nog veel tijd
in ons te steken
 In de natuur verouderen alle dieren en planten na het bereiken van de seksuele rijpheid.
Wanneer mensen de leeftijd hebben behaald om zich voort te planten, dan begint daarna
veroudering. Slijtage en ouderdomsziekten zijn de middelen om het doel (de dood) te bereiken
 Veroudering is functioneel. Er wordt plaats gemaakt voor nieuw en jong leven

Moderne theorie 1: Veroudering tengevolge van natuurlijke selectie
 Het mechanisme van de natuurlijke selectie is sterk aanwezig voor het bereiken van de
reproductieve leeftijd, daarna neemt die geleidelijk af, om geheel te verdwijnen op hoge leeftijd
 De levende wezens op hoge leeftijd hebben geen nut meer; ze blijven voortbestaan omdat het zo
uitkomt. Veroudering is geen verschijnsel dat wijst op betere aangepastheid, maar enkel een
gevolgen van nutteloos doorleven voorbij een zekere leeftijd

Moderne theorie 2: veroudering gekoppeld aan de optimale levensgeschiedenis
 Hiermee wordt verwezen naar een dilemma bij elk levend wezen. Energie is schaars, dus een
optimale levensgeschiedenis maakt optimaal gebruik van die schaarse energie. Om dat te kunnen
doen, staat elk organisme voor de keuze: ik verbruik energie om zelf in leven te blijven of ik
verbruik energie om mij voort te planten. Zich voortplanten kost heel veel energie en stelt het
individu bloot aan grote risico’s. zich niet voortplanten betekent dat de soort kans loopt uit te
sterven. Dus er zit geen enkele keuze op dan de risico’s te nemen
 Het bestaan van ieder organisme is onderschikt aan het voortbestaan van de soort

Hoe lang zullen we leven?
 Na de voortplanting is de rol van ieder levend wezen uitgespeeld. De natuur investeert niet in
“lang en gelukkig oud worden”. Er is geen evolutionaire noodzaak om te blijven leven (net zo min
om te sterven). Oud worden is bijzaak, maar neemt vooral de kwaliteit van reparatie en herstel af

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inesdeblock. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.31
  • (0)
  Add to cart