Dit is een samenvatting van het volledige handboek goederenrecht dat wordt gegeven in het 1e jaar rechtspraktijk aan Hogent.
Door deze samenvatting te leren ben je zeker geslaagd voor je examen.
H5: BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN – KOOP.............................................................................27
1. Begrip........................................................................................................................................... 27
2. Geldigheidsvoorwaarden.............................................................................................................. 28
2.1. Bekwaamheid........................................................................................................................ 28
2.2. Voorwerp............................................................................................................................... 28
3. Vorm en bewijs............................................................................................................................. 29
4. Verplichtingen van de verkoper.................................................................................................... 30
4.1. Levering van de zaak............................................................................................................. 30
4.2. Vrijwaringsplicht..................................................................................................................... 31
4.3. Bijzondere regelingen............................................................................................................ 32
5. Verplichtingen van de koper......................................................................................................... 33
5.1. In ontvangst nemen van de gekochte zaak............................................................................33
5.2. Prijs betalen........................................................................................................................... 33
6. Beëindiging van de koopovereenkomst........................................................................................33
H6: ZEKERHEDEN: BEGRIP EN BELANG........................................................................................ 34
15: VERJARING: SCHORSING EN STUITING VAN DE VERJARING...............................................40
,1. Schorsing van de verjaring........................................................................................................... 40
2. Stuiting van de verjaring............................................................................................................... 40
,H1: INLEIDING
Boek 3 “Goederen” werd in het vernieuwde burgerlijkwetboek ingevoegd op 4 februari 2020.
Voornaamste bedoeling vh nieuwe goederenrecht:
Goederenrecht integreren omdat het versnipperd was
Goederenrecht duidelijker en ‘functioneel’ maken.
Goederenrecht moderniseren
Goederenrecht flexibiliseren
Een vergelijkende benadering vh goederenrecht maken v andere landen
Goederenrecht bevat alle regels mbt de goederen die ter beschikking staan van de persoon.
Dat zijn patrimoniale rechten/ vermogensrechten (= rechten die een geldelijke
waarde hebben en verhandeld kunnen worden.)
Begrip en soorten van goederen
Mensen (= Rechtsubjecten) hebben behoeften en verwerven daarvoor goederen zoals een
huis, auto, ... (= rechtsobjecten/ voorwerpen).
Op die rechtsobjecten/ voorwerpen kunnen we handelingen uitoefenen (zoals
verbouwen, verplaatsen, ...). (3.38 BW: onderverdeling voorwerpen)
Art. 3.41 BW: Definitie van goederen.
Term goederen heeft 2 betekenissen:
1. Materiële/ lichamelijke goederen (= alle voorwerpen die we kunnen bezitten
zoals een auto)
2. Onlichamelijke goederen (= zijn niet materieel; bv octrooien, vorderingen,
nalatenschap)
in beginsel zijn alle rechten onlichamelijk (bv hypotheek), maar een recht kan
ook het voorwerp vormen ve ander recht (bv een hypotheek die gevestigd wordt
op het vruchtgebruik).
,2. Roerende en onroerende goederen
Art. 3.46 BW: Alle goederen zijn roerend of onroerend.
2.1. Onroerende goederen
Onroerende goederen zijn goederen die in principe niet verplaatsbaar zijn of niet bestemd
zijn om verplaatst te worden.
De wet onderscheid 4 soorten van onroerende goederen:
1. OR uit hun aard (3.47 BW) = De grond en alles wat ermee verbonden is
(dus ook volumes die er zich boven/ onder bevinden zoals mineralen)
2. OR door incorporatie (3.47 BW) = Alle goederen die gehecht zijn aan de
grond, en niet zonder schade verwijderd kan worden (bv keuken, bomen, ...)
3. OR door bestemming (3.47 BW) = Alle accessoria van een ORG is OR
door bestemming (bv de waterleidingen van een bad)
- Subj voorwaarde: Het roerend en onroerend goed moeten aan
dezelfde eigenaar toebehoren.
- Obj voorwaarde: Er moet een band bestaan tussen het roerend en
onroerend goed.
Kan economisch: goed vertoont een zekere duurzaamheid ih
belang vd exploitatie van het onroerend goed (bv machines in
een fabriek)
Kan materieel: roerend goed kent een blijvende aanhechting
aan het onroerend goed (bv ingebouwde kasten)
4. OR door het voorwerp waarop zij betrekking hebben (3.49 BW) = De
rechten en de schuldvorderingen die betrekking hebben op een onroerend
goed. (bv recht van erfdienstbaarheid is onroerend)
Let op! Bv het recht op vruchtgebruik is roerend of onroerend
naargelang het respectievelijk betrekking heeft op een roerend of
onroerend goed. (Art. 3.139 BW)
Let op! Bv het recht op de verkoopprijs van een onroerend goed is een
roerend recht omdat het betrekking heeft op een som geld (die roerend
is). (het recht op aflevering van een onroerend goed, zal wel een
onroerend recht zijn, omdat het betrekking heeft op een onroerend
goed.)
, 2.2. Roerende goederen
Roerende goederen zijn alle goederen die niet onroerend zijn/ de goederen die dus
verplaatsbaar zijn.
- Verplaatsbaar door eigen kracht (bv een dier)
- Verplaatsbaar door een vreemde kracht (bv een fiets)
Roerende rechten zijn de zakelijke rechten die gelden op roerende goederen (bv het
vruchtgebruik op een auto)
Vorderingen om iets te geven (bv een schuldvordering), iets te doen (bv woning bouwen) of
niet te doen (bv concurrentiebeding) zijn ook steeds roerend (omdat het voorwerp van de
vordering een verbintenis is).
Vervroegd roerende goederen zijn goederen waarvoor de partijen overeengekomen zijn ze
als vervroegd roerend te zien doordat ze worden losgemaakt binnen een technisch en
economisch redelijk termijn. (Art. 3.48 BW)
Bv. Groenten en fruit worden zes weken voor de oogst als roerende goedere
beschouwd (Art. 1529 Ger.W.)
Bv. De aankoop van een houten balk uit een gebouw dat gesloopt zal worden wordt
gezien als de aankoop van een roerend goed.
2.3. Belang van onderscheid tussen roerende en onroerende goederen
Bv. Slechts onroerende goederen zijn vatbaar voor hypotheek (Art. 3.142 BW en 41-46 Hyp.
W.)
2.4. Onroerende publiciteit
Derden moeten kunnen weten wie een zakelijk recht heeft op een onroerend goed. (bv
investeerders willen eigenaar van ORG kennen, SE wil weten welke ORG’en ih vermogen
van zijn SA zitten, ...)
Daarom voorziet de overheid een register dat wordt bijgehouden in het bevoegde
kantoor van de algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie (AAPD).
- Daarin worden de rechtshandelingen vermeld die in Art. 3.30 BW opgelijst
staan.
Let op! Alleen vonnissen, authentieke akten of door een notaris erkende
onderhandse akten worden opgenomen. (Art. 3.31, §1 BW)
Anders: Handelingen zijn niet tegenstelbaar aan derden als ze niet in de registers
zijn ingeschreven (Art. 3.30, §2 BW)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Student1256. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.40. You're not tied to anything after your purchase.